Joh 2, 13-22
Beste vrienden,
Vandaag hoorden we het
evangelieverhaal van Jezus die boos wordt.
Hij wordt boos omdat de mensen van het huis van zijn Vader een
marktplaats hebben gemaakt. Omdat ze
geen eerbied meer hebben voor de tempel, de heiligste plaats voor de
joden. We zien Jezus niet zo vaak boos
worden.
Jezus reisde naar
Jeruzalem voor het Pesachfeest. Dat
deden de joden wel vaker. Er was maar
één heiligste tempel en die stond in Jeruzalem.
En Jezus zelf was ook al vaker naar Jeruzalem gegaan, naar de
tempel. Als kleine baby brengt Maria hem
naar de tempel en ontmoet hij Simeon en Hannah.
De bejaarden die als eersten Jezus herkennen als de Messias.
En een beetje verder
in het evangelie vinden we een ander verhaal, wanneer Jezus 12 jaar is. Zijn ouders maakten de jaarlijkse
pelgrimstocht naar Jeruzalem, maar wanneer ze terugkeren ontdekken ze dat Jezus
niet mee met hen is teruggekeerd. Ze
gaan hem zoeken en vinden hem uiteindelijk na 3 dagen in de tempel, waar hij
tussen de leraren zat en naar hen luisterde.
Toen
zijn ouders hem zagen, waren ze ontzet, en zijn moeder zei tegen hem: ‘Kind,
wat heb je ons aangedaan? Je vader en ik hebben met angst in het hart naar je
gezocht.’ Maar hij zei tegen hen:
‘Waarom hebt u naar me gezocht? Wist u niet dat ik in het huis van mijn Vader
moest zijn?’
In die woorden van
Jezus horen we al de liefde voor Zijn Vader en voor het huis van zijn vader, de
tempel. Dat doet ons beter begrijpen
waarom Jezus zo boos wordt wanneer hij ziet dat de mensen het niet begrijpen en
zonder respect, alsof er geen God bestaat, in de tempel handel drijven.
En dan moeten wij ons
afvragen: hoe kom ik binnen in het huis van de Heer? Hoe gedraag ik mij in de kerk?
Maar waarom is Jezus
niet eerder boos geworden? Als hij elk
jaar naar Jeruzalem kwam, om het pesachfeest te vieren, dan zal hij toch al eerder
gezien hebben dat de mensen van de tempel een marktplein gemaakt hadden? Jezus komt nu voor het eerst als de
Gezalfde. Hij is door Johannes gedoopt
in de Jordaan en de Geest is over hem
gekomen. Dit heeft Jezus veranderd. Het doopsel maakt van iedereen een nieuw
mens, ook van Jezus.
Jezus jaagt de
offerdieren weg, hij jaagt ook de geldwisselaars weg. Jezus wil ons duidelijk maken dat God van ons
geen offerdieren vraagt. Jezus is het
offer, hij is het Lam van God dat naar de slachtbank geleid is. Ons offer, ons geschenk aan God, is ons
gebed, is onze liefde voor de armen.
En dan vragen de
joden: Met welk teken kunt u bewijzen dat
u dit mag doen?’ En Jezus antwoordt ‘Breek deze tempel maar af, en ik zal hem in
drie dagen weer opbouwen.’ Dit is niet het antwoord dat de joden verwacht
hadden. Jezus praat niet over de tempel,
hoewel zij denken van wel. 46 jaar is
eraan gebouwd, en hier komt Jezus zeggen dat hij hem op 3 dagen kan
heropbouwen!
Maar Jezus praat over
zichzelf. Hij jaagt de offerdieren uit
de tempel omdat Hij het enige offer is.
Zijn lichaam wordt aan het kruis geofferd en na 3 dagen zal het uit de
doden opstaan. De leerlingen begrijpen
er op dat moment niet veel van, maar ze zullen het zich wel herinneren na de
verrijzenis van Jezus.
Jezus is dé tempel, dé plaats waar God leeft. En dan begrijpen we de eerste lezing van Ezechiël beter. Uit die tempel stroomt water, naar alle kanten. En waar het water in de zee aankomt, daar wordt het zoet en zit het vol leven. Zo is het ook met het Woord van God, dat vlees geworden is in Jezus. Waar zijn woord in ons hart stroomt en zoet wordt, daar brengt het leven voort, daar brengen wij vriendschap en liefde voort. Daar veranderen wij de wereld.
De mensen begrijpen de
woorden van Jezus niet. Zoals ook wij
vaak de woorden van Jezus niet begrijpen.
We horen ze wel, maar begrijpen vaak niet wat Jezus er écht mee
bedoelt.
We kunnen het verhaal
van Jezus in de tempel ook begrijpen vanuit ons eigen leven. Is ons hart vaak niet zoals die tempel waar
veel dingen gebeuren die niet mooi zijn?
Moeten wij af en toe ook niet boos worden op onszelf en de lelijke
dingen uit ons hart wegjagen zoals Jezus deed met de offerdieren en de
geldwisselaars?
Laten wij bidden dat
wij meer op Jezus zouden gelijken. Dat
wij uit ons hart alle lelijke dingen wegjagen en meer plaats maken voor
Jezus. Bidden wij, vlak voor 11 november
Wapenstilstand- ook voor alle landen in oorlog.
Voor al wie slachtoffer is van haat, van racisme, van geweld. Bidden wij voor al wie op de vlucht is.