Gen 9, 8-15
Mc 1, 12-15
Afgelopen woensdag
was het aswoensdag, het moment waarop voor de christenen de vastentijd
begint. Een eenvoudig voorstel om de strijd
aan te gaan met onze gewoontes, met ons leven van altijd. Om ons hart te scheuren en nieuw te maken.
Wanneer we een
assenkruisje opgelegd krijgen, zegt de priester tegen iedereen: bedenk mens,
dat gij van stof zijt en tot stof zult weerkeren. Met andere woorden, vergeet nooit dat je maar
een gewone mens bent, maak dus van jezelf geen god die je achternaloopt.
Ja, we hebben het
nodig om terug te keren naar God. Om
daar aan herinnert te worden, want we vergeten het maar al te snel en zoals de
jongste zoon in de parabel van de verloren zoon gaan we onze eigen weg en
denken we dat we beter af zijn zonder de vader, dat we het allemaal zelf wel
kunnen.
Keer tot God
terug met heel je hart. Niet een klein
beetje, maar met heel je hart.
In het evangelie
van vandaag wordt Jezus zelf op de proef gesteld in de woestijn. In het evangelie volgens Marcus staat er ‘door
satan’. Dat betekent door het kwade, door
de wil om te leven voor jezelf, om jezelf te redden.
In Jezus is God
eindelijk in de wereld gekomen, om de strijd aan te gaan met het kwade. En ook wij moeten deze strijd in ons eigen
hart voeren, opdat wij altijd zouden kiezen voor het goede en het kwade zouden
afzweren.
Jezus houdt van
elke mens en wil niet dat er iemand verloren gaat, zoals een herder die om elk
schaap geeft en wil dat ze allemaal bij de kudde blijven. Daarom zegt hij tegen ieder van ons vandaag: de
tijd is rijp, bekeer u want het rijk gods is nabij.
Jezus wil niet
dat ons leven verloren gaat, dat we droevig worden omdat we de ware vreugde van
de vriendschap voor de anderen niet kennen.
Wie zijn eigen leven niet verandert, blijft altijd dezelfde en geeft
uiteindelijk toe aan de stem van satan die zegt: kies toch voor jezelf, leef
toch voor jezelf.
De veertigdagentijd
is een tocht. En op die tocht worden we
uitgenodigd door Jezus. Maar hij vraagt
wel dat we ons zouden haasten en dat we met heel ons hart ons tot God zouden
keren.
Wij denken vaak
dat de vraag van Jezus niet dringend is, dat we ook nog wel wat kunnen wachten
met onze bekering, dat we wel aan anderen zullen denken als we groot en
volwassen zijn. Dat is fout
gedacht. Onze bekering is dringend, want
als we ons eigen hart niet veranderen kunnen we de wereld niet veranderen. En deze wereld heeft zoveel nood aan
verandering, want er is zoveel hardheid, zoveel geweld. Denken we maar aan de schietpartij in Florida,
of de oorlog in Syrië, of de uitbuiting van zovele straatkinderen in het zuiden
van de wereld. Zoveel geweld, zoveel
plaatsen waar satan lijkt te overwinnen.
De veertigdagentijd
roept ons dringend op om de wereld te veranderen, te beginnen bij ons eigen
hart. Onze bekering helpt om een wereld
in vrede tot stand te brengen.
De leerlingen van
Jezus zijn geroepen om mensen van het hart te worden, mensen die de liefde van
Jezus in de wereld brengen.
Geloven in het evangelie
betekent geloven in die Vader die de verloren zoon tegemoetloopt en in zijn
armen sluit, zonder dat die jongste zoon dat verdiende. Het betekent geloven dat dit woord de weg van
vrede is die de wereld zal veranderen.
Het betekent
geloven in de kracht van het gebed. Laat
ons deze vastentijd gebruiken om meer te bidden en meer in de bijbel te lezen. Want door de woorden van God meer te lezen
zullen ze meer wortel vinden in ons hart en zullen ze ons hart kneden zodat we
betere mensen worden.