Beste vrienden,
Met palmzondag stappen
we de Goede Week binnen. De reis van
Jezus die gestart is in Galilea is nu bijna ten einde. Jezus wil Jeruzalem binnengaan zoals hij het
nog nooit gedaan heeft, op een ezelsveulen gezeten. Jezus wil de mensen tonen dat hij de zoon van
God is, de Messias die gekomen is om iedereen te redden. Hij komt niet binnen op een gouden troon of
praalwagen, maar op een ezelsveulen. Jezus weet dat er in de profeet Zacharia
staat geschreven: Juich, Sion, Jeruzalem,
schreeuw het uit van vreugde! Je koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege. Nederig komt hij aanrijden op een ezel, op een
hengstveulen, het jong van een ezelin.
Jezus komt Jeruzalem
binnen als een koning. En de mensen
lijken het begrepen te hebben, ze wuifden met palmtakken en legden hun mantels
voor hem neer. Ze maken met de palmtakken
een tapijt, zoals ook wij daarnet deden in de kerk. Ze riepen: Hosannah! (Hosannah betekent help
ons in het Hebbreeuws). Gezegend hij die
komt in de naam van de Heer!
Jezus, de Redder van
de mensen, komt Jeruzalem binnen en komt ook vandaag in elke stad van de wereld
binnen. Hij is geen sterk en streng
heerser, hij is een menselijk en nederig man.
Een week later lijkt alles zo anders.
Dit zachte gelaat van Jezus herkennen we opnieuw wanneer hij wordt
verraden, wanneer hij wordt bespot en vernederd, wanneer hij aan het kruis
wordt genageld. Hierin herkennen we de
woorden van Paulus in zijn brief aan de Filipenzen: Hij is aan de mensen gelijk
geworden en als mens verschenen heeft hij zich vernederd tot de dood aan het
kruis.
Deze palmtakken die
vandaag teken zijn van feest, worden binnen een paar dagen takken van gebed in
de hof van olijven. Wanneer Jezus alleen
is om te bidden tot zijn Vader. Jezus
vlucht niet, hij loopt niet weg van zijn eigen lijden, hij redt zichzelf
niet. Daarmee leert hij ons de échte les
van ons leven: niet ons eigen leven proberen redden, niet leven volgens de
logica van de wereld, maar volgens de logica van God die het zwakke op de
eerste plaats zet.
Wij nemen vandaag
allemaal die palmtak mee naar huis, opdat het ons zou herinneren aan de
vriendschap van Jezus, opdat het ons er ook aan zou herinneren dat Jezus ons
nodig heeft. De leerlingen vluchten
allemaal, zelfs Petrus die gezegd had dat hij Jezus nooit in de steek zou
laten. De leerlingen worden bang.
Jezus is ook bang voor
het lijden, maar hij vlucht niet. Zijn
antwoord is het gebed. In de hof van
olijven zegt Jezus tegen de leerlingen die slapen: Konden jullie dan niet één uur met mij
waken?
Laat de palmtak er ons altijd aan herinneren dat we bij Jezus moeten blijven, in ons gebed, in onze liefde voor wie arm en zwak is.