Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

9 oktober

2 Tim 2, 8-13
Lc 17, 11-19 

"Het Woord van God zit niet gevangen." Dat schrijft Paulus in zijn brief aan Timoteüs. En hij voegt eraan toe: "Daarom ben ik bereid alles te verdragen ter wille van de uitverkorenen, opdat ook zij redding verwerven".
Deze woorden van de apostel tonen ons de vrijheid en de kracht van de heilige Schrift, die ons elke zondag wordt verkondigd. In die zin is het woord van God werkelijk een kostbaar geschenk van de Heer.

Als wij in ons eigen leven of in de wereld geconfronteerd worden met droevige gebeurtenissen, slagen die er niet in het evangelie te verstikken, zoals ook de ketenen de apostel Paulus niet kunnen tegenhouden om te verkondigen.

Elke zondag, of we nu naar de mis komen of niet, spreekt het evangelie tot het leven van de mensen. We zouden kunnen zeggen dat we, in tegenstelling tot Paulus die "als een misdadiger gevangen moet zitten" omwille van het evangelie, onszelf gevangen zetten door niet te luisteren naar het enige woord dat ons kan redden. Het evangelie van deze zondag toont ons opnieuw hoe krachtig het woord is.

Jezus bevindt zich in het gebied van Jizreël, tussen Galilea en Samaria. Hij komt aan in een dorp en tien melaatsen lopen op Hem toe – ze hielden zich vaak op in onbewoonde gebieden.

Ze blijven op een afstand staan, zoals de wet dat voorschreef, en roepen hem toe: "Jezus, Meester, heb medelijden met ons". Jezus mijdt hen niet, zoals vele mensen doen, maar begint met hen te spreken. Hij stuurt hen uiteindelijk weg met de boodschap: "Ga u aan de priesters laten zien".

Jezus geneest hen niet meteen zoals hij dat met anderen gedaan had; hij raakt hen niet aan, maar hij nodigt hen uit om zich te gaan tonen aan de priesters. Hij vraagt hen dus om een daad van geloof te stellen.

De tien melaatsen gehoorzamen meteen en gaan naar de priesters. De evangelist vertelt dat ze onderweg gereinigd werden; we zouden kunnen zeggen dat ze merkten dat ze genezen waren. Dit heeft wel degelijk een betekenis: de genezing, het mirakel, is geen wonderlijk feit dat onverwachts gebeurt, als een toverkunstje.

We kunnen het eerste deel van dit tafereel vergelijken met de eerste stappen van elke bekering en van het leven van een leerling. Een bekering gebeurt altijd na een vraag om hulp, een gebed, zoals bij deze tien melaatsen.
Elke zondag zeggen wij trouwens aan het begin van de liturgie: "Heer, ontferm u". Dat wil zeggen: Heer, help ons. Je kan genezen worden als je erkent dat je ziek bent, dat je hulp, bescherming, steun nodig hebt.
De mensen zijn vaak verstrooid als ze een hulpkreet horen, maar de Heer houdt halt en luistert. Meer nog, Hij antwoordt meteen. De apostel legt ons vandaag uit dat het woord van God nooit vastgeketend is: het spreekt krachtig en vrij, altijd.

Het probleem ligt eerder aan onze kant: wij luisteren niet altijd, of vertrouwen het niet of zijn eerder vol van onze eigen woorden. Deze zondag wordt ons gevraagd te luisteren naar het evangelie en erop te vertrouwen, zoals die tien melaatsen.
Zoals Jezus gevraagd had, gaan ze naar de priesters en onderweg worden ze genezen. Dat betekent dat de genezing begint wanneer je naar het evangelie begint te luisteren, in plaats van jezelf of je gewoontes van altijd te volgen. In die zin worden wij genezen in ons hart en ons lichaam, als wij luisteren naar het evangelie.

De evangelielezing van deze zondag voegt er na het verhaal van de genezing van de tien melaatsen nog aan toe dat er slechts één terugkomt en “met luide stem God verheerlijkte. Hij wierp hij zich aan Jezus’ voeten en bedankte Hem”.

 De evangelist wil met dit gebaar benadrukken wat de volgende stap in de bekering is: dankbaar zijn en je leven toevertrouwen aan Jezus. De volledige genezing heeft ook betrekking op je hart. De tiende melaatse was niet alleen “genezen”, hij werd ook “gered”. De andere negen, allemaal joden, vonden misschien dat ze als kinderen van Abraham recht hadden op genezing.


De tiende, een Samaritaan, een vreemdeling dus, ervaart de genezing als een genade, een onverdiend geschenk, dat met liefde moet beantwoord worden. Hij is een voorbeeld voor ons allen, om de gratis liefde van God voor ons leven te mogen ontvangen en Hem te danken dat Hij naar ons heeft omgezien.