Hnd 14,
21-27
Joh 13,
31-35
Na de
verrijzenis komen de leerlingen samen in de bovenzaal, ze waren onderweg
naar Emmaüs of bevonden zich aan het meer van Galilea. Dat is ook zo voor ons, zondag na
zondag. We komen samen om de Verrezene te ontmoeten, diezelfde Jezus die aan
zijn leerlingen vol tederheid gezegd had: “Kinderen, nog maar kort zal ik bij jullie
zijn.
We ontmoeten
Jezus in deze periode na Pasen. Maar als
we eerlijk zijn dan moeten we toegeven dat we vaak denken dat het niet zo
belangrijk of nuttig is om Hem op te zoeken en naar Hem te luisteren.
Maar als je
Jezus niet wil ontmoeten, blijf je alleen achter met al je gevoelens en je
zorgen. Dan heb je alleen je eigen energie,
je eigen kleine gevoelens.
Het volstaat
je blik op te richten van je eigen leven en te kijken naar andere landen om te
zien hoeveel dood, hoeveel rouw, hoeveel klaagzangen er zijn in de wereld. En
wij doen daar niets aan! Wij zouden vast luider in opstand kunnen komen tegen
het schandaal van het onrecht. Hoe kunnen wij zo onverschillig blijven, hoe
kunnen wij zo haastig door ons leven hollen? Hoe kan je leven, discussiëren en
dialogeren zonder de pijn en de dood op te merken, zonder te bouwen aan een
betere wereld?
De gelovige
wil het woord van de Verrezene ontmoeten en bidt dat er een nieuwe dag mag
komen: een dag zonder geween, zonder pijn of dood. De oude dingen zijn nog te
sterk; laten we werken aan en hopen op nieuwe dingen, zodat het kwade en zijn
aanhangers de wereld niet langer in hun greep zouden houden.
Maar de
afspraak met Jezus mag geen gewoonte zijn. Het is een ernstig moment, een
moment van grote vreugde. Op de donderdag van het Laatste Avondmaal, toen Judas
pas weg was en de sfeer serener en familialer was geworden, gaf Jezus hun “een
nieuw gebod”. Zo is elke zondag. Het gebod dat Jezus ons geeft, is nieuw: “Ik
geef jullie een nieuw gebod: dat je elkaar liefhebt” . Nieuw betekent
“laatste”, maar ook: definitief, of uniek, fundamenteel.
Als wij rond
de tafel van de Heer zitten – de tafel die elke zondag wordt gedekt (ook al
laten wij ze vaak leeg) – beginnen wij te luisteren naar deze woorden en de
anderen lief te hebben (of proberen lief te hebben) zoals Hij ons heeft
liefgehad.
Dan ontstaat
er in ons een grotere, ruimere, bredere liefde, die veel verder gaat dan de
grenzen van onze gewoonten. Daaruit ontstaat het verlangen naar een andere,
betere dag, het verlangen dat er en einde komt aan alle droefheid, alle pijn,
alle duistere machten.
Dicht bij
Jezus zijn, maakt ons nieuw: de nieuwe hemel en de nieuwe aarde breken aan als
wij elkaar gaan liefhebben zoals de Heer ons liefheeft. Zo kunnen niet alleen aparte
mensen veranderen, maar ook groepen mensen. Het maakt niet uit of ze klein of
groot zijn. Jezus heeft zelf gezegd: “Waar er twee of drie in mijn naam bijeen
zijn, daar ben Ik in hun midden”. En daar waar de Heer leeft, zijn er geen oude
zaken meer: “Daaraan zal iedereen kunnen zien dat jullie leerlingen van Mij
zijn: als jullie onder elkaar de liefde bewaren”.
Het “nieuwe”
gebod zorgt er niet alleen voor dat je kan zien wie vriend is van Jezus, het is
het gelaat van de Verrezen Heer dat leeft in dat kleine groepje leerlingen die
het in de praktijk proberen te brengen.
Laat ons dus
goed luisteren naar dit nieuwe gebod van Jezus en ernaar leven. Onder elkaar de liefde bewaren en die liefde
delen met al wie in nood is.