Mt 14, 22-33
Beste
vrienden,
Na de
wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging die we vorige week lazen, zegt Jezus aan
zijn leerlingen om in een boot te gaan en voor Hem uit te gaan naar de
overkant, terwijl Hij nog verder sprak met de mensen.
Dit
beeld is als de icoon van de barmhartigheid, Jezus tegenover al die mensen die
tot Hem gekomen waren omdat ze uitgeput waren en op zoek naar iemand die hen
voedsel van leven kon geven.
En
dan zien we nog een ander beeld. Het
beeld van Jezus, alleen op de berg, in gebed tot de vader.
Het
is onmogelijk om deze twee iconen te splitsen.
De barmhartigheid tegenover de mensen in nood en het gebed tot de Vader.
Met
heel zijn leven toont Jezus ons hoe wij geluk kunnen vinden, hoe wij zin kunnen
geven aan ons leven. Door te doen zoals
hem.
Jezus
is alleen op de berg en de leerlingen zijn alleen in de boot. Maar wat een verschil tussen die twee
eenzaamheden! Jezus weet dat hij niet
alleen is, omdat hij vertrouwt op de Vader en tot hem bidt. De leerlingen vertrouwen niet op de Vader, ze
vertrouwen op zichzelf en voelen zich al snel alleen.
En
wanneer Jezus op de berg bidt, steekt er een storm op. De leerlingen hadden al zo’n storm meegemaakt
toen Jezus in de boot aan het slapen was.
Ze hadden toen al zo weinig vertrouwen, want ze maken Jezus wakker en
vragen: Redt ons toch Heer, want wij vergaan.
Zo
weinig hebben de leerlingen begrepen.
Bij de volgende storm, wanneer Jezus zelfs niet in de boot is, slagen ze
in paniek. En wanneer Jezus dan naar hen
toe komt, over het meer, denken ze dat hij een spook is! Jezus zegt hen om niet bang te zijn, maar
Petrus wil eerst bewijs dat het zeker Jezus is. ‘Heer,
als u het bent, zeg me dan dat ik over het water naar u toe moet komen.’ En Jezus zegt: Kom. En Petrus stapt op het water. En opnieuw begint Petrus te twijfelen, waardoor hij begint te zinken.
En op
dat moment roept Petrus in zijn wanhoop: Heer, red me!! En meteen strekt Jezus
zijn hand uit en redt Petrus.
Het
kleine vertrouwen van Petrus is eigenlijk het kleine vertrouwen van elke
leerling. Wanneer er een storm opsteekt,
dat wil zeggen, wanneer er zich problemen voordoen, twijfelen wij aan de Heer,
blijkt ons vertrouwen vaak maar heel klein.
Daarnet
hebben we samen stilgestaan bij de dood van de kleine Zacharie, amper 10 jaar
oud, die opgroeide in een buitenwijk van Parijs. Hij leefde in een arme buurt, waar veel
mensen met een boog omheen rijden omdat ze er bang van zijn. Zelfs de ziekenwagen en de taxi, die Zacharie
naar het ziekenhuis hadden moeten brengen, wilden niet tot daar rijden. Bij dit bericht wilden we stilstaan, omdat
het niet zou mogen gebeuren. Omdat het
niet eerlijk is dat een kind dat opgroeit in een buitenwijk minder kansen
krijgt dan een kind dat opgroeit in een betere wijk. Elke leven is immers belangrijk, even
belangrijk!
Tegen
dit onrecht willen wij samen strijden.
We willen met meer vertrouwen op de Heer een antwoord bieden. Een antwoord van vriendschap en
solidariteit. Een antwoord van geloof dat
elk leven telt, dat elk leven het waard is om geleefd te worden. Een antwoord van broederlijkheid.