Alle stammen van
Israël kwamen bij David in Hebron en zeiden tegen hem: ‘Hier zijn we, uw eigen
vlees en bloed. Ook vroeger al, toen
Saul nog over ons regeerde, was u degene die de troepen van Israël aanvoerde.
De Heer heeft u beloofd: Jij zult mijn volk, Israël, weiden; jij zult vorst
over Israël zijn.’ De oudsten van Israël kwamen bij de koning in Hebron. Daar
sloot koning David ten overstaan van de Heer een verdrag met hen, en zij
zalfden hem tot koning van Israël.
Lc 23, 35-43
Het volk stond toe te
kijken. De leiders hoonden hem en zeiden: ‘Anderen heeft hij gered; laat hij nu
zichzelf redden als hij de messias van God is, zijn uitverkorene!’ Ook de soldaten dreven de spot met hem, ze
gingen voor hem staan en boden hem zure wijn aan, terwijl ze zeiden: ‘Als je de koning van de
Joden bent, red jezelf dan!’ Boven hem was een opschrift aangebracht: ‘Dit is
de koning van de Joden’. Een van de
gekruisigde misdadigers zei spottend tegen hem: ‘Jij bent toch de messias? Red
jezelf dan en ons erbij!’ Maar de ander wees hem terecht met de woorden: ‘Heb
jij dan zelfs geen ontzag voor God nu je dezelfde straf ondergaat? Wij hebben
onze straf verdiend en worden beloond naar onze daden. Maar die man heeft niets
onwettigs gedaan.’ En hij zei: ‘Jezus, denk aan mij wanneer u in uw koninkrijk
komt.’Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het
paradijs zijn.’
Beste vrienden,
Met deze 34ste
zondag komen we aan het einde van het kerkelijk jaar. Alleen mensen die naar de kerk gaan, weten
dat. Er is immers geen aandacht voor in
de media, het lijkt onopgemerkt voorbij te gaan. De meting van de kerkelijke tijd staat
helemaal los van hoe de wereld tijd meet: geen schooljaar, geen kalenderjaar,… Alsof
de kerk ons hiermee wil zeggen dat wij niet volgens het ritme van de wereld
moeten leven. Dat de christenen een
ander ritme volgen, het ritme van het evangelie.
Vandaag viert de kerk
het feest van Christus Koning. Het liturgische jaar, dat is week na week de
ontmoeting met Jezus, zijn woorden overdenken, ons hart laten kneden door de
liefde van God. Op deze laatste zondag
van het kerkelijke jaar zien we Jezus op het allereinde van zijn aardse
leven. De kerk toont ons vandaag hoe
Jezus koning is. In de eerste lezing
lazen we over hoe koning David tot koning van Israël gekroond werd.
Jezus komt uit de stam
van David. Hij komt uit deze oude
traditie van koningen. Maar Jezus is een
nieuwe koning. Hij behoort niet tot de
oude wereld van de mensen. Met hem
begint een nieuwe wereld. Een nieuwe
hemel en een nieuwe aarde.
De wereld van Jezus is
een andere dan de wereld die wij kennen.
Dat zien we in het evangelie dat we vandaag hoorden. Jezus is reeds aan het kruis genageld. Hij is bespot en geslagen. Ze hebben hem pijn gedaan, zijn kleren
gestolen, hem belachelijk gemaakt met een doek over zijn schouders als mantel
en met een kroon van doornen. En naast
hem op het kruis hangen nog twee misdadigers.
Jezus, de koning van Israël, hangt ter dood veroordeeld op het kruis,
omringd door misdadigers.
Het kruis is inderdaad
een vreemde troon en zijn hofhouding is nog vreemder: twee misdadigers. Jezus bevestigt echter dat hij koning is en
dat hij op zo’n manier koning moet zijn.
De apostel Paulus beschrijft het heel goed in zijn eerste brief aan de Corinthiërs:
De Joden vragen om wonderen en de Grieken
zoeken wijsheid, maar wij verkondigen
een gekruisigde Christus, voor Joden aanstootgevend en voor heidenen dwaas.
Jezus had het zelf
meerdere keren aan zijn leerlingen verteld dat hij op een andere manier koning
zou zijn. Hij zei tegen hen op het
laatste avondmaal: ‘Vorsten oefenen heerschappij uit over de aan hen onderworpen volken, en
wie macht heeft laat zich weldoener noemen. Laat dat bij jullie niet zo zijn! De
belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar. Want wie is belangrijker, degene die aanligt
om te eten of degene die bedient? Is het niet degene die aanligt? Maar ik ben
in jullie midden als iemand die dient.
Jezus is de eerste die
zijn evangelie beleeft zowel in zijn leven als in zijn dood. Hij is die arme, zwakke koning die geboren
wordt in een stal en die sterft op een kruis.
En de mensen begrijpen er niets van.
Ook wij begrijpen er vaak niets van.
Samen met de gekruisigde misdadiger roepen wij: ‘Jij bent toch de messias? Red jezelf dan en ons erbij!
Red jezelf. Red ons erbij. Dat lijken wij al van kleins af aan mee te
krijgen. Zorg voor jezelf. Zie eerst dat je het zelf goed hebt. Denk eerst aan jezelf. Jezus overwint deze ijzeren wet die de mensen
vanaf het begin van de mensheid blijven herhalen. Hij overwint deze wet op het kruis.
Hij overwint hem door
niet toe te geven aan de drang om zichzelf te redden. Nee, hij toont dat hij zijn leven kan
verliezen. En door het te verliezen,
redt hij het. Door het te verliezen, kan
Jezus verrijzen.
Volgende week begint
de advent. Vier weken waarin we
uitkijken naar de komst van Jezus, koning van ons leven. Bidden wij dan dat wij ons hart zouden laten
raken door de woorden van Jezus, dat wij zouden breken met ons oude leven dat
enkel draait om onszelf. Bidden wij voor
al wie in nood is, voor al wie op de vlucht is, voor wie in oorlog leeft. Bidden wij voor de slachtoffers van de
typhoon op de Filipijnen.