2 Samuel 12, 7-10.13
Uit het tweede
boek Samuel,
Toen zei
Natan: ‘Die man, dat bent u! Dit zegt de HEER, de God van Israël: Ik was het
die je zalfde tot koning van Israël, ik was het die je redde uit de greep van
Saul. Have en goed van je heer, en de vrouwen van je heer erbij, heb ik jou in
de schoot geworpen; de heerschappij over Israël en Juda heb ik aan jou
overgedragen. Als dat je te weinig is, zal ik er nog het een en ander aan
toevoegen. Waarom heb je dan mijn
geboden met voeten getreden door iets te doen dat slecht is in mijn ogen? De
Hethiet Uria is door jouw toedoen gedood. Je hebt hem zijn vrouw afgenomen en
hem in de strijd tegen de Ammonieten laten vermoorden. Welnu, voortaan zullen
moord en doodslag in je koningshuis om zich heen grijpen, omdat je mij hebt
getrotseerd en de vrouw van Uria tot vrouw hebt genomen.
David
antwoordde Natan: ‘Ik heb gezondigd tegen de HEER.’ Toen zei Natan: ‘De HEER
vergeeft u die zonde, u zult niet sterven.
Woord van
God
Lc. 7,
36 – 8, 3
Uit het evangelie volgens Lucas
Een van de Farizeeën nodigde hem uit voor de maaltijd,
en toen hij het huis van de Farizeeër was binnengegaan, ging hij aan tafel
aanliggen. Een vrouw die in de stad bekendstond als zondares had gehoord dat
hij bij de Farizeeër thuis zou eten, en ze ging naar het huis met een albasten
flesje met geurige olie. Ze ging achter Jezus staan, aan het voeteneinde van
het aanligbed; ze huilde en zijn voeten werden nat door haar tranen. Ze droogde
ze met haar haar, kuste ze en wreef ze in met de olie. Toen de Farizeeër die
hem had uitgenodigd dit zag, zei hij bij zichzelf: Als hij een profeet was, zou
hij weten wie de vrouw is die hem aanraakt, dat ze een zondares is. Maar Jezus
zei tegen hem: ‘Simon, ik heb je iets te zeggen.’ ‘Meester, spreek!’ zei hij. ‘Er
was eens een geldschieter die twee schuldenaars had: de een was hem vijfhonderd
denarie schuldig, de ander vijftig. Omdat ze het geld niet konden terugbetalen,
schold hij beiden hun schuld kwijt. Wie van de twee zal hem de meeste liefde
betonen?’ Simon antwoordde: ‘Ik veronderstel degene aan wie hij het grootste
bedrag heeft kwijtgescholden.’ Hij zei tegen hem: ‘Dat is juist geoordeeld.’ Toen
draaide hij zich om naar de vrouw en vroeg aan Simon: ‘Zie je deze vrouw? Ik
ben in jouw huis te gast, en je hebt me geen water voor mijn voeten gegeven;
maar zij heeft met haar tranen mijn voeten natgemaakt en ze met haar haar
afgedroogd. Je hebt me niet begroet met een kus; maar zij heeft, sinds ik hier
binnenkwam, onophoudelijk mijn voeten gekust. Je hebt mijn hoofd niet met olie
ingewreven; maar zij heeft met geurige olie mijn voeten ingewreven. Daarom zeg
ik je: haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele, want ze heeft veel
liefde betoond; maar wie weinig wordt vergeven, betoont ook weinig liefde.’ Toen
zei hij tegen haar: ‘Uw zonden zijn u vergeven.’ Zijn tafelgenoten dachten bij
zichzelf: Wie is hij, dat hij zelfs zonden vergeeft? Hij zei tegen de vrouw:
‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede.’
Kort daarop begon hij rond te trekken van stad tot stad
en van dorp tot dorp om het goede nieuws over het koninkrijk van God te
verkondigen. De twaalf vergezelden hem, en ook enkele vrouwen die van boze
geesten en ziekten genezen waren: Maria uit Magdala, bij wie zeven demonen
waren uitgedreven, Johanna, de vrouw van Chusas, de rentmeester van Herodes, en
Susanna – en nog tal van anderen, die uit hun eigen middelen voor hen zorgden.
Woord van God
Beste vrienden
Het evangelie van deze elfde zondag doet ons binnenkomen in het huis
van een Farizeeër, Simon genaamd. Simon
had Jezus uitgenodigd om bij hem te komen eten.
Toen ze aan tafel waren kwam er een vrouw uit de stad die bekend stond
als zondares. Deze vrouw komt tot bij
Jezus, valt aan zijn voeten en begint met haar tranen zijn voeten te wassen, ze
droogt zijn voeten af met haar haren en wrijft ze dan in met olie, die ze had
meegebracht in een klein flesje. Dit was
een ongewoon gebaar en we kunnen de reactie van de Farizeeër begrijpen. Hij keurt het niet goed dat de vrouw dit
gebaar tegenover Jezus stelt. Maar hij
keurt het tegelijkertijd ook niet goed dat Jezus dit toelaat. Want deze vrouw was een zondares! De Farizeeër denkt dat Jezus het niet goed
begrepen heeft, wie die vrouw juist was.
Hij denkt dat Jezus een beetje vreemd is aan de wereld en dat hij niet
heel realistisch is.
Maar het is eigenlijk andersom.
Het zijn de getuigen van dit schouwspel die er niet veel van
begrijpen. Ze begrijpen de liefde van
deze vrouw voor Jezus niet, ze begrijpen niet dat ze vergeving zoekt voor de
fouten die ze gemaakt heeft. En ze
begrijpen dat liefde van Jezus al helemaal niet. Simon, de Farizeeër, durft als gastheer zijn
gast stilletjes in zichzelf te bekritiseren.
Als hij een profeet was, zou hij
weten wie de vrouw is die hem aanraakt, dat ze een zondares is.
Simon zijn hart was verhard waardoor hij de zachtheid en tederheid van
dit gebaar niet begreep. Hij was vol oordelen
en vooroordelen zodat hij blind was voor de liefde die uit dit tafereel
sprak. Maar Jezus wil dit moment niet
zomaar laten voorbijgaan. Hij legt het
uit aan de hand van een parabel. Daarom
spreekt Jezus ook rechtstreeks tot Simon, hij noemt hem bij naam. Hij doet niet zoals Simon die stilletjes bij
zichzelf een mening over Jezus vormde maar het niet luidop durfde te zeggen.
Jezus spreekt vaak met parabels.
Het is zijn manier om de dingen uit te leggen zodat wij ze zouden
begrijpen. Jezus is niet op de aarde
gekomen om wetten op te leggen. Hij is
gekomen om de mensen te redden, door ons menselijker te maken, minder
ongevoelig. De parabel die Jezus vertelt
spreekt over een geldschieter die twee schuldenaars had: de een was hem
vijfhonderd denarie schuldig, de ander vijftig. Omdat ze het geld niet konden
terugbetalen, schold hij beiden hun schuld kwijt.
Een denarie was een zilveren munt, een van de meest gangbare munten in
het Romeinse Rijk. Vijfhonderd denarie
was heel veel geld. En Jezus vraagt : Wie
van de twee zal hem de meeste liefde betonen?
Simon zijn antwoord is correct: degene aan wie hij het grootste bedrag
heeft kwijtgescholden. Maar Simon begrijpt niet dat hij door dit antwoord
zichzelf beschuldigt. Jezus legt het uit
aan Simon. Simon heeft Jezus niet op
dezelfde manier ontvangen als deze vrouw heeft gedaan. Jezus leert Simon en ons allemaal hiermee dat de liefde altijd op de eerste plaats komt. Door de ontmoeting met Jezus, begrijpt de vrouw dat ze vergeving moet vragen voor haar fouten en dat doet ze op een heel concrete manier. Daarom zegt Jezus ook tegen haar: Uw zonden zijn u vergeven.’
Dat is wat er ook bij ons gebeurd. De ontmoeting met Jezus doet ons
begrijpen dat we maar kleine mensen zijn die fouten maken. Maar Jezus veroordeelt ons niet zoals Simon
deed bij de vrouw. Jezus ziet ons graag
en vergeeft ons onze fouten. Hij vraagt
van ons dat wij hetzelfde doen. Dat wij
niet oordelen over de fouten die anderen maken.
Maar dat wij in ons eigen hart kijken en aan onze eigen fouten werken.
Het is waarschijnlijk niet toevallig dat de evangelist dit verhaal
eindigt met te zeggen dat Jezus door de straten van Galilea ging, met zijn
leerlingen en een aantal vrouwen om overal zieken te genezen en aan alle mensen
zijn boodschap van vrede te brengen. Waar Jezus langskomt, ontstaat er een nieuwe
hoop. Een teken van die hoop zijn de
vrouwen die meegingen. In de tijd van
Jezus was dat helemaal niet normaal.
Vrouwen werden minder belangrijk geacht dan mannen en het was al
helemaal ondenkbaar dat ze samen met mannen op weg gingen.
Dicht bij Jezus wordt een nieuwe gemeenschap gevormd, samen met de
leerlingen en met de vrouwen, die bij naam genoemd worden en waarvan gezegd
wordt dat ze uit hun eigen middelen voor
hen zorgden. Jezus geeft deze
vrouwen dezelfde missie als zijn leerlingen: zijn boodschap verkondigen en de
armen graag zien.
Niemand wordt uitgesloten uit de groep vrienden van Jezus, niemand
wordt te min geacht. Bidden wij dan ook
dat wij niet zouden oordelen over andere mensen, maar dat wij zoals Jezus
zouden leren om iedereen graag te zien en om in iedereen het beste te zien.
Bidden wij voor alle landen in oorlog, voor de bevrijding van de twee
bisschoppen in Syrië en voor alle kinderen die opgroeien in geweld.