Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

zondag 3 februari 2013 Lichtmis

Mal 3,1-4

Uit de profeet Maleachi,

Let op, ik zal mijn bode zenden: hij zal de weg voor mij effenen.  Opeens zal hij naar zijn tempel komen, de Heer naar wie jullie uitzien, de engel van het verbond naar wie jullie verlangen.  Komen zal hij –zegt de Heer van de hemelse machten.  Wie zal die dag kunnen doorstaan?  Wie zal overeind blijven wanneer hij verschijnt?  Hij is als het vuur van een smid, als het loog van een wolwasser.  Hij zal zitting houden als iemand die zilver smelt en het zuivert; de zonen van Levi zal hij zuiveren en zeven als goud en zilver, en dan zullen ze op de juiste wijze offeren aan de Heer.  De offers van Juda en Jeruzalem zullen de Heer met vreugde vervullen, zoals in vroegere jaren, zoals in de dagen van weleer.

Woord van God

Lc 2,22-40

Toen de tijd was aangebroken dat ze zich overeenkomstig de wet van Mozes rein moesten laten verklaren, brachten ze hem naar Jeruzalem om hem aan de Heer aan te bieden, zoals is voorgeschreven in de wet van de Heer: ‘Elke eerstgeboren zoon moet aan de Heer worden toegewijd.’  Ook wilden ze het offer brengen dat de Heer voorschrijft: een koppel tortelduiven of twee jonge gewone duiven.

Er woonde toen in Jeruzalem een zeker Simeon.  Hij was een rechtvaardig en vroom man, die uitzag naar de tijd dat God Israël vertroosting zou schenken, en de heilige Geest rustte op hem.  Het was hem door de heilige Geest geopenbaard dat hij niet zou sterven voordat hij de messias van de Heer zou hebben gezien.  Gedreven door de Geest kwam hij naar de tempel, en toen Jezus’ ouders hun kind daar binnenbrachten om met hem te doen wat volgens de wet gebruikelijk is, nam hij het in zijn armen en loofde hij God met de woorden:

Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, zoals u hebt beloofd.  Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die u bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: een licht dat openbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk’.

Zijn vader en moeder waren verbaasd over wat er over hem werd gezegd.  Simeon zegende hen en zei tegen Maria, zijn moeder: ‘Weet wel dat velen in Israël door hem ten val zullen komen of juist zullen opstaan. Hij zal een teken zijn dat betwist wordt, en zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden.  Zo zal de gezindheid van velen aan het licht komen’.

Er was daar ook een profetes, Hanna, de dochter van Fanuël, uit de stam van Aser.  Ze was hoogbejaard; vanaf haar huwbare leeftijd had ze zeven jaar met haar man geleefd, en ze was nu al vierentachtig jaar weduwe.  Ze was altijd in de tempel, waar ze God dag en nacht diende met vasten en bidden.  Op dat moment kwam ze naar hen toe, bracht hulde aan God en sprak over het kind met allen die uitzagen naar de bevrijding van Jeruzalem. 

Toen ze alles overeenkomstig de wet van de Heer hadden gedaan, keerden ze terug naar Galilea, naar hun woonplaats Nazaret.  Het kind groeide op, werd sterk en was begiftigd met wijsheid: Gods genade rustte op hem.

Woord van God

Beste vrienden
wanneer Maria en Jozef de kleine Jezus naar de tempel brengen om Hem aan God op te dragen, doen ze dat uit dankbaarheid omdat God zo goed is geweest hen een kind te schenken. Een kind is immers een geschenk van God en geen recht waar mensen aanspraak kunnen op maken.

In de tempel ontmoeten Maria en Jozef twee bejaarden mensen die Hem op een bijzondere manier ontvangen. Zo heeft daar in de tempel een ontmoeting plaats tussen drie generaties: het kind Jezus, zijn ouders en twee mensen die zijn grootouders hadden kunnen zijn.

Voor een buitenstaande kon het wel een familieontmoeting zijn. En in zekere zin was dat ook, ook al is Jozef niet de biologische vader, en zijn Simeon en Hanna geen bloedverwanten.
 
Het is een familie die bijeengebracht is door gehoorzaamheid aan Gods Woord en door de Heilige Geest. Want Maria en Jozef zijn gekomen om hun dankbaarheid te uiten  volgens wat in de Wet van de Heer geschreven staat,  Simeon was door de heilige Geest gedreven  en Hanna die profetes wordt genoemd, diende God met vasten en bidden.

Het was daar in de tempel van Jeruzalem in het klein wat we in deze viering vandaag in het groot zien: het huis van God gevuld met drie generaties die hier samen zitten geleid door Gods Geest, om te luisteren naar Gods Woord, om hun dankbaarheid aan God te tonen, om Hem te loven en te bidden en om Jezus in hun midden te ontvangen.
 
Simeon wordt ons voorgesteld als een rechtvaardige en vrome mens aan wie Gods Geest had laten weten dat hij niet zou sterven voordat Hij de Trooster zou zien naar wie Hij zo vurig uitkeek.

Die dag wist hij, tot grote verbazing van zijn vader en moeder, die Trooster te herkennen in het kind dat daar werd binnengebracht.

 Dit is de openbaring die we met Kerstmis hebben gevierd  en die we met Pasen opnieuw zullen vieren, en die we in elke eucharistie vieren:

Gods rijk komt niet ineens kant en klaar uit de hemel gevallen. Het komt als een klein en zwak kind, dat bedelt om onze bescherming, als een ter dood veroordeelde onruststoker, als een piepklein mosterdzaadje dat sterft om vrucht te dragen.

Dat is wat Simeon ook tegen zijn moeder zegt:  “je zoon zal een omstreden teken zijn”.

De volheid van de vrede zal Simeon niet meer zien,  maar in Jezus heeft hij al de vrede gevonden die hem bevrijdt van zijn schrik om te sterven.

En bij Simeon voegt zich de vierentachtigjarige weduwe Hanna. Ze is maar zeven jaar getrouwd geweest. De rest van haar leven heeft ze sindsdien al biddend in de tempel doorgebracht. Je zou kunnen denken: sinds de dood van haar man is haar leven zinloos geworden. Maar niets is minder waar: door haar gebed heeft ze aan haar leven een mooie betekenis gegeven.

Heel de dag ziet ze in de tempel mensen van overal komen smeken om genade: om genezing of om een andere gunst van God. Als die mensen weg zijn, zet zij hun gebed voort.

Zij heeft heel de dag tijd om bij God voor te spreken voor zijn kinderen.

En nu Hannah hoort wat Simeon zegt over Jezus looft ze God en vertelt tegen iedereen over Jezus.

Wat hebben wij in het leven anders te doen  dan zoals Hanna God te loven en aan iedereen te vertellen dat Jezus de vrede is voor ons en voor heel de wereld?

Kinderen en bejaarden hebben gemeen dat ze zwak zijn  en zichzelf niet alleen kunnen behelpen. Maar zijn wij niet allemaal aangewezen op andermans hulp, en samen op de hulp van God?

Daar in de tempel, in het huis van God, zoals in hier deze kerk, is het duidelijk dat het leven van een mens niet zinloos wordt van het ogenblik dat hij zich niet meer alleen kan behelpen  en zich een last begint te voelen voor anderen.
 
Voor ons is waar wat voor Simeon waar is: ons leven vindt zijn vervulling in het zien van Jezus. En waar zien we Hem beter dan hier, als wij samen zijn in het huis van zijn Vader,  om elkaar te vertellen en te tonen hoe graag Hij ons ziet?


Voor ons is waar wat waar is voor Hanna: ons leven is de moeite waard als we blijven bidden
 en aan anderen vertellen van Jezus.