Joh. 11, 1-45
Beste vrienden,
Het verhaal dat we
vandaag horen over Lazarus toont de kracht en de grootsheid van de liefde van
Jezus. Jezus is ver van het dorp van
zijn vrienden: Martha, Maria en Lazarus, wanneer hij het nieuws over diens dood
hoort. Het is gevaarlijk voor Jezus om
terug naar Judea te gaan omdat hij daar al vaak bedreigd was, maar hij besluit
toch om naar zijn vriend te gaan: Jezus
kan niet veraf blijven van het lijden van de mensen.
Voor Jezus is
vriendschap altijd iets diepgaands, niet oppervlakkig. Wij mensen, willen vaak enkel vriend zijn met
iemand anders als het gemakkelijk is.
Maar wanneer er een probleem opduikt, of wanneer die andere ‘anders’
wordt – door ziekte of problemen- blijven we vaak op een afstand staan. En zo moet die zieke naast zijn ziekte ook
nog de last van de eenzaamheid dragen.
Ook vandaag nog zijn
er zoveel mensen die lijden onder het zware gewicht van de eenzaamheid, denken
we maar aan al die bejaarden die in een klein kamertje in een rusthuis leven,
wachtend op bezoek dat nooit komt.
Soms zijn het zelfs
hele volkeren die lijden, omdat de mensen niet naar hen omkijken. De miljoenen vluchtelingen die in kampen
leven in grote steden van Afrika, in de buurlanden van Syrië. De sloppenwijken in India, de mensen die op
de vuilnisbelten leven in de Fillipijnen, de favela’s in Latijns-Amerika… de lijst is lang, te lang.
Deze mensen voelen het
gewicht van de steen die op hen drukt, die hen afsnijdt van de rest van de
wereld, die hen alleen laat.
De leerlingen van
Jezus houden vaak een veilige afstand, ook vandaag nog tegenover die
Lazarussen. Die mensen in nood die
afgesneden zijn van de wereld.
En vaak verwijten de
leerlingen van Jezus op dezelfde manier als Martha de ‘afwezigheid’ van Jezus: Als u hier was geweest, Heer, zou mijn broer
niet gestorven zijn!’
Alsof we zouden zeggen
tegen Jezus: Als jij hier was geweest, zouden de erge dingen in ons leven niet
gebeuren. Als jij dicht bij dat lijdend
volk was geweest, zouden er geen mensen sterven van honger of zou er geen
oorlog zijn.
Wij denken dat Jezus
veraf is van het lijden. Maar de
waarheid is dat het niet Jezus is die veraf is van het lijden, maar wij mensen
zelf. Vaak verhinderen de mensen juist
dat Jezus tot bij het lijden komt. In
plaats van ons af te vragen: Waar is God tegenover al dat lijden? Moeten we ons de vraag stellen: Waar zijn
wij?
En als we durven dicht
bij het lijden te staan, dan zullen we daar Jezus ontmoeten. In die lijdende, in die eenzame, in dat arm
volk.
Jezus staat dicht bij
wie lijdt en hij weent voor hen, zoals hij weende voor Lazarus. Jezus hoopt voor Lazarus, wanneer niemand
anders nog hoopt. Zelfs de zussen van
Lazarus proberen Jezus te overhalen: Maar Heer, de stank! Hij ligt er al vier
dagen!’ Voor hen heeft de dood het laatste woord,
alle hoop voor Lazarus is weg…
Lazarus stinkt al,
zoals de armen vaak stinken, zoals de daklozen of de bejaarden soms stinken, zoals
de vluchtelingenkampen waar honderden duizenden mensen overleven stinken, zoals
de krottenwijken en de vuilnisbelten stinken.
Maar deze stank houdt Jezus niet tegen.
Zijn vriendschap voor Lazarus is sterker. De liefde van Jezus kent geen grenzen, zelfs
niet de grens van de dood. Jezus wil het
onmogelijke.
Daarom roept hij: Lazarus, kom naar buiten!’ Lazarus hoort Jezus en komt naar buiten. Jezus roept niet tot een dode, maar tot een
levende. Misschien iemand die slaapt,
daarom roept Jezus. Jezus roept ieder
van ons uit de slaap van een leven voor onszelf.
Een oude oosterse
traditie vertelt dat Lazarus nadat hij ontwaakte, enkel nog zoet eten at. Daarmee onderlijnen ze dat het leven dicht
bij Jezus zoet is, vol schoonheid en vreugde.
Jezus opent het graf,
de plaats van lijden en pijn. Hij heeft
er geen bang van, hij loopt er niet van weg.
Jezus roept Lazarus bij zijn naam.
Lazarus, kom naar buiten! De vriendschap met Jezus is een persoonlijke
vriendschap.
Lazarus gaat ons voor
op de weg naar Pasen, wanneer Jezus – vriend van de lijdenden- zelf lijdende
wordt, verschopt door de wereld, gekruisigd en vermoord. Dan toont Jezus zijn ultieme overwinning op
de dood.
Kunnen wij zijn
vrienden zijn en hem niet in de steek laten?
Dat is de keuze van de vasten.