Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

Sacramentsdag


1 Kor 11, 23-26
Lc 9, 11-17

Beste vrienden,
De liturgie van deze zondag, met het laatste avondmaal in de woorden van Paulus aan de christenen van Korinte, brengt ons terug naar die sterke en concrete woorden: “Dit is mijn lichaam” en “Dit is mijn bloed”.  Lichaam en bloed, hostie en wijn, dat zijn de sacramenten van de eucharistie.  

Het is echt het mysterie van het geloof, zoals we zeggen in de eucharistische liturgie, onmiddellijk na de consecratie. En het is een groot mysterie, maar dat betekent niet dat we het niet kunnen begrijpen.
Het is niet dat alleen superslimme mensen het kunnen begrijpen, dat je eerst jaren gestudeerd moet hebben voor je er iets van snapt.  Nee, het gaat hier  het om een ongelooflijk teken van de liefde van de Heer.

Het is het mysterie van een voortdurende, heel bijzondere aanwezigheid. Jezus is immers niet alleen écht aanwezig in de eucharistie – en dat alleen is al iets groots – Hij is aanwezig als “gebroken brood” en “vergoten bloed”.

In die zin is het feest van Corpus Domini het feest van een lichaam dat zijn wonden kan laten zien. Het feest van een lichaam dat “bloed en water” heeft laten vloeien uit zijn zijde, zoals de apostel Johannes aangeeft.

In de traditie van dit feest, die in sommige plaatsen nog levendig gehouden wordt, doorkruist de Eucharistie de straten van steden en dorpen, die versierd zijn met bloemen voor de doorgang van de Heer. Het is juist om feest te vieren. We hebben het immers nodig dat Hij die gekomen is, niet om gediend te worden, maar om te dienen, en die daarvoor zijn leven voor ons gegeven heeft, door onze straten blijft gaan.

Maar opgelet, de Heer kan alleen komen onder de gedaante van een vreemdeling – zoals het was voor de leerlingen van Emmaüs – iemand die niet bij ons behoort, die niet uit onze kring komt. Hij komt van buiten uit. Zijn lichaam is aanwezig in ons midden op een andere manier dan dat van ons: wij zijn aandachtig en bezorgd voor ons lichaam, Hij is aanwezig met een “gebroken” lichaam.

Wij zijn erop uit om ons te beschermen en te verzorgen met alle mogelijke behandelingen, Hij komt onder ons en vergiet al zijn bloed. Die hostie is helemaal anders– en daarom “vreemd” – aan onze levenswijze, met de vaak overdreven aandacht voor ons welzijn, voor ons comfort, voor de weg van de minste moeite.

Kortom, ieder van ons probeert te besparen als het gaat om de inzet voor de anderen. Maar de Heer toont ons in de hostie een totaal omgekeerd idee. Daarom is de processie van het Corpus Domini echt welkom! Moge Hij door onze straten blijven gaan; niet om zomaar een uiterlijk feestelijk eerbetoon te krijgen, maar meer omdat Hij ons hart moge doorkruisen en het op zijn hart doen lijken. Dat is wat Paulus zegt: de Heer is voedsel geworden voor de mensen, opdat wij dezelfde gevoelens van Christus zouden hebben.

Er is nog iets anders waar we over moeten nadenken bij het horen van het evangelie van de broodvermenigvuldiging. Elke dag gaan er processies van “Corpus Domini” door onze straten, ook al wordt de weg niet versierd en werpt men geen bloemen – er zijn eerder mensen die onverschilligheid of zelfs beledigingen verspreiden!

Het zijn de processies van de armen, diegenen van bij ons, diegenen die van elders uit komen en de velen die zo ver van ons staan zoals de vluchtelingen of de kindsoldaten. Zij zijn allemaal het ‘lichaam van Christus’ en ze gaan voortdurend door de straten van onze steden en van onze wereld zonder dat ook iemand zorg voor hen draagt.

Een heel bekende kerkvader die Johannes Chrisostomos heet, zei hierover iets heel belangrijks.  Hij zei “Als jullie het lichaam van Christus willen eren, minacht Hem dan niet als hij naakt is. Eer de eucharistische Christus niet met zijden gewaden, terwijl je buiten de tempel die andere Christus, die koude en naaktheid lijdt, verwaarloost”. Ze zijn allebei het reële lichaam van Christus. Christus is niet verdeeld, als wij het tenminste niet zijn die Hem verdelen.

Laat ons dus het lichaam van Jezus eren in de eucharistie maar ook in de straten van de wereld en in de armen die op onze weg komen.