Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

slaven of vrije mensen?

Hab 1, 1-3; 2,2-4
Lc 17, 5-10

“Hoelang moet ik nog roepen, Heer, terwijl U maar niet luistert? Hoelang moet ik nog ‘Geweld!’ tegen U schreeuwen, terwijl U maar geen uitkomst brengt? Waarom laat U mij onrecht zien en ziet U die ellende maar aan? Waarom sta ik tegenover geweld en onderdrukking, waarom is er ruzie en moet men lijden onder conflicten?”  Dat zijn de eerste woorden van het gesprek tussen de profeet Habakuk en God. We weten niet veel over deze profeet. Hij doet zich voor als een negatieve mens die afstand houdt tegenover God en die, wanneer hij met God spreekt in de tempel, het lef heeft God ter verantwoording te roepen voor zijn daden. 

De situatie waarmee de profeet geconfronteerd wordt, is er een van pijn, geweld, strijd, conflicten; God lijkt dat niet te merken, Hij lijkt machteloos of verstrooid. Maar het is wel zijn volk dat gebukt gaat onder zware slavernij!
De profeet vraagt zich dus af “hoelang” deze situatie nog zal duren. God antwoordt dat Hij dit kwaad zal vergelden met een nog erger kwaad. De profeet vraagt “waarom?” Zal dit immers geen bloedige kettingreactie veroorzaken die het ene volk tegen het andere opzet?

De profeet daagt God uit om hem een antwoord te geven; hij zal als wachter op de uitkijk blijven staan tot God hem van antwoord dient. En dat antwoord komt.
God spreekt tot de profeet en via hem tot alle mensen: "Schrijf het visioen op, zet het duidelijk op schrift, zodat men het vlot kan lezen. Want het visioen, al wacht het zijn toegewezen tijd nog af.  Al blijft het uit, geef het wachten niet op, want komen doet het beslist en het komt niet te laat".

En de tekst gaat nog verder: "Wie in zijn hart niet deugt, kwijnt weg, maar de rechtvaardige blijft leven door zijn geloof". Vandaag zal hij zijn leven redden door zijn vertrouwen op God. In de vragen die de profeet Habakuk zich stelt, lezen we de vragen van onze tijd, van onze landen en van de arme landen.
De profeet zegt dat wie in zijn hart niet deugt, zal wegkwijnen, terwijl de rechtvaardige in leven blijft door zijn geloof. Het is een vraag aan elke gelovige, hoe groot is ons geloof?  Deugen wij in ons hart?  Laten wij ons raken door de woorden van de bijbel?   
Wij moeten niet verlegen of beschaamd zijn; een gelovige is standvastig en moedig in zijn getuigenis, zoals Paulus aan Timoteüs schrijft.
De passage uit het Evangelie volgens Lucas begint met het gebed van de apostelen tot Jezus: “Versterk ons vertrouwen.” Misschien zouden we hier allemaal voor moeten bidden. Dan zou Jezus ons antwoorden: "Al heb je maar een vertrouwen als een mosterdzaadje, als je tegen die moerbeiboom daar zegt: ‘Kom met wortel en al uit de grond en verplant je naar zee’, dan zou hij je gehoorzamen”.
Jezus lijkt te willen zeggen dat je geen groot geloof nodig hebt. Een klein geloof volstaat, maar het moet wel geloof zijn, vertrouwen in God meer dan in eender wat – geld, carrière, roem, jezelf.

Van dit geloof volstaat een “zaadje”. Dat is in staat om zelfs bergen te verplaatsen! Aan het slot van deze passage lezen we: “Zo moeten ook jullie zeggen, als je alles hebt gedaan wat je werd opgedragen: ‘Wij zijn maar slaven; we hebben gedaan wat we moesten doen’”.

De leerling is geroepen om tot het uiterste te gaan om zijn plicht te doen en dan te besluiten: “Wij zijn maar slaven”. Wij zijn eerder gewend om onze verdiensten en erkenning op te eisen. Deze woorden klinken ons dan ook vreemd in de oren.
Want wij willen toch geen slaven zijn!  Wij willen juiste vrije mensen zijn, die zelf bepalen wat we doen, wanneer we iets doen.

Maar wij begrijpen nog te weinig dat échte vrijheid niet ligt in het kiezen voor jezelf.  Maar juist als wij de woorden van God tot het uiterste beleven, dan zullen wij de ware vrijheid vinden van leerlingen van de Heer te zijn.  Dan zullen wij niet langer afhangen van het oordeel van anderen of van de druk om belangrijk te moeten zijn en altijd meer en beter te willen.

Wij zijn zo vaak slaaf van andere dingen: van de tv, of van een ander scherm, van het geld, van de aandacht...

Dat is het mysterie van het evangelie.  Als wij leven als ‘slaven’ van de Heer, zullen wij pas echt vrije mensen zijn.