Mt 25, 31-46
Het evangelie zegt ons
dat de Heer degenen van wie hij houdt niet in de steek laat, hij laat hen niet
alleen, ook niet als ze gestorven zijn.
Hij neemt hen op in
zijn eeuwige liefde. Daarom weten wij
dat de dood niet het laatste woord heeft, daarom geloven wij dat er een nieuw
leven komt en dat we degenen die we nu moeten missen en waar we veel verdriet
over hebben, dat we die zullen terugzien.
Het evangelie belooft
ons dat het leven niet eindigt met de dood.
De namen van degenen die wij graag zien en die door de dood van ons
gescheiden zijn, eindigen niet in de grote leegte van de dood.
Het is betekenisvol
dat deze twee feesten samenvallen: het feest van Allerheiligen en het feest van
Allerzielen. Gisteren vierden we het
feest van alle heiligen. De heiligen
zijn geen superhelden. Nee, het zijn
gewone mensen, die met heel hun leven getuigen zijn geweest van de liefde van
God. Het zijn mensen die er niet voor
gekozen hebben om hun eigen leven te redden, maar ze zijn juist bereid geweest
hun leven te verliezen om tot het uiterste te getuigen van de liefde van God
voor alle mensen en vooral voor de zwakken.
Zo zijn ze met heel hun leven een voorbeeld voor ons.
De dood heeft niet het
laatste woord. Maar dat wil niet zeggen
dat we geen verdriet voelen. Natuurlijk
doet het ons pijn om afscheid te nemen van mensen die we heel graag zien,
natuurlijk missen we degenen die gestorven zijn. Wij voelen de droefheid om gescheiden te zijn
van hen.
Maar door de
verrijzenis van Jezus heeft de dood niet meer het laatste woord, ook als mensen
nog altijd sterven. Door de verrijzenis
weten we dat we een gemeenschappelijke toekomst hebben, daar waar geen pijn
meer zal zijn. Want de dingen van
vroeger zullen voorbij zijn, zegt het evangelie.
Jezus spreekt in het
evangelie over die nieuwe wereld, waar wij allemaal eens zullen komen. Hij zegt dat de Mensenzoon, Jezus zelf dus,
omstraald door luister en in gezelschap
van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon.
En allen zullen wij
geoordeeld worden. Niet over hoe goed we
waren, niet over hoe goed we konden tennissen, of voetballen, zingen of
dansen. Nee, we zullen geoordeeld worden
over wat we voor de armen en de zwakken hebben gedaan. Jezus legt het heel duidelijk uit: wat jullie
voor de minsten van de mijnen hebben gedaan, hebben jullie voor mij
gedaan.
Maar ook, wat jullie
NIET hebben gedaan voor de minsten van de mijnen, hebben jullie ook NIET voor
mij gedaan. Wij hebben als christenen de
keuze, de vrijheid. Jezus zegt niet wat
wij moeten doen, hoeveel wij moeten doen voor iemand anders. Het is de vrijheid zoals die van Zacheüs, die
zelf kiest hoeveel hij teruggeeft nadat hij Jezus ontmoet heeft. Wij hebben de
vrijheid om zelf te kiezen, maar we mogen niet vergeten dat wat we doen of niet
doen, belangrijk is.
We mogen de kleine
gebaren die we stellen of niet stellen niet onderschatten. Wij denken vaak: wat verandert het aan de
wereldvrede, als ik nu hier vriendschap sluit met die andere of niet. Maakt dat eigenlijk wel een verschil?
Jezus maakt ons
duidelijk dat elk klein ding dat we doen belangrijk is. Want we doen het voor Hem.
Deze dagen herdenken
we al wie gestorven is. En het is een
mooie traditie om bloemen te gaan zetten aan de graven en hen zo te herinneren
en te eren. Maar evenzeer herdenken we
hen door naar de kerk te komen. Vroeger
werden de doden in de kerk of er vlakbij begraven.
Het is mooi om te
denken dat zij dicht bij ons zijn, in ons hart, in onze gedachten.
Bidden wij dan voor al wie gestorven is, bidden wij dankbaar om het leven dat zij geleid hebben. Bidden wij voor al wie sterft in oorlog of in armoede.
Bidden wij dan voor al wie gestorven is, bidden wij dankbaar om het leven dat zij geleid hebben. Bidden wij voor al wie sterft in oorlog of in armoede.
Danken wij de Heer
voor het voorbeeld van de heiligen en bidden wij voor onszelf dat wij meer naar
hun voorbeeld zouden leven.