Mt 22, 34-40
Beste vrienden,
Het evangelie dat we
vandaag lazen geeft ons de eerste wet in ons leven. Heb God lief met heel je hart. En dat lijkt niet gemakkelijk, want in onze
stad en in ons land wordt weinig over God gesproken. Veel mensen leven alsof er geen God
bestaat. Onze stad lijkt op Babel, de stad in de Bijbel
waar zoveel verschillende mensen samenleefden, die allemaal een andere taal
spraken en elkaar niet verstonden. Deze
mensen stonden ver van God en gedroegen zich ook alsof God er niet was.
Mensen die zo leven,
alsof er geen God is, leven enkel voor zichzelf. Als je niet gelooft dat we een
gemeenschappelijk vader hebben, kan je de ander ook niet zien als broer of zus.
Het evangelie spreekt
over de Farizeeërs die naar Jezus komen om hem te vragen wat het grootste gebod
is. De joden hadden heel veel geboden,
wel 613. Over het eerste gebod waren ze
het eens. In het boek Deuteronomium stond
immers: Luister, Israël: de Heer, onze God, de Heer is de enige! Heb daarom
de Heer lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Ook de
naaste liefhebben, stond in de geboden van de joden.
Wat Jezus ‘antwoord bijzonder maakt, is dat hij het eerste gebod koppelt aan het tweede. God graag zien, dat is het eerste gebod. Maar Jezus zegt: het tweede is daaraan gelijk: je naaste graag zien.
Je kan niet zeggen dat
je God graag ziet, als je je naaste niet graag ziet. En wie is dan mijn naaste? Dat vragen de leerlingen aan Jezus en Jezus
antwoordt met het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Je naaste is iedereen, maar vooral al wie arm
en zwak is.
Door de zwakken te
verdedigen, verdedigen we God zelf.
Jezus zegt ook aan zijn leerlingen: heb elkander lief, zoals ik u heb
liefgehad.
De eerste lezing
spreekt ons over de gastvrijheid tegenover de vreemdelingen. Vreemdelingen
mag je niet uitbuiten of onderdrukken, want jullie zijn zelf vreemdelingen
geweest in Egypte. De lezing gaat
verder over weduwen en wezen, over al wie zwak is of in nood. God staat aan de kant van de zwakken. Als wij iets fout doen tegenover één van hen,
doen we het fout aan God zelf.
God zelf zet zich aan
de kant van de zwakken, hij verdedigt hen.
En in Jezus is God zelf zwakke geworden.
Hij is gevangen genomen, ter dood veroordeeld, gemarteld en
geslagen. Hij heeft zichzelf niet
verdedigt.
Deze twee geboden zijn de grondslag van alles
wat er in de Wet en de Profeten staat.’ Het gebod van de liefde staat
centraal in heel de Bijbel. En het is
ook het gebod dat ons verbindt met andersgelovigen of niet gelovigen. Want wij kunnen allemaal spreken over de
liefde voor onze naaste.
In het evangelie van Mattheus
staat een bekende passage over het laatste oordeel, waar Jezus zegt: Ik had
honger, en jij hebt me te eten gegeven.
Ik had dorst en jij hebt me te drinken gegeven. Enz.
Zo zullen wij
geoordeeld worden, aan wat we voor de minsten onder de mensen hebben gedaan,
aan de liefde die we betoont hebben, of niet.
De liefde en de
barmhartigheid zijn het antwoord op de stad Babel en elke stad waar mensen
naast elkaar leven zonder elkaar graag te zien.
Jezus zelf toont ons
hoe wij de anderen liever moeten zien. Wanneer
Jezus zelf mensen tegenkomt, kijkt hij hen altijd met medelijden aan. Hij wil dat hun leven beter wordt, hij wil
dat ze gelukkig zijn. Hij geneest hun
ziekten, hij doet hen opnieuw zien of horen, hij doet hen opnieuw lopen of
opnieuw leven.
En daartoe worden ook
de leerlingen uitgezonden. Als Petrus samen
met Johannes aan de tempelpoort aankomt, en daar een verlamde bedelaar
tegenkomt, zegt hij: Zilver en goud heb ik niet, maar wat ik heb geef ik je: In
de naam van Jezus Christus van Nazareth zeg ik je, sta op. En de man stond op en begon te lopen.
Jezus leert ons de
anderen graag te zien en te willen dat hun leven verandert. Bidden wij dan voor alle kleinen en zwakken, voor
al wie in nood is, voor al wie op de vlucht is.
Maar bidden wij ook voor wie denkt sterkt te zijn en God niet nodig te hebben. Opdat hun hart mag geraakt worden door de liefde van Jezus.
Maar bidden wij ook voor wie denkt sterkt te zijn en God niet nodig te hebben. Opdat hun hart mag geraakt worden door de liefde van Jezus.