Mt 6, 1-6.16-18
Als we rondom ons
kijken, zien we dat de tijd van de vasten niet meer zo belangrijk lijkt voor de
mensen. Er wordt meer aandacht besteed
aan het carnaval, maar over de vasten wordt er vooral gezwegen. Het lijkt een tijd die niet belangrijk is.
Maar de mensen hebben
nood aan deze onbelangrijke tijd, wij hebben deze tijd nodig. Een tijd om terug te keren naar God, zoals de
profeet Joël het zegt: Keert tot Mij terug met heel je hart.
De vasten is de tijd
van terugkeer. Een tijd om na te denken
over je leven, over je vriendschap met God, over je vriendschap met de mensen
en vooral met de armen.
We hebben het allemaal
nodig om terug te keren, want vaak zijn we zo ver af van Gods plan van
liefde.
Vandaag ontvangen we
het oude teken van de asoplegging. De priester
heeft bij ieder van ons een kruisje op het voorhoofd gezet en sprak de Bijbelse
woorden: ‘Herinner je dat je van as bent en tot as terugkeert’. Deze woorden willen een ons iets heel
eenvoudigs uitleggen: we mogen niet vergeten dat we ‘maar’ stof zijn, dat we
klein en zwak zijn.
Mensen denken vaak dat
ze heel machtig zijn. We denken dat we
machtig zijn als we sterk zijn, of als we veel geld hebben, of als anderen naar
ons opkijken. Vandaag worden we eraan
herinnerd dat dat allemaal niet veel voorstelt.
Dat we maar kleine mensen zijn die allemaal fouten maken.
Daarom is Aswoensdag
de liturgie van de boetdoening. We weten
dat we fouten maken en dat we maar mensen zijn, maar de eerste stap is om dit
te begrijpen en een houding van nederigheid aan te nemen.
Want deze woorden zijn
niet bedoeld om ons bang te maken of depressief. In het leven van een christen is het de
zwakte en niet de sterkte die belangrijk is.
Jezus zelf, de zoon van God, is als een arm zwak kind geboren geworden
en heel het evangelie door legt hij ons uit dat we de kant van de zwakken
moeten kiezen.
Het is juist fijn om
je niet heel de tijd sterk te moeten voordoen.
Jezus zelf zegt: gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land
bezitten.
Het kruisje op ons
voorhoofd is dé manier waarop wij christen de vasten willen beginnen. Met te begrijpen dat we kleine en zwakke
mensen zijn, die God nodig hebben.
Het kruisje doet ons
begrijpen dat God groot is en wij klein.
Hij die gekozen heeft om mens te worden en onze zwakte te delen. Het is aan ons, kleinen en zwakken, dat Hij
het grote geschenk van de vrede gegeven heeft, opdat wij de vrede rondom ons zouden
beleven, verdedigen en opbouwen.
Op zovele plaatsen in
deze wereld lijden de mensen door oorlog.
De vrede wordt verspild wanneer men zovele volkeren verpletterd door het
geweld. Wij christenen zijn geroepen om bewerkers van vrede te zijn, daar waar
wij leven, daar waar wij naar school gaan, overal waar wij komen.
Er wordt ons gevraagd
om waakzaam te zijn, zodat wij niet egoïstisch worden en enkel aan onszelf
denken, dat wij niet gewelddadig worden en niet zouden liegen.
In de Vasten ontzeggen
we onszelf iets, zijn we strenger op onszelf.
Zodat we niet als verwende mensen zouden leven. Zodat we altijd zouden beseffen dat er mensen
zijn die het zoveel moeilijker hebben dan wij.
Waakzaam ben je door
te vasten en te bidden. De vasten is een
tijd om meer te bidden, meer het Woord van God te lezen.
Onze eigen krachten
volstaan niet om te vechten tegen het kwade.
Wij hebben de hulp van God nodig.
Wij hebben deze vasten nodig.
Iedereen, van de jongste tot de oudste.
Bidden wij dan tot de
Heer, dat we deze tijd van Vasten niet zouden verspillen. Dat we meer tot Hem zouden bidden en ons hart
zouden openen voor zijn woord.
Bidden wij voor al wie
arm en zwak is, voor al wie in oorlog leeft of op de vlucht is. Voor elk kind dat moet werken of dat leeft in
angst en pijn. Voor de koptische
christenen die vermoord zijn in Egypte.
Voor alle leerlingen van Jezus die vervolgd worden.
Bidden wij de Heer dat wij sterke christenen mogen zijn die de vrede rondom ons opbouwen en zo een licht kunnen zijn voor velen.