Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

zondag 3 augustus 2014

Jes 55, 1-3
Mt 14, 13-21

 

Beste vrienden,

Vandaag is het de 18e zondag van het gewone jaar. We horen het verhaal van de wonderbare broodvermenigvuldiging, verteld door de evangelist Matteus.  Dit verhaal wordt in het totaal wel 6 keer verteld in de evangelies (2 keer in het evangelie van Mattheus en van Marcus, één keer in dat van Lucas en ook een keer in dat van Johannes. 

Het evangelie begint met Jezus die alleen wilde zijn.  Er staat ‘toen hij hiervan hoorde’.  In de vorige verzen van het evangelie staat immers dat Johannes de Doper vermoord werd, door een list van de dochter van Herodes.  Herodes had zijn dochter immers beloofd dat ze zou krijgen wat ze maar zou vragen, nadat ze voor zijn verjaardag voor hem gedanst had.  De dochter van Herodes was door haar mama op het slechte pad gebracht en had het hoofd van Johannes de Doper gevraagd en Herodes wou niet terugkomen op zijn belofte en liets Johannes de Doper dus ter dood brengen. 

Jezus had dit droeve nieuws dus net gehoord.  Het is het absurde verhaal van hoe een jong meisje, aangezet door haar slechte moeder, de dood van een profeet op haar geweten kan hebben.  Hoe snel het kwaad dus kan geschieden, vermomd in een onschuldig dansend meisje. 

Jezus weet dat de dood van Johannes De Doper ook een gevaarlijk signaal voor hem is.  We kunnen ons voorstellen dat Jezus graag even alleen wou zijn. Maar de mensen blijven hem volgen.  En Jezus is vol medelijden voor deze mensen.  Zijn houding is er geen van woede om de absurde dood van zijn vriend.  Hij is niet uit op wraak voor deze zinloze moord. 

Jezus kijkt naar de mensen met medelijden.  En de mensen volgen Jezus langs de oever en wachten hem op aan de andere kant waar de boot aanmeert. 

Jezus ziet deze massa mensen voor zich.  Het waren mensen die moe waren, er waren zieke mensen bij, het waren mensen die op zoek waren naar iets dat hun leven zou veranderen.

Jezus voelt medelijden voor deze mensen en hij kan hen dus niet voorbijlopen, vol van zijn eigen problemen.  Hij houdt halt en hij geneest hun zieken.  De mensen waren in de eerste plaats niet zozeer hongerig naar eten, maar wel naar woorden van leven.

Maar dan wordt het al avond en de leerlingen beginnen zich zorgen te maken.  Alle praktische problemen komen boven:  het wordt laat, ze zijn op een afgelegen plek, er zijn veel mensen, ze hebben dit niet voorzien en gepland. 

Ze onderbreken Jezus die tot de mensen aan het spreken was en vroegen hem om de mensen weg te sturen naar de omliggende steden zodat ieder voor zichzelf eten zou kunnen voorzien.  Dat lijkt een logische keuze. 

Maar Jezus zegt hen: Ze hoeven niet weg, geven jullie hun maar te eten.’   Dat hadden de leerlingen al helemaal niet gepland.  Eten geven aan heel deze menigte???  Jezus wijst de leerlingen op hun verantwoordelijkheid tegenover deze mensen die op zoek zijn naar woorden van leven.  In een wereld waarin iedereen zegt: denk eerst aan jezelf, zegt Jezus: Denk aan de anderen, voel jezelf verantwoordelijk voor hun problemen en bekommernissen.

Jezus zegt dit terwijl hij weet dat de leerlingen niet geweldig veel in handen hebben om de mensen te helpen.  Uiteindelijk vinden ze vijf broden en twee vissen.  Het lijkt belachelijk weinig tegenover deze massa mensen.  Maar Jezus misprijst het weinige dat de leerlingen hebben niet.   Hij vraagt om het tot bij Hem te brengen.  Het wonder, het mirakel van de broodvermenigvuldiging begint daar, wanneer de leerlingen de mensen niet wegsturen, maar hun weinige hebben samenleggen bij Jezus en Hem vragen om er de mensen eten mee te geven.

Vaak gebeuren er geen wonderen omdat de mensen gierig zijn, omdat
wij zelf gierige zijn.  Het is duidelijk dat het Jezus is die het wonder doet, maar hij doet het niet zonder de hulp van de leerlingen.  Jezus heeft onze handen nodig, zelfs als ze zwak zijn.  Als onze handen zwak zijn, maar ze zijn ondersteund door Jezus, dan kunnen ze grote dingen doen. 

Elke leerling, elk van de twaalf krijgt een mand om dit brood van leven uit te delen aan de mensen.  En het wonder de vermenigvuldiging zet zich verder, want ieder die krijgt kan op zijn beurt doorgeven aan anderen. 

Bidden wij dan dat wij niet gierig zouden zijn tegenover de woorden van Jezus.  Bidden wij dat wij met een blik vol medelijden naar de mensen zouden kijken en hun bekommernissen tot bij Jezus zouden brengen.

Bidden wij voor al wie leeft in oorlog en geweld, bidden wij voor alle vluchtelingen en alle daklozen.