Uit de
profeet Nehemia,
Ezra, de
priester, haalde het wetboek en toonde het aan de aanwezige mannen en vrouwen, en
aan iedereen die in staat was het te begrijpen.
Dit gebeurde op de eerste dag van de zevende maand. Op het plein voor de Waterpoort las Ezra de
mannen en de vrouwen en iedereen die het kon begrijpen hardop uit het boek
voor, vanaf het moment dat het licht werd tot de middag. Allen luisterden aandachtig naar het boek van
de wet.
Ezra, de
schrijver, stond op een houten verhoging die voor deze gelegenheid was
vervaardigd. Ezra stond hoger dan het
volk, zodat iedereen kon zien hoe hij het boek opende, en op dat moment ging
heel het volk staan. Ezra prees de Heer,
de grote God, en heel het volk antwoordde: ‘Amen, amen’ en ze hieven hun handen
op, knielden neer en bogen diep voor de Heer.
De Levieten lazen het boek met de wet van God duidelijk voor en gaven er uitleg bij; zo verschaften ze inzicht in het gelezene, Nehemia, hij was de landvoogd -, Ezra, de priester en schrijver, en de Levieten die het volk uitleg gaven, zeiden tegen iedereen: ‘Deze dag is gewijd aan de Heer, uw God: rouw dus niet en huil niet. ‘ Het hele volk was namelijk in tranen uitgebarsten toen het de woorden van de wet hoorde.
Woord van
God
Lc. 1,
1-4; 4, 14-21
Nadat reeds velen zich tot taak hebben gesteld om een
verslag te schrijven over de gebeurtenissen die zich in ons midden hebben
voltrokken, en die ons zijn overgeleverd door degenen die vanaf het begin
ooggetuigen zijn geweest en dienaren van het Woord zijn geworden, leek het ook
mij goed om alles van de aanvang af nauwkeurig na te gaan en deze
gebeurtenissen in ordelijke vorm voor u, hooggeachte Theofilus, op schrift te
stellen, om u te overtuigen van de betrouwbaarheid van de zaken waarin u
onderricht bent.
Jezus keerde, gesterkt door de Geest, terug naar
Galilea. Het nieuws over hem verspreidde
zich in heel de streek. Hij gaf
onderricht in de synagogen en werd door allen geprezen. Hij kwam ook in Nazaret, waar hij was
opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging hij op sabbat naar de synagoge. Toen hij opstond om voor te lezen, werd hem
de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en hij rolde hem af tot de plaats
waar geschreven stond: ‘De Geest van de Heer rust op mij, want hij
heeft mij gezalfd. Om aan armen het
goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun
vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om
onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’
Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar
en ging weer zitten: de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op hem
gericht. Hij zei tegen hen: ‘Vandaag hebben
jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan’.
Woord van God
Beste vrienden
Vandaag lezen we in de liturgie de allereerste verzen van het
evangelie volgens Lucas. Deze verzen
worden niet zo vaak gelezen. Het is
alsof ze ons willen zeggen dat het belangrijk is om het evangelie opnieuw en
opnieuw te lezen. Het is niet een
verhaal dat je één keer leest in je leven en dan kent. Nee, elke keer je het evangelie hoort,
begrijp je het anders, beter. Het
vernieuwt je hart en is als een licht op je weg.
Het dagelijkse lezen van het woord van God maakt ons wijs. Het doet ons nieuwe dingen begrijpen en op
een nieuwe manier naar oude dingen kijken.
De rest van het evangelie van vandaag vertelt ons over de eerste preek
van Jezus in de synagoge in Nazareth. Na
zijn doopsel begon Jezus rond te trekken door de streek van Galilea en predikte
hij in de synagogen. Het was de sabbat
en Jezus had de gewoonte om op sabbat naar de synagoge te gaan, zoals elke
volwassen jood, om de schrift te lezen en er commentaar op te geven.
Die dag wordt aan Jezus de boekrol van de profeet Jesaja
overhandigd. Jullie weten misschien wel
dat de joden niet uit één boek lezen zoals wij, maar dat hun heilige boeken van
de Thora geschreven staan op boekrollen die ze kunnen afrollen en waar stuk na
stuk de verzen met de woorden van de profeten en de boeken van het oude
testament opstaan.
En we hebben gehoord welk vers uit de profeet Jesaja Jezus voorlas in
de synagoge: ‘De Geest van de Heer rust
op mij, want hij heeft mij gezalfd. Om
aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen
hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om
onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te
roepen.’
Op het einde van de lezing, sluit Jezus de boekrol. Alle ogen zijn op hem gericht, de verbazing
van de mensen was groot. Uit deze woorden van het evangelie kunnen we begrijpen
dat Jezus zich voordien nooit had laten opvallen in Nazareth. Hij had niet de cursus om rabbijn te worden
gevolgd, hij had geen grootste dingen gedaan.
Het was nog maar onlangs dat Jezus was beginnen spreken in
het openbaar, in de synagogen. En nu is
het de eerste keer dat hij spreekt in Nazareth.
De mensen zijn benieuwd: wat gaat hij zeggen?
‘Vandaag
hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan’.
Vandaag is deze schriftlezing in vervulling gegaan. De hoop op een ander leven is niet langer een
verre droom. VANDAAG. Elke dag wanneer we het woord van God horen,
wordt die ‘vandaag’ opnieuw werkelijkheid.
Want de schriftlezing gaat in vervulling wanneer wij doen zoals Jezus
gedaan heeft. Wij kunnen Jezus helpen om
het evangelie in de praktijk te brengen zodat vele mensen er geluk door kunnen
vinden.
Vandaag begin ik met woorden van vriendschap te spreken, VANDAAG
zal ik geen ruzie meer maken, VANDAAG help ik die arme man aan de rand van de
weg, VANDAAG bezoek ik die bejaarde in een instelling, VANDAAG kijk ik naar het
nieuws en luister ik naar wat er in Afrika en in de rest van de wereld gebeurt,
VANDAAG.
Elke keer we het woord van God horen is het een oproep aan ons hart om te veranderen. Om meer op Jezus te willen gelijken. Om eenheid te vinden in ons eigen hart; om een mens van geloof te worden, vriend van de armen en zwakken.
De voorbije week was het de internationale bidweek voor de eenheid van
de Christenen. Het is een moment om te
bidden voor eenheid tussen de christenen.
Jullie weten dat de leerlingen van Jezus in de loop van de geschiedenis
verdeeld zijn geraakt. Zo zijn er naast
de katholieken ook de orthodoxen en de protestanten. Allemaal zijn ze leerlingen van Jezus, maar
onderling verschillen ze in wat ze juist geloven en hoe ze hun geloof beleven
en vaak ook discussiëren ze met elkaar over wie de belangrijkste is.
Deze week vraagt de kerk ons om te bidden voor de eenheid onder alle
christenen. Dat er geen verdeeldheid zou
zijn. Dat ze elkaar graag zouden zien en
hun onderlinge verschillen als een rijkdom zouden zien.
In het zeventiende hoofdstuk van het evangelie volgens Johannes bidt Jezus
zelf tot de Heer voor zijn leerlingen ‘opdat ze één zouden zijn’. Hij zegt:
Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals u
in mij bent en ik in , laat hen ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat u
mij gezonden hebt’.
Bidden wij dan ook voor de
eenheid onder ons en onder alle christenen in de wereld. Zodat wij het licht van Jezus in de wereld
kunnen brengen, het licht dat de duisternis doet verdwijnen, de vreugde die het
verdriet wegneemt, de liefde die de haat en de oorlog overwint.