Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

zondag 5 juni

Gal 1, 11-19
Lc 7, 11-17

Beste vrienden
Het evangelie toont ons Jezus op zijn weg langs de straten en de pleinen van zijn land, gevolgd door de leerlingen en een grote menigte. Het is een scène die we vaak terugzien bij de evangelisten. Deze reizen van Jezus zijn geen verplaatsingen die Hij maakt voor zijn eigen tevredenheid, of om nieuwe dingen te ontdekken of om op avontuur te gaan.

De evangelisten beschrijven hoe van het begin van het openbaar leven van Jezus de reden voor zijn tocht langs de straten van de mensen ontstaat uit “medelijden” met de menigte “omdat ze er uitgeput en hulpeloos uitzagen, als schapen zonder herder”. Daarom schrijft Matteüs: “ Hij trok alle steden en dorpen rond, terwijl Hij in hun synagogen onderricht gaf, de goede boodschap van het koninkrijk verkondigde, en elke ziekte en elke kwaal genas”.

De passage uit het Evangelie volgens Lucas vertelt ons hoe Jezus bij het stadje Naïn komt. Bij de stadspoort ontmoet hij een andere menigte: mensen die een arme weduwe, die haar enige zoon verloren had, naar het kerkhof vergezellen.
Jezus gaat haar niet voorbij, hij zet “zijn eigen” weg niet verder zoals wij vaak doen. Of, zoals toen gebeurde, gaan we aan de kant staan om de menigte door te laten en zetten onze weg daarna verder.

Jezus kijkt naar die menigte en ziet de weduwe wanhopig wenen omdat ze haar enige zoon kwijt is. En Hij houdt halt. Hij wordt bewogen door een groot “medelijden”. De term “medelijden” is vandaag een flauw begrip geworden; het is een arm, haast verachtelijk gevoel geworden, zeker niet krachtig en sterk zodat het ons doet halt houden bij wie pijn lijdt.

En toch staat het medelijden centraal in de hele Bijbel. De Schrift spreekt van de eerste tot de laatste bladzijde over het medelijden van God, die vanuit de hemel op aarde gekomen is om de mensen te ontmoeten en hen te redden uit de macht van het kwade en de dood.

De term “medelijden” heeft in de Schrift een sterke betekenis: het is een liefde die ervoor zorgt dat je uit jezelf treedt om de anderen op te merken, waardoor je de anderen meer dan jezelf liefhebt, een liefde die je ertoe brengt je leven te geven voor dat van anderen. Dat is het medelijden waardoor de Heer bewogen wordt en dat zijn hoogtepunt bereikt wanneer Hij zijn Zoon stuurt.

Medelijden is een sterk gevoel, dat de geschiedenis verandert, dat de geschiedenis in beweging zet naar het goede, dat het kwade verslaat. Dat is wat er die dag gebeurt aan de stadspoorten van Naïn.

Jezus doet de rouwstoet halt houden en richt zich rechtstreeks tot de jongen op de lijkbaar: “Jongeman, ik zeg je: sta op!” Als de jongen de stem van Jezus hoort, veert hij op, gaat op het bed zitten en begint te spreken.
Het woord van Jezus wekt nieuw leven op, doet mensen opstaan uit de wanhoop en een leven dat dood lijkt. Hoe is dat mogelijk? Omdat deze woorden overlopen van barmhartigheid, betrokkenheid, gezelschap, intense liefde. Het is onmogelijk eraan te weerstaan.

Die jongen heeft ernaar geluisterd en ook al was hij dood, toch veerde hij recht. Ook de honderdman van Kafarnaüm zei aan Jezus: “Spreek een woord en mijn kind zal beter worden.” En dat gebeurde ook. Het woord van Jezus is sterk omdat het vervuld is van liefde en medelijden.

De evangelist vertelt ons niet wat de jongen aan Jezus zei, aan zijn moeder, aan de menigte, maar dat is eigenlijk niet waar het op aan komt. Waar het om gaat, zijn de woorden van Jezus. De christenen moeten deze woorden blijven herhalen met dezelfde liefde waarmee Jezus ze heeft uitgesproken.
In onze wereld vandaag leren wij vooral dat iedereen eerst moet denken aan zijn eigen zaken. Zelfs binnen families is iedereen soms enkel met zichzelf bezig. We moeten het medelijden van Jezus opnieuw ontdekken dat ons ertoe brengt ons in te laten met het leven van de zwaksten.


Bidden wij dan voor al wie zwak is, arm of alleen.  Bidden wij voor al wie op de vlucht is, voor wie leeft in oorlog en geweld.