Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

16 oktober

Ex 17, 8-13
Lc 18, 1-8

Beste vrienden,
We komen stilaan bij het einde van het liturgisch jaar.  Want wanneer begint het nieuwe jaar volgens de kerk?  Ja, inderdaad met de advent.   Van zondag tot zondag zijn we komen luisteren naar de woorden uit de bijbel en stukje bij beetje komen we dichter bij het mysterie van Jezus.

Onze weken, onze dagen zijn beginnen te rijzen door de zuurdesem van het woord van God. Ook deze zondag ontvangen wij dit geschenk. We hebben de korte parabel van de weduwe die aandringt gelezen: een typische situatie, niet alleen volgens de juridische gebruiken van het Oude Testament. Ook vandaag valt het wel eens voor dat een of andere bullebak gebruikt maakt van juridische trucjes om aan arme weerloze mensen het weinige dat ze hebben nog te ontnemen.

De rechter uit de parabel moest deze arme vrouw onpartijdig en tijdig verdedigen. Maar de magistraat doet exact het tegenovergestelde: hij heeft geen ontzag voor God noch voor de mens: "In zekere stad was een rechter die God niet vreesde en zich aan geen mens iets gelegen liet liggen". Dit is een voorbeeld van de arrogantie van de macht, zoals die vaak in de geschiedenis terugkeert.

Hier begint het verhaal van de parabel: wat zal de arme weduwe doen in deze onrechtvaardige situatie? Bovendien waren in de joodse wereld vrouwen als zij het symbool bij uitstek van zwakte, onder andere omdat ze makkelijk slachtoffer werden van allerhande misbruik. God neemt het voor hen op.

Deze vrouw wil zich niet neerleggen bij het onrecht, zoals de meesten in haar geval wel deden. Ze mocht dan wel een slachtoffer zijn, dat betekende niet dat ze bij de pakken ging neerzitten. Ze drong bij de rechter aan dat hij haar aan haar recht zou helpen tegenover haar tegenpartij. Dat deed ze niet één, maar meerdere keren: ze bleef volharden om het recht te doen gelden, tot de rechter besliste om haar geval te bekijken.

Hij zei bij zichzelf: ‘Ik ben wel niet godvrezend en laat me aan geen mens iets gelegen liggen, maar omdat ze zo lastig is, zal ik deze weduwe aan haar recht helpen’". Zo eindigt de parabel.

Maar Jezus knoopt hier een belangrijk besluit aan vast. Aanvankelijk brengt die de leerlingen van de wijs, omdat ze dachten dat de rechter in de parabel God was.
Maar Jezus neemt elke twijfel weg uit hun hart: "Hoor wat die onrechtvaardige rechter zegt. Zou God dan geen recht doen aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot Hem om hulp roepen en naar wie Hij welwillend luistert? Ik verzeker jullie dat Hij hun spoedig recht zal doen".   Jezus legt uit dat God wél luistert naar de mensen. 

Als wij met aandrang tot God bidden, laat Hij niet lang op zich wachten, doet Hij snel gerechtigheid geschieden – soms wordt “snel” vertaald door “onverwachts”, “toen ik me er helemaal niet aan verwachtte”. De gelovigen beschikken immers over de ongelooflijke kracht van het gebed, een energie die in staat is om de wereld te veranderen. Misschien zijn wij allemaal als die arme, zwakke weduwe, die niet veel te zeggen heeft; en toch wordt haar zwakte in haar indringende gebed een grote kracht, die erin slaagt de rechter te vermurwen.

Helaas vervallen wij al te vaak in wantrouwen en ongeloof, en laten wij ons meeslepen door de dingen van deze wereld, door onze angsten, onze zekerheden, en vergeten wij het gebed.

De eerste lezing uit het boek Exodus is een ongelooflijk voorbeeld van de “zwakke kracht” van het gebed. De Schrift toont ons hoe Mozes zijn handen in de lucht heft, terwijl Israël in volle strijd verwikkeld is met Amalek op de vlakte van Refidim. Mozes verpersoonlijkt het volk dat zich in gebed tot de Heer richt. Zolang hij bidt, wint Israël, maar als hij zijn armen laat zakken, haalt de vijand de bovenhand. Aäron en Chur komen tussenbeide, elk aan een kant, om de armen van Mozes te ondersteunen, tot de eindoverwinning binnen is.


Door voortdurend te bidden kunnen de gelovigen het fundament vinden om hun leven op te bouwen en om de stad van de mensen te bouwen. Door voortdurend te bidden, kunnen wij de wereld veranderen en beter maken.