Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

zondag 9 juni 2013

1 Kon. 17, 17-24

 Uit het eerste boek Koningen

 Enige tijd later werd het kind van Elia’s gastvrouw ziek, en wel zo ernstig dat ten slotte alle leven uit hem week.  Toen zei de vrouw tegen Elia: ‘Wat heb ik u misdaan, godsman? Bent u soms naar me toe gekomen om mijn zonden aan het licht te brengen en mijn zoon te doden?’  ‘Geef mij uw zoon,’ zei hij, en hij nam de jongen van haar schoot en droeg hem naar boven, naar de kamer die hij in gebruik had, en legde hem op zijn eigen bed.  Toen riep hij de HEER aan en vroeg: ‘HEER, mijn God, waarom treft u juist deze weduwe, die mij gastvrijheid verleent, door haar zoon te doden?’  Hij strekte zich driemaal over het kind uit, daarbij de HEER aanroepend met de woorden: ‘HEER, mijn God, laat toch de levensadem in de borst van dit kind terugkeren.’  De HEER verhoorde Elia’s smeekbede: de levensadem keerde terug in de borst van het kind, en het leefde weer.  Elia nam het kind op, droeg het naar beneden en gaf het aan zijn moeder terug. ‘Kijk, uw zoon leeft,’ zei hij.  Toen zei de vrouw tegen Elia: ‘Nu weet ik dat u door God gezonden bent en dat u werkelijk namens de HEER spreekt.’

 Woord van God

 Lc. 7, 11-17

Uit het evangelie volgens Lucas
Niet lang daarna ging Jezus naar een stad die Naïn heet, en zijn leerlingen en een grote menigte gingen met hem mee.  Toen hij de poort van de stad naderde, werd er net een dode naar buiten gedragen, de enige zoon van een weduwe. Een groot aantal mensen vergezelde haar.  Toen de Heer haar zag, werd hij door medelijden bewogen en zei tegen haar: ‘Weeklaag niet meer.’  Hij kwam dichterbij, raakte de lijkbaar aan – de dragers bleven stilstaan – en zei: ‘Jongeman, ik zeg je: sta op!’  De dode richtte zich op en begon te spreken, en Jezus gaf hem terug aan zijn moeder.  Allen werden vervuld van ontzag en loofden God met de woorden: ‘Een groot profeet is onder ons opgestaan,’ en: ‘God heeft zich om zijn volk bekommerd!’  Het nieuws over hem verspreidde zich in heel Judea en in de wijde omtrek.
Woord van God
Beste vrienden
Het evangelie vertelt over Jezus die op de straten en de pleinen van de aarde rondloopt, gevolgd door zijn leerlingen en door een grote menigte.  Dit is een beeld dat vaak terugkomt in elk evangelie.  Die reizen die Jezus deed, deed hij niet om er zelf plezier aan te beleven of om er zelf beter van te worden.  Vanaf het begin van de reizen van Jezus, van zijn ‘openbare leven’, legt het evangelie uit dat Jezus de mensen ontmoette omdat hij medelijden met hen had.  Omdat ze waren als schapen zonder herder.
Zoals het in het evangelie volgens Matteus staat: Toen hij de mensenmenigte zag, voelde hij medelijden met hen, omdat ze er uitgeput en hulpeloos uitzagen, als schapen zonder herder.
In het evangelie van Lucas dat we deze zondag horen, ontmoeten we Jezus die het stadje Naïm nadert.  Toen hij de poort naderde, kwam hij een andere stoet tegen.  Het is een lijkstoet.  De mensen lopen achter de kist van iemand die gestorven is, ze gaan mee tot aan het kerkhof waar de dode begraven zal worden.  De mensen gaan mee met de arme moeder, een weduwe die haar enige zoon moet gaan begraven. 
Jezus zet zijn weg niet gewoon verder.  Hij had de lijkstoet eerbiedig kunnen laten voorbijgaan, hij had eer kunnen betonen aan de weduwe en haar zijn spijt kunnen betuigen en daarna de stoet eerbiedig kunnen laten voortgaan. 
Jezus kijkt naar deze stoet, ziet de arme weduwe die weent omdat ze haar enige zoon verloren is en hij krijgt medelijden.  Het woord medelijden lijkt niet meer zoveel waard in onze huidige wereld.  Het lijkt niet zo krachtig.  Het is een gevoel geworden, iets kleins, iets dat je bijna kan misprijzen.  Het is iets dat ons niet langer doet stoppen, het is niet mee-lijden.  Mee pijn hebben, de pijn van een ander mee dragen. 
Nochtans is het medelijden het hart van heel de Bijbel.  Heel de Schrift door vertelt over het medelijden dat God heeft voor zijn volk.  In de Schrift is het woord medelijden wél een sterk woord: het betekent ‘een liefde die je doet wegkijken van jezelf om de andere graag te zien’.

Het verhaal dat we lazen uit het oude testament, uit het eerste boek Koningen, is eigenlijk een voorloper van het medelijden van God die zijn zoon Jezus geboren doet worden tussen de mensen om hen te bevrijden.  Zo stuurt God doorheen de geschiedenis ook profeten naar de mensen, omdat hij medelijden heeft met zijn volk, omdat hij ziet dat de mensen ongelukkig zijn als ze ver van God zijn.

Medelijden is een sterk gevoelen.  Het medelijden zorgt ervoor dat Jezus die lijkstoet tegenhoudt.  Hij spreekt direct tegen die jongeman en zegt:  Jongeman, ik zeg je: sta op!

Die jongeman staat op zodra hij de stem van Jezus hoort en hij begint te praten.  Het woord van Jezus doet mensen opstaan, het schept opnieuw leven.  Het doet mensen opstaan van een leven dat dood leek.  Waarom?  Omdat de woorden van Jezus vol zijn van medelijden, van oprechtheid, van liefde.  Je kan er niet aan weerstaan.  Deze jongeman hoort Jezus en staat op, hoewel hij dood was.  Zoals de honderdman die tegen Jezus zegt: Spreek slechts één woord en mijn dienaar zal gezond zijn. 
Het Woord van Jezus is sterk, want het is vol van liefde en medelijden.  De evangelist vertelt niet wat deze jongeman zegt tegen Jezus, tegen zijn moeder of tegen de menigte.  En dat is eigenlijk ook helemaal niet zo belangrijk. 
Wel moeten de leerlingen van Jezus leren om met hetzelfde medelijden naar de mensen te kijken.  Naar wie dood lijkt, omdat niemand nog naar hem omkijkt.   Wij moeten opnieuw van Jezus het medelijden leren.  Wij mogen niet langer alleen maar denken aan onszelf, alleen met onze eigen zaken bezig zijn.

Jezus zegt het zelf in het evangelie volgens Johannes: Waarachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat.  Laat ons dus meer op Jezus vertrouwen en minder op onszelf.  Laat ons luisteren naar het Woord van het evangelie en het in ons hart bewaren.
Bidden wij dan dat wij het medelijden van Jezus leren.  Dat wij niet alleen aan onszelf denken maar vooral aan wie alleen is, aan wie zwak of ziek is, aan wie in armoede leeft of ter dood veroordeeld is. 

Bidden wij dat wij zoals Jezus tot de mensen zouden spreken, met liefde, met medelijden, opdat hun leven echt zou veranderen en ze opnieuw leven zouden vinden.