Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

zondag 23 maart 2014

Jes 17, 3-7
Joh 4, 5-42

Beste vrienden,

Het evangelie toont ons Jezus die heel veel menselijke gevoelens lijkt te hebben die wij denken te begrijpen.  Maar begrijpen we ze wel echt?  Jezus is moe, vermoeid van de reis.  Ja, moe zijn, dat kennen we! Maar Jezus is niet moe omdat hij ver heeft moeten stappen.  Jezus is vermoeid omdat hij achter ons moet aanlopen, omdat hij zoveel al heeft uitgelegd en wij –zijn leerlingen- er nog maar zo weinig van begrijpen.  Jezus heeft honger, maar niet naar eten.  Zijn leerlingen willen Jezus eten brengen, maar hij zegt: Mijn voedsel is: de wil doen van hem die mij gezonden heeft en zijn werk voltooien. Maar de leerlingen begrijpen het niet en ze denken dat iemand hem al eten is komen brengen. 

Jezus heeft dorst.  Maar niet naar water.  Hij heeft dorst om deze vrouw te redden, hij heeft dorst naar haar vriendschap, zoals naar onze vriendschap.   

Jezus heeft honger en dorst naar onze vriendschap, maar zoals de Samaritaanse vrouw reageren wij vaak negatief.  Hoe kunnen wij Hem te drinken geven?  Wij zijn nog maar zo klein, wij zijn zelfs geen sterke gelovigen…

De vraag van Jezus haalt de muren tussen hem en de Samaritaanse vrouw neer.  Eerst en vooral de vraag van een man aan een vrouw die hij niet kende.  Dat was in de tijd van Jezus niet gewoon.  Dan de vraag van een Jood aan een Samaritaanse!  De joden hadden een spreuk die zei: het brood van de Samaritanen eten is als vlees van honden eten.

Jezus zoekt de vriendschap op, ook met wie veraf is.  Ook met wie niet direct vriend van hem wil zijn.  Hij dringt aan.  Geef me water, als je wist wie het je vroeg, zou je het doen.

Deze vrouw leefde met weinig hoop in haar leven.  Ze had waarschijnlijk geen gemakkelijk leven.  Er is het verhaal van de vijf mannen.  Deze vrouw had waarschijnlijk weinig vertrouwen in andere mensen, door wat ze al had meegemaakt.   Hoe kon ze nu vertrouwen in die vreemdeling?  Ze had niet begrepen dat het God was die tot haar sprak door de persoon van die joodse man die moe was en dorst had. 

En dan spreekt Jezus over het levend water, dat hij haar zal geven.  Maar de vrouw gelooft er niet veel van: u hebt geen emmer, en de put is diep – waar wilt u dan levend water vandaan halen?

Ook wij geloven vaak niet veel van de woorden van Jezus.  Hoe kan dat nu wat Jezus zegt?  Wij denken alles te begrijpen, maar we begrijpen met ons hoofd.  Jezus wil ons leren te begrijpen met ons hart. 

Deze vrouw had geen gemakkelijk leven gehad, en daarom antwoordt ze hard tegenover Jezus: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!  En wat later zegt ze: U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader. 

Voor deze harde vrouw hadden woorden geen waarde meer.  Wat had ze te verwachten van deze vreemdeling?  Jezus vraagt naar haar man en de vrouw zegt enkel: Ik heb geen man.  Ze wil geen uitleg geven aan Jezus, ze vindt het zijn zaken niet.  Maar Jezus legt haar haar leven uit, op een heel eenvoudige manier, zonder haar te veroordelen.  Hij lacht haar niet uit, haar spreekt niet afkeurend over haar levensstijl, hij oordeelt niet.

Jezus zegt de waarheid.  Hierdoor voelt de vrouw zich begrepen, ze voelt zich aanvaard zoals ze is en ze voelt zich voor het eerst sinds lang geliefd.  Deze vrouw is verwonderd door de ontmoeting met Jezus en ze vertelt het aan heel veel mensen. 

Paus Johannes XXIII vergeleek de kerk met zo’n bron waar Jezus de Samaritaanse vrouw ontmoette.  Een bron waar iedereen water kan komen putten, ongeacht wie hij is of wat hij gedaan heeft.  Een bron die levend water geeft, de vriendschap van Jezus, die ons geen dorst meer zal doen hebben.  Wij mogen dichtbij komen en onze dorst lessen aan dit water.  Het water van de liefde en de vriendschap. 

De Heer leert ieder van ons om zelf een bron van liefde te zijn, zodat wij anderen die dorst hebben naar vriendschap te drinken kunnen geven. 

De leerlingen hebben er weer niet veel van begrepen.  Ze begrijpen al niet waarom Jezus met een vrouw staat te praten en al helemaal niet met een Samaritaanse!  Maar de vrouw heeft het wel begrepen en met haar veel Samaritanen. 

Bidden wij dat wij zoals de Samaritaanse vrouw met Jezus zouden spreken, bidden wij dat wij ons hart laten raken door zijn vriendschap en dat wij een bron van levend water mogen worden voor velen.