Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

22 oktober 2017

Jes 5, 1.4-6
Mt 22, 15-21


De Farizeeërs komen in dit evangelie bij elkaar om Jezus in de val te lokken door hem te vragen of het geoorloofd is om belastingen te betalen aan de gehate Romeinse keizer.  

De vraag was listig en goed doordacht, zoals het vaak is wanneer het kwade in het spel is.  Als Jezus had geantwoord dat het niet nodig was om belastingen te betalen aan de keizer, dan zou hij de Romeinen tegen zich in het harnas gejaagd hebben.   

Maar als hij het tegenovergestelde zou antwoorden, nl dat het goed was om belastingen te betalen, dan zou hij precies aan de kant van de Romeinen staan en dus tegen het joodse volk dat onderdrukt werd door deze Romeinen.

En om het helemaal absurd te maken, beginnen ze eerst met Jezus te bewieroken, alsof ze ervan uitgaan dat hij de wijsheid heeft om de juiste keuze te maken: Meester, wij weten dat Gij oprecht zijt en de weg van God in oprechtheid leert; en Gij stoort U aan niemand, want Gij ziet de mensen niet naar de ogen. 

Het zijn complimenten die waar zijn, maar ze zitten vol van vergif omdat ze voortkomen uit jaloerse en kwade harten.

Maar de valsheid van de Farizeeërs brengt Jezus niet van zijn stuk.  Jezus, die hun bedrog doorzag, trapt niet in hun hinderlaag.  Hij antwoordt op een praktische manier.  Hij vraagt hen om Hem een belastingsmunt te laten zien, de Romeinse munt die in heel het Rijk werd gebruikt. 

Jezus vraagt hen van wie de afbeelding en het opschrift is dat er op staat.  Ze antwoorden Hem: van de keizer.  Geeft dan aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat God toekomt.  Het antwoord brengt de toehoorders van hun stuk… het is voor iedereen duidelijk wat de keizer toebehoort, nl die romeinse belastingsmunt waar zijn hoofd op staat.  De munt wordt eigenlijk gewoon teruggegeven aan zijn eigenaar.
Maar Jezus geeft er nog een belangrijke raad bij: geef aan God, wat God toebehoort. Jezus zegt dus aan de farizeeërs, maar eigenlijk aan al zijn leerlingen, dat ze niet buiten de wet staan, dat ze evengoed de regels en wetten van het land waar ze leven moeten volgen.

Maar er is een veel belangrijkere wet, die ze op de eerste plaats moeten zetten en dat is de wet van de Heer.  Geef aan God wat God toebehoort.  Maar wat is dat dan? 
Jezus gebruikt de term ‘afbeelding’ en dat doet denken aan het begin van de bijbel waarin staat dat God de mens schiep naar zijn eigen afbeelding.  Elke mens, ook de slechtste onder de mensen, is eigenlijk in zijn diepste wezen getekend door de aanwezigheid van God.

Er is dus een heiligheid in elke mens, niet door wat die mens al dan niet doet, maar als gave van God.  Wanneer wij dus onszelf of anderen schaden, schaden wij het beeld van God in ons.  Elke man en elke vrouw behoort God toe.  Wij denken zo vaak heer en meester te zijn over onszelf en vaak denken mensen dat ze heer en meester kunnen zijn over andere mensen. 


Daarom hebben de leerlingen van Jezus dan ook de belangrijke taak om het beeld van God in de wereld te zijn, om Zijn liefde zichtbaar te maken, om zijn barmhartigheid op aarde te tonen aan iedereen, maar vooral aan de armsten en de zwaksten.