Uit de profeet Joël,
Daarom – spreekt de Heer -
keer nu terug tot mij met heel je hart en begin te vasten, te treuren en
te rouwen. Niet je kleren moet je
scheuren, maar je hart. Keer terug tot
de Heer, jullie God, want hij is genadig en liefdevol, geduldig en trouw, en
tot vergeving bereid. Misschien herroept
hij zijn vonnis, komt hij erop terug en laat hij toch iets van zijn zegen over,
zodat jullie weer graan en wijn kunnen offeren aan de Heer, jullie God.
Blaas de ramshoorn op de Sion, kondig een vastentijd af en
roep op tot een plechtige samenkomst.
Breng het volk bijeen, laat heel Israël zich reinigen. Breng de oude mensen tezamen, verzamel de
kinderen, ook de kleintjes aan de borst.
Laat de bruidegom opstaan van het bruidsbed, laat zijn bruid het
slaapvertrek verlaten. Priesters,
dienaren van de Heer, hef een smeekbede aan in de tempel, tussen altaar en
voorhal: Ach Heer, spaar uw volk, uw eigendom, geef het niet prijs aan spot en
hoon van andere volken. Waarom zouden
zij mogen schimpen: ‘En waar is nu hun God’.
Dan zal de Heer het opnemen voor zijn land en zich ontfermen
over zijn volk.
Woord van God.
Mt 6, 1-6.16-18
Uit het evangelie volgens Matteus,
Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de
ogen van de mensen, alleen om door hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je
niet. Dus wanneer je aalmoezen
geeft, bazuin het dan niet rond, zoals
de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te
worden. Ik verzeker jullie: zij hebben
hun loon al ontvangen. Maar als je
aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand
doet. Zo blijft je aalmoes in het
verborgene en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
En wanneer jullie bidden, doe dan niet zoals de huichelaars
die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen
hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben
hun loon al ontvangen. Maar als jullie
bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in
het verborgene is. En je Vader, die in
het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als
de huichelaars, want zij doen dat om iedereen te laten zien dat ze aan het
vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij
hebben hun loon al ontvangen. Maar als
jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, zodat niemand
ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En je Vader, die in het Verborgene ziet, zal
je ervoor belonen.
Woord van God
Beste vrienden,
Met de viering van aswoensdag begint de vasten. Deze tijd wordt ook de 40dagentijd genoemd want vanaf nu tot aan het begin van de Goede Week zijn er nog 40 dagen. De vasten lijkt meer en meer te verdwijnen in onze wereld,
waar er enkel nog over carnaval en valentijn gesproken wordt. We zouden kunnen zeggen dat het een zwakke
tijd is, een onzichtbare tijd die precies geen belang meer heeft. Het lijkt alsof de vasten onbelangrijk is
voor onze wereld.
Maar het is juist deze ‘onbelangrijke’ tijd die zo
belangrijk is voor ieder van ons, voor elke christen. De profeet Joël brengt ons in de eerste
lezing een intense uitnodiging van God: Keer tot mij terug met heel uw
hart. Deze profeet is heel erg bekommerd
om de ongevoeligheid van het volk van Israël.
En daarom zegt hij bij deze uitnodiging van God: Niet je kleren moet je
scheuren, maar je hart. Keer terug tot
de Heer, jullie God, want hij is genadig en liefdevol, geduldig en trouw, en
tot vergeving bereid.
De vasten is de beste tijd om terug te keren tot God. We hebben het allemaal nodig om terug te
keren, want vaak zijn we zo ver af van Gods plan van liefde.
De eucharistieviering komt ons tegemoet met het oude teken
van de asoplegging. Een teken dat we
vreemd vinden en dat veraf staat van het leven dat wij leiden.
De assen worden begeleid door de Bijbelse woorden: ‘Herinner
je dat je van as bent en tot as terugkeert’.
Deze woorden willen een ons iets heel eenvoudigs uitleggen: we mogen
niet vergeten dat we ‘maar’ stof zijn, dat we klein en zwak zijn.
Mensen denken vaak dat ze heel machtig zijn. We denken dat we machtig zijn als we sterk
zijn, of als we veel geld hebben, of als anderen naar ons opkijken. Vandaag worden we eraan herinnerd dat dat
allemaal niet veel voorstelt. Dat we
maar kleine mensen zijn die allemaal fouten maken.
Maar de liturgie zegt ons dit niet opdat we bang zouden
worden of depressief. In het leven van een
christen is het de zwakte en niet de sterkte die belangrijk is. Jezus zelf, de zoon van God, is als een arm
zwak kind geboren geworden en heel het evangelie door legt hij ons uit dat we
de kant van de zwakken moeten kiezen.
Het is een bevrijding om je niet heel de tijd sterk te
moeten voordoen. De ware kracht ligt
immers in het kijken naar je eigen zwakte en om een nederig dienaar te
worden. Want Jezus zelf zegt: gelukkig
de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.
Het teken van de asoplegging is dé manier waarop wij
christen de vasten willen beginnen. Met
te begrijpen dat we kleine en zwakke mensen zijn, die God nodig hebben.
Het teken van de asoplegging doet ons begrijpen dat God
groot is. Hij die gekozen heeft om mens
te worden en onze zwakte te delen. Het
is aan ons, kleinen en zwakken, dat Hij het grote geschenk van de vrede gegeven
heeft, opdat wij de vrede rondom ons zouden beleven, verdedigen en
opbouwen.
Op zovele plaatsen in deze wereld lijden de mensen door
oorlog. De vrede wordt verspild wanneer
men zovele volkeren verpletterd door het geweld.
Wij christenen zijn geroepen om bewerkers van vrede te zijn,
daar waar wij leven, daar waar wij naar school gaan, overal waar wij komen.
Er wordt ons gevraagd om waakzaam te zijn, zodat wij niet
egoïstisch worden en enkel aan onszelf denken, dat wij niet gewelddadig worden
en niet zouden liegen.
In de Vasten ontzeggen we onszelf iets, zijn we strenger op
onszelf. Zodat we niet als verwende
mensen zouden leven. Zodat we altijd
zouden beseffen dat er mensen zijn die het zoveel moeilijker hebben dan
wij. Waakzaam ben je door te vasten en
te bidden. De vasten is een tijd om meer
te bidden, meer het Woord van God te lezen.
Onze eigen krachten volstaan niet om te vechten tegen het
kwade. Wij hebben de hulp van God
nodig. Wij hebben deze vasten
nodig. Iedereen, van de jongste tot de oudste.
Bidden wij dan tot de Heer, dat we deze tijd van vasten niet
zouden verspillen. Dat we meer tot Hem
zouden bidden en ons hart zouden openen voor zijn woord.
Bidden wij voor al wie arm en zwak is, voor al wie in oorlog
leeft of op de vlucht is. Voor elk kind
dat moet werken of dat leeft in angst en pijn.
Bidden wij de Heer dat wij sterke christenen mogen zijn die
de vrede rondom ons opbouwen en een licht zijn voor velen.