Joh 20,1-9
We hebben net gehoord hoe in het Evangelie wordt verteld dat Maria van Magdala, één van de leerlingen die het meest van Jezus hield, naar het graf gaat met geparfumeerde olie om het lichaam van de gestorven Jezus te zalven. Maar wanneer ze bij het graf aankomt, vindt ze dat leeg. Ze loopt daarom terug om het aan Johannes en Petrus te vertellen. Daarop lopen ook Johannes en Petrus naar het graf, maar ook zij vinden het graf leeg want Jezus is verrezen.
Terwijl Petrus en Johannes terug naar huis gaan, blijft Maria in de
buurt van het graf zitten en ze begint te wenen. Ze gelooft dat iemand het
lichaam van Jezus heeft gestolen. Op dat moment komen er twee engelen bij haar
en ze vragen haar: “Vrouw waarom ween je?” En een beetje later komt ook de verrezen
Jezus naar haar en ook Hij vraagt haar: “Vrouw waarom ween je?”
Ze weent eerst en vooral omdat ze denkt haar goede vriend Jezus voor
goed kwijt te zijn. En ze weent ook omdat ze denkt dat er nu geen vrede meer
kan komen in de wereld. Want Jezus die de koning van de vrede is, is weg. Ze
weent omdat er geen hoop meer lijkt te zijn voor zoveel mensen en volkeren die
wenen. Denken we maar aan de mensen die leven in oorlog zoals in Syrië. Aan al
de kinderen die niet naar school kunnen gaan omdat ze op de vlucht zijn voor
het geweld en nu in een vluchtelingenkamp in Libanon moeten leven in een tent,
zonder goede kleren, zonder voldoende eten en zonder school. Denken we aan de
mensen in Afrika die ziek zijn, Slachtoffers van ebola in Conakry of die AIDS hebben
en onvoldoende te eten hebben. Denken we aan de kinderen van Zuid-Soedan die in
Noord-Oeganda in de vluchtelingenkampen wonen en die graag naar school zouden
willen gaan maar die kans niet krijgen. En nog zoveel anderen die ontvoerd
zijn, die geen werk hebben en daardoor arm zijn, die ziek en eenzaam zijn. Het
lijkt wel een lijstje zonder einde. Allemaal mensen die vandaag lijden. Het
zijn hele volken van mensen die wenen. Ja, Maria had gelijk om te wenen want Jezus
is gestorven.
Maar Jezus is verrezen! Hij is niet dood en
voor goed en altijd weg. Nee, Hij is verrezen en roept Maria bij naam. En dan
herkent Maria Jezus en Hij stuurt haar
onmiddellijk naar de andere leerlingen om te gaan vertellen dat Hij verrezen
is. De verrezen Jezus toont zich aan iedereen die weent, aan wie triestig is,
aan wie bang is: Hij roept hen bij naam en droogt hun tranen. De verrezen Heer
geeft vreugde. Het is de vreugde van de verrijzenis die de dood overwint. Jezus
ligt niet meer in het graf. Hij is verrezen en spreekt met iedereen die lijdt.
Hij is ieders meester en vriend. Hij troost en Hij laat niemand alleen. Hij
schenk vrede.
Pasen is de ontmoeting van ieder van ons met de verrezen
Jezus. Ook tot ons spreekt Jezus en Hij droogt onze tranen als we triestig
zijn. Het is zoals we zingen in het lied “Jezus onze vriend”: Hij laat ons
nooit alleen, ook al zijn we triestig en een beetje bang. Jezus brengt ons
samen, Hij laat ons niet in de steek. Met ons gebeurt wat er ook met Maria van
Magdala gebeurde toen ze de levende Jezus ontmoette en hoorde hoe Hij haar bij
haar naam riep. Maria zag Hem en herkende Hem. “Rabboenì” zei ze, en dat
betekent “Meester”. De Heer zien, is Hem verrezen ontmoeten. Maria weende niet
meer wanneer zij de Heer Jezus herkende. Maar ook al is het niet gemakkelijk om
te stoppen met wenen, om niet meer droevig te zijn, toch geloven we dat de
ontmoeting met Jezus de belangrijkste en de mooiste ontmoeting in ons leven is
en dat vult ons met een grote vreugde.
Maar dikwijls, als wij vreugdevol zijn, vergeten we de tranen en het
lijden van de anderen. Dan verwijderen we ons van de problemen en de noden van
anderen. Want we hebben schrik dat we niet meer blij zullen zijn als we ons
inlaten met de moeilijkheden en het verdriet van anderen. Maar de leerlingen
van Jezus hadden na Pasen geen schrik meer van het lijden en de pijn. De
verrezen Heer vroeg hen om zich niet meer te verwijderen van wie in nood is,
maar om de tranen te drogen en nabij te zijn, om vriend te zijn van wie lijdt.
Wij allemaal zijn die leerlingen van Jezus en het is aan ons dat Jezus vraagt
om te troosten wie droevig is, om te delen met wie in nood is. Dat kunnen we
heel concreet door familie van de armen te zijn. Door onze vrienden die zwakker
zijn dan wij te bezoeken en hen niet alleen te laten op moeilijke momenten.
Zoals jullie, de kinderen van het Land van de Regenboog, vandaag paaseitjes
hebben gebracht naar de bejaarden in het rusthuis, of zoals de Amici af en toe
de mensen van Simeon en Hannah bezoeken.
Dat kunnen we ook door te bidden voor de vrede in de wereld, voor wie
lijdt, voor wie arm is, voor wie ter dood veroordeeld is, voor wie ziek is,
voor wie eenzaam is … . Leerling van Jezus zijn en de vreugde van Pasen
beleven, kunnen we ook door heel concrete gebaren van solidariteit te stellen:
door te delen met wie minder heeft dan wij. Vandaag willen we dat doen door in
verbondenheid met alle gemeenschappen van Sant’Egidio de collecte te houden
voor de Syrische vluchtelingenkinderen in Libanon die scholing en voedsel nodig
hebben, voor de kinderen van Zuid-Soedan die met de steun van onze lokale
gemeenschappen in de vluchtelingenkampen van Noord-Oeganda leven en vooral
scholing nodig hebben en voor de realisatie van het voedingscentrum van DREAM
voor de kinderen in Conakry.
Maria van Magdala ging vol droefheid naar het
graf van Jezus omdat Hij gestorven was, maar zij ontmoette Hem verrezen. Haar
hart werd vervuld van vreugde en van troost: Maria was niet meer droevig of
bang. De verrezen Heer zond haar naar de andere leerlingen om te vertellen dat
Hij de dood heeft overwonnen. De verrijzenis van de Heer is de grote troost en
bron van vrede voor zijn leerlingen overal in de wereld. Daarom gaan we naar de
verrezen Heer en richten we ons tot Hem in gebed. Want wat echt telt, is Hem
ontmoeten, naar Hem luisteren, Hem nabij zijn en tot Hem bidden voor vrede.
De Heer is verrezen! Halleloeja! Waarlijk, Hij is verrezen! Halleloeja!