Mt. 5, 38-48
Beste vrienden,
We lazen vandaag het
slot van de bergrede. Het vijfde
hoofdstuk van het evangelie volgens Matteus begint zo: Toen hij
de mensenmassa zag, ging hij de berg op. Daar ging hij zitten met zijn
leerlingen om zich heen. Hij nam het
woord en onderrichtte hen. En dan
spreekt Jezus eerst de zaligsprekingen uit: Zalig de armen van geest, hen
behoort het Rijk der Hemelen, zalig de treurenden, zalig wie honger heeft,
zalig wie vervolgd wordt…
Vorige week hoorden we
dat Jezus tegen zijn leerlingen zei: Jullie
zijn het zout der aarde. Maar als het
zout zijn kracht verliest, waartoe dient het dan?
Op de berg spreekt Jezus zijn leerlingen en de mensenmassa toe. Hij legt hen het fundament, het belangrijkste van Zijn boodschap uit. En dat is God graag zien en de armen herkennen als het beeld van God en dus graag zien zoals je jezelf graag ziet.
Op de berg spreekt Jezus zijn leerlingen en de mensenmassa toe. Hij legt hen het fundament, het belangrijkste van Zijn boodschap uit. En dat is God graag zien en de armen herkennen als het beeld van God en dus graag zien zoals je jezelf graag ziet.
Vandaag spreekt Jezus
over de wraak en over de liefde voor de vijanden. Je andere wang aanbieden. Jezus spreekt hier over de wet uit het Oude
Testament. Het was eigenlijk best een
eerlijke wet: een oog voor een oog. Deze
wet had tot doel dat mensen niet zouden overdrijven in hun wraak. Dat wanneer hen iets aangedaan was, dat ze
dan alleen exact hetzelfde mochten terugdoen en niet iets veel ergers. Want in die tijd, en jammer genoeg ook
vandaag nog, is wraak een heel sterk gevoel en kunnen mensen uit wraak veel
ergere dingen doen dan wat hen is aangedaan.
Zo horen we som verhalen uit Afrika waar mensen op straat vermoord kunnen
worden omdat ze iets gestolen hebben.
Die oude wet legde een
grens op aan de wraak, ze hield de wraak in toom. Maar Jezus gooit deze wet helemaal omver en
brengt ons een geheel nieuwe kijk op wraak.
We mogen ons niet alleen niet langer wreken. Jezus vraagt ons zelfs om helemaal niet te
reageren met iets slechts, hij vraagt ons om te reageren met iets goeds, met
een teken van liefde.
Als iemand je op de
rechterwang slaat, keer hem dan ook je linker toe. Als iemand je onderkleed vraagt, geef ook je
bovenkleed. Als iemand je vraagt een
mijl mee te gaan, ga er dan twee mee.
Jezus vraagt zijn
leerlingen om altijd op het kwade te antwoorden met het goede. Hij weet dat wij zo het hart van wie geweld
aandoet kunnen bekeren. Met hardheid
antwoorden, zal niemand veranderen.
Integendeel, het zal de vijandigheid alleen maar bevestigen. Om het Kwade te kunnen bevechten, moeten wij
het in de wortel uitroeien.
Maar dan kunnen we
denken dat Jezus nu toch wel wat overdrijft.
Dat zo’n houding niet echt voor ons is, dat het te moeilijk is. We denken dat zo’n houding van liefde enkel
weggelegd is voor een paar uitzonderlijke personen.
Maar Jezus heeft
vertrouwen in ons. Hij weet dat wij
groot kunnen zijn, als we onszelf kunnen overstijgen. Hij gaat zelfs nog een stap verder: heb je
vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, alleen dan zijn jullie
werkelijk kinderen van je Vader in de hemel.
Met deze woorden
schrapt Jezus het woord vijand uit het woordenboek. Hij doet het niet langer bestaan. Want als je je vijanden liefhebt, dan zijn
het niet langer je vijanden ook al behandelen ze je misschien nog altijd
slecht. Als je je vijanden liefhebt,
verdwijnen alle slechte gevoelens uit jouw hart en is er alleen nog plaats voor
liefde. Zo zullen we met vriendschap
kunnen antwoorden en het Kwade overwinnen.
Jezus vraagt ons om
medelijden te hebben met degene die kwaad doet.
Voor de christenen bestaan er geen vijanden, alleen naasten. Het evangelie dat ons vraagt om elke zonde
te vergeven is inderdaad een vreemde boodschap, ze is anders dan onze
gewoonlijke manier van denken. En als ze ons dan ook nog vragen om onze
vijanden lief te hebben, vinden we het overdreven en denken we gemakkelijk dat
dit niet voor ons is.
Jezus wil het hart van
de mensen verruimen. Hij wil ons volmaakt
maken. Volmaakt in de liefde. De liefde voor onze naasten.
Om deze volmaaktheid
te bereiken, is het nodig om naar Jezus te komen luisteren. Om ons elke week te laten voeden door Zijn
Woord. Binnenkort begint de
veertigdagentijd. Een tijd van vasten en
bidden. Iedereen kan al eens nadenken
hoe hij deze vastentijd wil beleven. Wat
hij zichzelf gaat ontzeggen, zodat hij minder aan zichzelf denkt en meer aan de
anderen.
Bidden wij vandaag
voor de mensen in Oekraïne, voor al wie familie of vrienden verloren heeft in
deze tijden van revolutie. Bidden wij
voor de toekomst van dit land. Dat de
rust er snel mag terugkeren. Bidden wij
voor Syrië. Voor het einde van alle
geweld en oorlog. Bidden wij voor
onszelf, dat wij onze naasten liever zouden zien en op het kwade zouden
antwoorden met het goede.