Jer 33, 14-16;
Lc 21, 25-28.34-36
Beste broers en
zussen,
Het evangelie van
vandaag is een gedeelte van de toespraak over het einde der tijden die door
Jezus in de tempel werd uitgesproken. Jezus zegt dat er dagen zullen komen waarop
grote tekenen zullen zijn “aan zon, maan en sterren en op de aarde zullen
volkeren in angst verkeren.
De mensen zullen het besterven van schrik en
spanning om wat de wereld gaat overkomen”. Dit scenario heeft betrekking op de
hele schepping: “Want de hemelse machten zullen wankelen,” – zegt Jezus. Ook al
verwijzen deze woorden naar het einde van de geschiedenis, toch staan ze niet
ver af van de het leven van de mensen en kunnen we ze op onze tijd toepassen:
ook nu zien we tekenen en omwentelingen, zowel aan de hemel als op aarde, en
ook de angst van hele van volkeren.
Het is de angst van de
inwoners uit vele streken die nog altijd leven in oorlog en conflicten, het is
de angst van miljoenen kleine en grote mensen die beproefd blijven door ziekten
en door honger in Afrika, in Azie, in het zuiden van de wereld. Het is de angst van de velen die gedwongen
worden hun land te verlaten zonder iemand te vinden die hen onthaalt en hen
helpt, het is de angst van de vele bejaarden die in verwaarlozing worden
achtergelaten.
En tussen die mensen
“die het besterven van schrik” bevinden zich zowel de mensen die geen rustige
toekomst zien voor zichzelf en voor hun kinderen, als zij die zich door de
schrik laten overrompelen en zich in zichzelf opsluiten.
Ook vandaag spreekt
Jezus deze woorden, zeker niet om triest te maken en nog minder om de schrik te
versterken, integendeel: Hij wil dat we ons niet laten grijpen door de
berusting.
Op moeilijke
ogenblikken kan je gemakkelijk in berusting vervallen en de hoop op een nieuwe
wereld, op een beter leven voor jezelf en voor de anderen laten doven. Je kan
denken dat je te klein bent om de wereld te veranderen, je kan denken dat de
problemen te groot zijn.
Maar de Heer blijft
hopen op mannen en vrouwen die hun hart willen veranderen. Hij laat niet toe
dat de krachten van het kwaad ongestoord de aarde, die ten prooi is aan geweld
en onrecht, onderwerpen.
De mensen leggen zich
misschien neer bij de wereld hoe die eruitziet, de Heer doet dat niet. Hij wil
het einde van deze wereld om er een nieuwe te kunnen instellen. Dat is het
evangelie van de advent.
Ook tot ons zegt Jezus
vandaag: “Als dat gaat gebeuren, sta dan op, recht en fier, want uw verlossing
is dichtbij”. De profeet Jeremia had het reeds voorspeld aan het volk Israël:
“De tijd komt dat Ik de belofte vervul die Ik Israël en Juda gedaan heb”. Zie,
die dagen zijn aangebroken. De Heer komt terug zodat snel een nieuwe wereld kan
ontstaan waarin de armen minder arm zijn, waarin de anderen niet als vijanden
maar als broeders beschouwd worden, waarin wie lijdt getroost wordt, waarin wie
alleen is vergezeld wordt en wie op zichzelf is teruggeplooid de blik op de
anderen en op de toekomst richt.
Het evangelie van de
advent bereikt ons opnieuw. Het komt terug in deze moeilijke tijden, in deze
tijden van angst voor terreur en aanslagen. Het komt terug voor ons, voor alle
mensen en vooral voor de armsten. Het is het evangelie dat verharde harten
ontdooit, dat de geest opent van wie alleen aan zijn eigen welzijn denkt, dat
de oren opent van wie alleen zijn eigen redeneringen hoort, dat de ogen opent
van wie niet verder kijkt dan zijn eigen horizon.
De advent wekt in ons
en in wereld de verwachting van de Heer die op komst is: ”Sta dan op, recht en
fier, want uw verlossing is nabij”. Het is tijd om op te staan. Als we met onze
bezigheden stoppen om een gast die aankomt te ontvangen, hoeveel te meer moeten
we dan niet wegtrekken uit onze gewoonten als we de Heer die op komst is willen
ontvangen?
Het is eenvoudig om
blind te blijven voor wie op zichzelf gefixeerd is, maar de advent is de tijd
om de ogen te openen en ze op de Heer die komt te richten. We zullen Hem zien
met Kerstmis als we naar de grot van Bethlehem zullen gaan. Laten we ons bij de
hand nemen tot bij die grot. Dat hebben we nodig.
Jezus waarschuwt: “Zorg ervoor dat u niet
versuft raakt door de roes van dronkenschap en door de zorgen van het leven, en
dat die dag u niet plotseling overvalt als een klapnet. Want hij zal komen over
alle bewoners van heel de aarde. Blijf te allen tijde waakzaam en bid dat u de
kracht zult hebben om te ontkomen aan alles wat er gaat gebeuren en rechtop te
staan voor de Mensenzoon” (Lc 21, 35-36). Waakzaam blijven en bidden. Jezus
vraagt ons waakzaam te zijn, zodat we de deur zouden openen voor Jezus. Niet zoals de inwoners van Bethlehem die
Jozef en Maria wegstuurden. Want daarom was er in de herberg geen plaats
voor Jezus.
De tijd van de advent
is een tijd om waakzaam te zijn en onze ogen in het gebed te richten op de
Heer.
Het is de Heer zelf
die ons op zijn geboorte voorbereidt
door ons elke dag zijn woord te geven. De dagen van de advent zijn inderdaad
dagen van luisteren en nadenken, dagen van gebed en van liefde.
Het woord van God zal
het licht zijn dat onze stappen leidt door ons hart te verlichten en te
verwarmen.
Laten we dan niet onze
gewoonten van altijd herhalen, laten we niet bij onze gedachten van altijd
blijven. De advent is een nieuwe tijd, het is een tijd ons door de Heer
geschonken om ons hart te vernieuwen, om met nog meer open armen naar onze broers
en zussen te gaan, vooral naar de armsten.
Bidden wij dan vandaag
voor al wie arm is, voor al wie op de vlucht is, voor wie in oorlog leeft of
slachtoffer is van terreur.