Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

Zondag 2 juni 2013

Gen. 14, 18-20

Uit het boek Genesis

En Melchisedek, de koning van Salem, liet brood en wijn brengen. Hij was een priester van God, de Allerhoogste en sprak een zegen over Abram uit: ‘Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, schepper van hemel en aarde.

Gezegend zij God, de Allerhoogste: uw vijanden leverde hij aan u uit.’ Abram gaf aan Melchisedek een tiende van wat hij had heroverd.

Woord van God

Lc. 9, 11b- 17

Uit het evangelie volgens Lucas

Hij ontving hen vriendelijk en sprak tot hen over het koninkrijk van God, en degenen die genezing nodig hadden maakte hij weer gezond. De dag liep ten einde. De twaalf kwamen naar hem toe en zeiden: ‘Stuur de mensen weg, dan kunnen ze naar de dorpen en gehuchten in de omgeving gaan om daar te overnachten en op zoek te gaan naar eten, want dit is een afgelegen plaats.’ Maar hij zei tegen hen: ‘Geven jullie hun te eten.’ Ze zeiden: ‘We hebben maar vijf broden en twee vissen. Moeten wij dan eten gaan kopen voor al die mensen?’ Er waren ongeveer vijfduizend mensen bijeen. Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Zeg dat ze in groepen van ongeveer vijftig bij elkaar moeten gaan zitten.’ Ze deden wat Jezus hun opdroeg en lieten iedereen in groepen bij elkaar zitten. Jezus nam de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel en sprak er het zegengebed over uit. Daarna brak hij het brood en gaf het met de vissen aan zijn leerlingen om aan de menigte uit te delen. De mensen aten en allen werden verzadigd; de stukken brood die overbleven werden opgehaald, twaalf manden vol.

Woord van God

Beste vrienden

Deze zondag viert de kerk het feest van het lichaam en het bloed van Christus.  Afgelopen donderdag was het sacramentsdag.  Het feest van het Heilig Sacrament, van Jezus die in ons midden komt in brood en wijn en die ons samenbrengt rond zijn tafel.
Want dat is het belangrijkste van de eucharistie.  Het is Jezus die ons uitnodigt.  Hij wil met ons aan tafel gaan.  Hij wil niet dat wij allemaal alleen thuis zitten en triestig zijn.  Hij wil dat wij vrienden worden van elkaar en van de armen en zwakken.  Jezus loopt met ons mee tijdens ons leven.  Zoals hij ook met die twee leerlingen meeliep die op weg waren naar Emmaus toen hij nog maar net gestorven was. 
Ze waren heel droevig omdat Jezus dood was en ze hadden Hem niet meteen herkend.  Ze herkennen Hem pas wanneer hij met hen aan tafel gaat en brood en wijn met hen deelt.  Op dat moment worden ze een gemeenschap, een familie, broers van elkaar. 
De leerlingen vragen het zelf aan Jezus.  Op die weg naar Emmaus stoppen ze om te gaan eten en overnachten en ze zeggen aan Jezus: ‘Blijf bij ons, want het wordt avond en de dag loopt ten einde’.  Jezus liep met hen mee en ze gingen samen het huis binnen en gingen samen aan tafel. 
Zo loopt ook Jezus met zoveel mensen mee over heel de wereld.  Hij gaat met hen aan tafel wanneer ze samenkomen om de eucharistie te vieren.  Rond brood en wijn wordt een nieuwe familie geboren, een gemeenschap.  We zijn niet langer allemaal individuen die los staan van elkaar.  We worden aan elkaar verbonden als broers en zussen van dezelfde familie.
We lazen in het evangelie volgens Lucas over de leerlingen die naar Jezus gaan om Hem te vragen om de mensen weg te sturen: Stuur de mensen weg, dan kunnen ze naar de dorpen en gehuchten in de omgeving gaan om daar te overnachten en op zoek te gaan naar eten, want dit is een afgelegen plaats.  
De leerlingen zagen dat de mensen honger hadden, dat er problemen zouden komen.  Maar in plaats van zelf iets te doen, vragen ze dat Jezus hen wegstuurt. 
Maar Jezus zegt: Geven jullie hen te eten.   Jezus weet tot wat de leerlingen in staat zijn, als ze écht geloven en Hij vertrouwt hen.   Maar de leerlingen zijn nog niet overtuigd: we hebben niet genoeg, maar vijf broden en twee vissen.  En moeten ze dan eten gaan kopen voor zoveel mensen?  Dat kan toch niet!  Zoveel geld hebben ze niet.  En waar moeten ze naar de winkels?  Allemaal praktische problemen.  Jezus zegt hen gewoon: geef hen te eten.  Kijk niet naar wat je denkt te kunnen, maar begin eraan te werken.  De leerlingen doen wat Jezus zegt, ze vertrouwen op Zijn Woord en beginnen te werken.  Ze zetten de mensen in groepen. 
Jezus neemt het brood, spreekt een dankzegging uit en laat het ronddelen.  Dat is toch precies wat we vandaag in de eucharistie doen.  Zoals Jezus het ons gevraagd heeft.  En we zullen zien dat iedereen zal eten tot hij verzadigd is, tot hij geluk vindt. 
Daarom behandelen we brood en wijn, vanaf het gezegend is door de priester (of geconsacreerd is) met zoveel eerbied.  Omdat het Jezus zelf is die in ons leven komt en die ons grote dingen laat doen.  Groter dan we zelf ooit gedacht hadden.
Vroeger was het de gewoonte om op sacramentsdag  na de mis de geconsacreerde heilige hostie in een monstrans te plaatsen, ter aanbidding.  Daarna ging de sacramentsprocessie uit, waarbij de priester het Allerheiligste Sacrament (de heilige Hostie) in een monstrans door de straten van de parochie ronddraagt.  De mensen versierden hun huizen met bloemen en vlaggen. 
Het is een mooie manier om Jezus te vieren in de straten en de pleinen.   Het is nodig dat ook in onze straten iemand voorbijkomt dit niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen.  Iemand die zijn leven geeft voor zijn vrienden.  Door de eucharistie worden wij als één lichaam.  Zo zegt Paulus het ook in zijn brief aan de Korinthiërs:
Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus. Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt.
Bidden wij dan dat wij altijd die eenheid zouden beleven.  Dat wij altijd vrienden zouden zijn van elkaar, ook van wie niet denkt zoals wij of is zoals wij.  Dat wij vrienden zouden zijn van de bejaarden, van de gehandicapten, van de daklozen. 
Bidden wij ook voor de twee bisschoppen in Syrië die nog altijd ontvoerd zijn.  Bidden wij voor vrede in de wereld.