Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

zondag 6 oktober 2013

Hab 1, 2-3; 2,2-4
Hoe lang nog, Heer, moet ik om hulp roepen en luistert u niet, moet ik ‘Geweld!’ schreeuwen en brengt u geen redding?  Waarom toont u mij dit onheil en ziet u zelf de ellende aan? Ik zie slechts verwoesting en geweld, opkomende twist en groeiende tweedracht.

Dit was het antwoord van de Heer. Schrijf dit visioen op, grif het duidelijk in platen, zodat het snel te lezen is.  Het visioen wacht tot zijn tijd gekomen is, het getuigt ervan, het liegt niet. Ook al is het nog niet vervuld, wacht maar, het komt zeker, het zal niet uitblijven.  Wie niet oprecht is kwijnt weg, maar de rechtvaardige zal leven door zijn trouw.

Lc 17, 5-10

Toen zeiden de apostelen tegen de Heer: ‘Geef ons meer geloof!’ De Heer zei: ‘Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje, zouden jullie tegen die moerbeiboom zeggen: “Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee!” en hij zou jullie gehoorzamen.

Als iemand van jullie een knecht zou hebben die ploegt of de kudden weidt, dan zal hij, wanneer die thuiskomt van het land, toch niet tegen hem zeggen: “Ga maar meteen aan tafel”? Zal hij niet veel eerder tegen hem zeggen: “Maak iets te eten voor me klaar, doe je gordel om en bedien me terwijl ik eet en drink, en daarna kun je zelf eten en drinken”? Hij bedankt de knecht toch niet omdat die gedaan heeft wat hem is opgedragen?  Hetzelfde geldt voor jullie; wanneer jullie alles gedaan hebben wat jullie is opgedragen, zeg dan: “Wij zijn maar knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan.”’

Beste vrienden,

Hoe lang nog, Heer, moet ik om hulp roepen en luistert u niet, moet ik ‘Geweld!’ schreeuwen en brengt u geen redding?   Met deze woorden start de profeet Habakuk zijn dialoog met God.  We weten niet veel van deze profeet.  Hij praat met God en vraagt hem waarom het volk onderdrukt wordt.  De profeet ziet lijden onder zijn ogen, zie geweld, gevechten, onenigheid.  En God lijkt niets te doen, lijkt onverschillig voor dit lijden. 

Deze dagen kunnen we niet anders dan te denken aan de vreselijke ramp die gebeurd is aan het eiland Lampedusa, dichtbij de Italiaanse kust.  Een schip, geladen met honderden Afrikaanse vluchtelingen, is gezonken nabij de kust.  Heel veel mensen zijn verdronken omdat ze niet op tijd gered konden worden van de kracht van het koude water. 

Paus Franciscus noemde de dood van deze arme mensen een schande.  In juli was paus Franciscus nog op bezoek geweest op dit eiland en zei hij aan de Europeanen dat ze niet onverschillig mochten blijven tegenover het lijden van deze vluchtelingen.

De profeet Habakuk lijkt God uit te dagen.  Waarom ziet u de ellende aan?  Waarom doet u niets tegenover dit lijden?

En God spreekt tot de profeet.  En door de woorden aan de profeet, spreekt hij tot ons allemaal.   Hij zegt dat het visioen vervuld zal worden en dat wie niet oprecht is wegkwijnt, maar de rechtvaardige zal leven door zijn trouw.  De rechtvaardige zal zijn leven redden door zijn vertrouwen op de Heer. 

Tegenover de erge dingen die gebeuren, moet elke christen zijn geloof terug ontdekken.  Vertrouwen wij genoeg op God zodat ons geloof standhoudt?  Of wankelt ons geloof zodra we moeilijkheden tegenkomen op onze weg?  Is ons geloof alleen maar sterk als alles goed gaat?

Het evangelie volgens Lucas begint met  het gebed dat de leerlingen aan Jezus richten: ‘Geef ons meer geloof! Dit is ongetwijfeld het gebed dat ook wij deze dagen aan de Heer moeten richten.  Geef ons meer geloof, Heer.  Doe ons meer vertrouwen op U, ook als er moeilijkheden op onze weg komen.  We horen het antwoord van Jezus: Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje, zouden jullie tegen die moerbeiboom zeggen: “Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee!” en hij zou jullie gehoorzamen.

Jezus lijkt ons te zeggen: het is niet nodig om een heel groot geloof te hebben.  Al is het maar zo groot als een mosterdzaadje, één van de kleinste zaadjes die bestaan, dan nog zouden we al in staat zijn om grote daden te doen.  Een moerbeiboom is een grote boom met een dikke stam.  Geen klein boompje dat je gemakkelijk uit de grond zou kunnen trekken.  Jezus stelt ons voor dat we iets wat onmogelijk lijkt, kunnen doen als we geloven. 

En wanneer jullie alles gedaan hebben wat jullie is opgedragen, zeg dan: “Wij zijn maar knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan.”’  Dat moet elke christen altijd onthouden.  Wij zijn dienaars, wij zijn geen meesters.  Jezus heeft ons als eerste geleerd om dienaar te zijn, toen hij de voeten van zijn leerlingen waste.

Wij zijn gewend om fier te zijn om wat we kunnen en om aandacht voor onszelf op te eisen.  Deze woorden klinken ons dan ook vreemd in de oren.  Maar het is met deze woorden dat wij ons vertrouwen in de Heer kunnen stellen en een nieuwe toekomst kunnen uitbouwen. 

Bidden wij dan vandaag voor alle mensen die gestorven zijn in de zee voor Lampedusa.  Voor hun familie die achterblijft.  Bidden wij dat Europa de vluchtelingen gastvrij zou ontvangen zodat niemand zijn leven meer hoeft te riskeren om naar hier te komen.

Bidden wij voor alle mensen die in armoede leven, die op de vlucht zijn voor honger, oorlog of geweld. 

Bidden wij ook voor onszelf, dat wij zouden groeien in geloof en in liefde voor onze naasten, dichtbij en veraf.