De Heer
heeft mij vóór al het andere verworven,
toen hij
zijn scheppingswerk begon, schiep hij eerst mij.
Ik ben in
het begin gemaakt, nog voor alles er was,
nog voor
de aarde vorm kreeg.
Toen er
nog geen oceanen waren, werd ik voortgebracht,
nog voor
de bronnen met hun waterstromen.
Toen de
bergen nog niet waren neergezet, werd ik voortgebracht,
nog voor
er heuvels waren.
De aarde
en de velden had de Heer nog niet geschapen,
geen
korrel zand was nog gemaakt.
Ik was
erbij toen hij de hemel zijn plaats gaf
en een
cirkel om het water trok,
de wolken
aan de hemelkoepel plaatste,
de
oceanen bruisend op liet wellen,
toen hij
aan de zeeën grenzen stelde,
het water
met zijn woord zijn plaats gaf,
de
fundamenten van de aarde legde.
Ik was
zijn lieveling,
een bron
van vreugde, elke dag opnieuw.
Ik was
altijd verheugd in zijn aanwezigheid,
vond
vreugde in zijn hele aarde
en was
blij met alle mensen.
Woord van
God
Mt 28,
16-20: Uitzending
van de leerlingen
De elf leerlingen gingen naar Galilea, naar de berg
waar Jezus hen had onderricht, en toen ze hem zagen bewezen ze hem eer, al
twijfelden enkelen nog. Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht
gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn
leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige
Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie
opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan
de voltooiing van deze wereld.
Woord van God
Beste vrienden
Vandaag is het de eerste zondag na Pinksteren. In de kerk wordt deze dag gevierd als het
feest van de drie-eenheid of triniteit.
Vanaf nu start de laatste en langste periode van het kerkelijk
jaar. Die tijd wordt de ‘gewone tijd’
genoemd. ‘Gewoon’ omdat er geen
bijzonder deel uit het leven van Jezus behandeld wordt. De advent en de kersttijd gaan over de
geboorte van Jezus. De vasten en de
paastijd over zijn lijden, dood en verrijzenis.
Nu begint dus de gewone tijd van het jaar. Maar dat betekent niet dat het een periode is
zonder betekenis. Integendeel. We kunnen zeggen dat het feest van de
drie-eenheid licht werpt op alle dagen die volgen. Zoals we de gewoonte hebben om met het
kruisteken: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest te benoemen in één gebaar, zo
leven we vanaf nu elke dag met het mysterie van God die tegelijkertijd vader,
zoon en geest is.
Deze eenheid bestond al vanaf het begin van de tijden. Daarom dat de eerste lezing vandaag gelezen
wordt uit het boek Spreuken. Dit is een
boek uit het Oude Testament.
Toen er nog geen oceanen waren, werd ik
voortgebracht,
nog voor de bronnen met hun waterstromen.
Toen de bergen nog niet waren neergezet, werd ik
voortgebracht,
nog voor er heuvels waren.
De
christenen zagen hierin het woord van God, dat vlees geworden is in Jezus. Het evangelie volgens Johannes begint daarom
ook met de woorden: In het begin was het woord, het woord was bij God en het
Woord was God. In het Woord was leven en
het leven was het licht voor de mensen.
Het
evangelie van Matteus vertelt de laatste woorden die Jezus sprak toen hij aan
zijn leerlingen verscheen. Hij had hen
nog zoveel te zeggen voor hij hen moest verlaten om naar de Vader te gaan. En het is niet omdat Jezus geen tijd meer had
dat hij daarmee afsloot, het is omdat hij begreep dat zijn leerlingen nog niet
in staat waren om volledig te begrijpen wat hij hen probeerde uit te
leggen.
Jezus stelt
hen gerust: En houd dit voor ogen: ik ben
met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld. Daarom heeft hij ons zijn helper gezonden: de
Heilige Geest. Die bij ons is en ons
helpt om het Woord van God te begrijpen en ernaar te leven. Daarom is het belangrijk dat wij bidden tot
de Heilige Geest om de woorden van God beter te begrijpen. En om het Woord van God te begrijpen, moeten
we kijken naar Jezus en zijn voorbeeld volgen.
Die eenheid
tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest is heel belangrijk. Het leert ons ook dat de mens niet gemaakt is
om alleen te zijn. De mens, die gemaakt
is naar het voorbeeld van God, moet begrijpen dat hij deel uitmaakt van een
volk. Een volk van gelovigen, leerlingen
van Jezus.
Die eenheid
moeten wij ook beleven. Eenheid met
broers en zussen, met wie Jezus wil volgen. Wij kunnen ook bidden voor de
eenheid onder de christenen. Vaak nog
zijn de leerlingen van Jezus verdeeld, omdat ze niet hetzelfde geloven, omdat
ze onderling ruzie maken. Jezus zelf
bidt tot zijn Vader voordat hij gekruisigd wordt. Hij bidt tot God: Ik bid zodat zij één zijn
zoals wij één zijn.