Mt. 6, 24-34
Beste vrienden,
De woorden van Jezus
doen ons nadenken over ons eigen leven, wat ons bezighoudt, waarover wij ons
druk maken in ons leven. maak je
geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch over je
lichaam en over wat je zult aantrekken. En
wat maken jullie je zorgen over kleding?
Jezus zegt: Kijk naar
de vogels in de lucht en de lelies in het veld.
En toch, maken wij ons druk over wat we graag zouden hebben en niet
krijgen… En toch maken wij ons druk om die nieuwe schoenen die zo in de mode
zijn en die we nog niet hebben… en toch maken wij ons druk om een nieuw
speelgoed te krijgen, zelfs als we al veel andere dingen hebben…
Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat
alles nodig hebben.
Zoek liever eerst het koninkrijk van God en
zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.
Wij zijn gemaakt omdat
de Heer het wil, wij zijn gemaakt door één enkele vader. Dat maakt ons automatisch broers en zussen
van elkaar. Christenen vormen samen een
gemeenschap. Een gemeenschap betekent
een verbond. Door opgenomen te worden in
de gemeenschap van christenen, krijgen wij een grote familie cadeau, verspreid
over de hele wereld.
Het eerste geschenk
dat we hebben gekregen is ons leven zelf.
Niemand van ons heeft zelf beslist om geboren te worden. Het is een geschenk. Een geschenk dat wij altijd opnieuw naar
waarde moeten schatten. Ons tweede
geschenk was ons doopsel. Met het
doopsel krijgen wij een nieuw leven: een leven als leerling van Jezus, met een
familie van broers en zussen aan onze zijde.
Al de rest krijg je er extra bij.
Alles begint bij de
dankbaarheid om dit leven, om de kansen die we krijgen. Onze eerste zorg moet dus niet zijn wat we
gaan eten of drinken, of wat we gaan aandoen, maar wel hoe kunnen we God danken
voor deze geschenken?
En als zovele mensen
niet genoeg eten hebben en sterven van honger en dorst, dan is dat omdat de
andere mensen die wel genoeg hebben, het koninkrijk van God niet zoeken en hun
naasten niet als broers en zussen zien. Omdat
die andere mensen alleen voor zichzelf zorgen en aan zichzelf denken.
Komende woensdag start
de Vasten. Een tijd van terugkeer naar
de Heer. Een tijd van bidden en
vasten. Minder aan onszelf geven, zodat
er meer plaats in ons hart komt voor de liefde voor God en dus ook voor alle
broers en zussen.
Niemand kan twee heren dienen: hij zal de
eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de
ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon, zegt Jezus.
Wij moeten kiezen: ofwel is ons hart en onze gedachten vol van onszelf,
van geld, van dingen voor onszelf.
Ofwel openen wij ons hart voor de Heer, maken wij onszelf kleiner zodat
Hij groter kan worden in ons leven.
En zo wordt de andere
een vijand, waartegen je je moet beschermen.
Zo komt het dat wij muren rond ons bouwen om de zwakkeren buiten te
houden. Dat is de muur die rond Europa
gebouwd wordt in de vorm van hele strenge wetten om naar hier te komen, om de
arme vluchtelingen uit het zuiden tegen te houden.
Als wij enkel voor het
geld, voor het uiterlijke leven, zullen wij niet écht gelukkig zijn. We willen altijd meer, nooit zal het genoeg
zijn. Maar wij vinden gemakkelijk dat
Jezus overdrijft. We kunnen toch een
beetje van alletwee doen? Een beetje van
het goede en toch genoeg voor onszelf vragen?
Dan is toch iedereen gelukkig?
Nee, de Heer is niet
tevreden met een beetje. Jezus zegt het
heel duidelijk: je kan niet twee meesters dienen. De Heer eist veel van ons, omdat hij ons zo
graag ziet. Dat horen we in de eerste
lezing van de profeet Jesaja: als het volk denkt dat God hen in de steek heeft
gelaten, zegt hij: Maar kan een vrouw
haar zuigeling vergeten of harteloos zijn tegen het kind dat zij droeg? Zelfs al
zou zij het vergeten, ik vergeet jou nooit.
De Heer vergeet ons
nooit. Maar zegt Jezus nu dat we niet
moeten werken? Dat we ons geen zorgen
moeten maken want dat we alles wel zullen krijgen? Nee, Jezus vraagt ons om een keuze te maken
van het hart. Waar bekommeren wij ons
om? Waar maken we ons zorgen om? Is dat om het geld? Of is dat om het goede te doen voor onze
naasten? Waarvoor willen wij leven?
Dat is de keuze die wij moeten maken. Wij moeten het koninkrijk van God zoeken: dat is goedheid, medelijden, barmhartigheid, broederlijkheid en vriendschap. En al de rest zal ons erbij gegeven worden.
Bidden wij dan voor
onszelf, dat wij altijd ervoor kiezen om de Heer te dienen, dat wij betere
broers en zussen van elkaar worden en van de armen. Bidden wij voor al wie zwak is, bidden wij
voor al wie in nood is. Laat ons vandaag
ook speciaal bidden voor Josephine, bejaarde van Simeon en Hannah, die deze
week gestorven is. Dat ze wordt
opgenomen in de liefde van de Heer.