Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

Zondag 16 juni 2013


2 Samuel 12, 7-10.13

Uit het tweede boek Samuel,

Toen zei Natan: ‘Die man, dat bent u! Dit zegt de HEER, de God van Israël: Ik was het die je zalfde tot koning van Israël, ik was het die je redde uit de greep van Saul. Have en goed van je heer, en de vrouwen van je heer erbij, heb ik jou in de schoot geworpen; de heerschappij over Israël en Juda heb ik aan jou overgedragen. Als dat je te weinig is, zal ik er nog het een en ander aan toevoegen.  Waarom heb je dan mijn geboden met voeten getreden door iets te doen dat slecht is in mijn ogen? De Hethiet Uria is door jouw toedoen gedood. Je hebt hem zijn vrouw afgenomen en hem in de strijd tegen de Ammonieten laten vermoorden. Welnu, voortaan zullen moord en doodslag in je koningshuis om zich heen grijpen, omdat je mij hebt getrotseerd en de vrouw van Uria tot vrouw hebt genomen.

David antwoordde Natan: ‘Ik heb gezondigd tegen de HEER.’ Toen zei Natan: ‘De HEER vergeeft u die zonde, u zult niet sterven.
 
Woord van God

Lc. 7, 36 – 8, 3
Uit het evangelie volgens Lucas
Een van de Farizeeën nodigde hem uit voor de maaltijd, en toen hij het huis van de Farizeeër was binnengegaan, ging hij aan tafel aanliggen. Een vrouw die in de stad bekendstond als zondares had gehoord dat hij bij de Farizeeër thuis zou eten, en ze ging naar het huis met een albasten flesje met geurige olie. Ze ging achter Jezus staan, aan het voeteneinde van het aanligbed; ze huilde en zijn voeten werden nat door haar tranen. Ze droogde ze met haar haar, kuste ze en wreef ze in met de olie. Toen de Farizeeër die hem had uitgenodigd dit zag, zei hij bij zichzelf: Als hij een profeet was, zou hij weten wie de vrouw is die hem aanraakt, dat ze een zondares is. Maar Jezus zei tegen hem: ‘Simon, ik heb je iets te zeggen.’ ‘Meester, spreek!’ zei hij. ‘Er was eens een geldschieter die twee schuldenaars had: de een was hem vijfhonderd denarie schuldig, de ander vijftig. Omdat ze het geld niet konden terugbetalen, schold hij beiden hun schuld kwijt. Wie van de twee zal hem de meeste liefde betonen?’ Simon antwoordde: ‘Ik veronderstel degene aan wie hij het grootste bedrag heeft kwijtgescholden.’ Hij zei tegen hem: ‘Dat is juist geoordeeld.’ Toen draaide hij zich om naar de vrouw en vroeg aan Simon: ‘Zie je deze vrouw? Ik ben in jouw huis te gast, en je hebt me geen water voor mijn voeten gegeven; maar zij heeft met haar tranen mijn voeten natgemaakt en ze met haar haar afgedroogd. Je hebt me niet begroet met een kus; maar zij heeft, sinds ik hier binnenkwam, onophoudelijk mijn voeten gekust. Je hebt mijn hoofd niet met olie ingewreven; maar zij heeft met geurige olie mijn voeten ingewreven. Daarom zeg ik je: haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele, want ze heeft veel liefde betoond; maar wie weinig wordt vergeven, betoont ook weinig liefde.’ Toen zei hij tegen haar: ‘Uw zonden zijn u vergeven.’ Zijn tafelgenoten dachten bij zichzelf: Wie is hij, dat hij zelfs zonden vergeeft? Hij zei tegen de vrouw: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede.’

Kort daarop begon hij rond te trekken van stad tot stad en van dorp tot dorp om het goede nieuws over het koninkrijk van God te verkondigen. De twaalf vergezelden hem, en ook enkele vrouwen die van boze geesten en ziekten genezen waren: Maria uit Magdala, bij wie zeven demonen waren uitgedreven, Johanna, de vrouw van Chusas, de rentmeester van Herodes, en Susanna – en nog tal van anderen, die uit hun eigen middelen voor hen zorgden.
Woord van God

Beste vrienden
Het evangelie van deze elfde zondag doet ons binnenkomen in het huis van een Farizeeër, Simon genaamd.  Simon had Jezus uitgenodigd om bij hem te komen eten.  Toen ze aan tafel waren kwam er een vrouw uit de stad die bekend stond als zondares.  Deze vrouw komt tot bij Jezus, valt aan zijn voeten en begint met haar tranen zijn voeten te wassen, ze droogt zijn voeten af met haar haren en wrijft ze dan in met olie, die ze had meegebracht in een klein flesje.  Dit was een ongewoon gebaar en we kunnen de reactie van de Farizeeër begrijpen.  Hij keurt het niet goed dat de vrouw dit gebaar tegenover Jezus stelt.  Maar hij keurt het tegelijkertijd ook niet goed dat Jezus dit toelaat.  Want deze vrouw was een zondares!  De Farizeeër denkt dat Jezus het niet goed begrepen heeft, wie die vrouw juist was.  Hij denkt dat Jezus een beetje vreemd is aan de wereld en dat hij niet heel realistisch is.

Maar het is eigenlijk andersom.  Het zijn de getuigen van dit schouwspel die er niet veel van begrijpen.  Ze begrijpen de liefde van deze vrouw voor Jezus niet, ze begrijpen niet dat ze vergeving zoekt voor de fouten die ze gemaakt heeft.  En ze begrijpen dat liefde van Jezus al helemaal niet.  Simon, de Farizeeër, durft als gastheer zijn gast stilletjes in zichzelf te bekritiseren.  Als hij een profeet was, zou hij weten wie de vrouw is die hem aanraakt, dat ze een zondares is. 
Simon zijn hart was verhard waardoor hij de zachtheid en tederheid van dit gebaar niet begreep.  Hij was vol oordelen en vooroordelen zodat hij blind was voor de liefde die uit dit tafereel sprak.  Maar Jezus wil dit moment niet zomaar laten voorbijgaan.  Hij legt het uit aan de hand van een parabel.  Daarom spreekt Jezus ook rechtstreeks tot Simon, hij noemt hem bij naam.  Hij doet niet zoals Simon die stilletjes bij zichzelf een mening over Jezus vormde maar het niet luidop durfde te zeggen.

Jezus spreekt vaak met parabels.  Het is zijn manier om de dingen uit te leggen zodat wij ze zouden begrijpen.  Jezus is niet op de aarde gekomen om wetten op te leggen.  Hij is gekomen om de mensen te redden, door ons menselijker te maken, minder ongevoelig.  De parabel die Jezus vertelt spreekt over een geldschieter die twee schuldenaars had: de een was hem vijfhonderd denarie schuldig, de ander vijftig. Omdat ze het geld niet konden terugbetalen, schold hij beiden hun schuld kwijt.
Een denarie was een zilveren munt, een van de meest gangbare munten in het Romeinse Rijk.  Vijfhonderd denarie was heel veel geld.  En Jezus vraagt : Wie van de twee zal hem de meeste liefde betonen?  Simon zijn antwoord is correct: degene aan wie hij het grootste bedrag heeft kwijtgescholden. Maar Simon begrijpt niet dat hij door dit antwoord zichzelf beschuldigt.  Jezus legt het uit aan Simon.  Simon heeft Jezus niet op dezelfde manier ontvangen als deze vrouw heeft gedaan. 

Jezus leert Simon en ons allemaal hiermee dat de liefde altijd op de eerste plaats komt.  Door de ontmoeting met Jezus, begrijpt de vrouw dat ze vergeving moet vragen voor haar fouten en dat doet ze op een heel concrete manier.  Daarom zegt Jezus ook tegen haar:  Uw zonden zijn u vergeven.’

Dat is wat er ook bij ons gebeurd. De ontmoeting met Jezus doet ons begrijpen dat we maar kleine mensen zijn die fouten maken.  Maar Jezus veroordeelt ons niet zoals Simon deed bij de vrouw.  Jezus ziet ons graag en vergeeft ons onze fouten.  Hij vraagt van ons dat wij hetzelfde doen.  Dat wij niet oordelen over de fouten die anderen maken.  Maar dat wij in ons eigen hart kijken en aan onze eigen fouten werken.
Het is waarschijnlijk niet toevallig dat de evangelist dit verhaal eindigt met te zeggen dat Jezus door de straten van Galilea ging, met zijn leerlingen en een aantal vrouwen om overal zieken te genezen en aan alle mensen zijn boodschap van vrede te brengen.    Waar Jezus langskomt, ontstaat er een nieuwe hoop.  Een teken van die hoop zijn de vrouwen die meegingen.  In de tijd van Jezus was dat helemaal niet normaal.  Vrouwen werden minder belangrijk geacht dan mannen en het was al helemaal ondenkbaar dat ze samen met mannen op weg gingen. 

Dicht bij Jezus wordt een nieuwe gemeenschap gevormd, samen met de leerlingen en met de vrouwen, die bij naam genoemd worden en waarvan gezegd wordt dat ze uit hun eigen middelen voor hen zorgden.  Jezus geeft deze vrouwen dezelfde missie als zijn leerlingen: zijn boodschap verkondigen en de armen graag zien. 
Niemand wordt uitgesloten uit de groep vrienden van Jezus, niemand wordt te min geacht.  Bidden wij dan ook dat wij niet zouden oordelen over andere mensen, maar dat wij zoals Jezus zouden leren om iedereen graag te zien en om in iedereen het beste te zien.

Bidden wij voor alle landen in oorlog, voor de bevrijding van de twee bisschoppen in Syrië en voor alle kinderen die opgroeien in geweld.