Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

Zondag 21 april 2013

Hand 13,14.43-52

Paulus en Barnabas trokken van Perge verder naar Antiochië in Pisidië. Daar aangekomen gingen ze op sabbat naar de synagoge en namen er plaats.
Toen Paulus en Barnabas de synagoge verlieten, kregen ze het verzoek om de volgende sabbat opnieuw over dit onderwerp te spreken. Na afloop van de samenkomst liep een groot deel van de Joden en de vrome proselieten met Paulus en Barnabas mee, die hen toespraken en hen aanspoorden zich over te geven aan de goedgunstigheid van God.
De volgende sabbat kwam bijna de hele stad bijeen om naar het woord van de Heer te luisteren. Bij het zien van de mensenmenigte werden de Joodse leiders jaloers en begonnen ze de woorden van Paulus op godslasterlijke wijze verdacht te maken.  Maar Paulus en Barnabas zeiden onomwonden: ‘De boodschap van God moest het eerst onder u worden bekendgemaakt, maar aangezien u die afwijst en uzelf het eeuwige leven niet waardig acht, zullen we ons tot de heidenen wenden. Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen, tot aan de uiteinden van de aarde.”’
Toen de heidenen dit hoorden, verheugden ze zich en spraken ze vol lof over het woord van de Heer, en allen die voor het eeuwige leven bestemd waren aanvaardden het geloof. Het woord van de Heer verspreidde zich over de hele streek.
De Joden hitsten echter de vrome vrouwen uit de hogere kringen op, evenals de vooraanstaande burgers van de stad, en wisten hen zover te krijgen dat ze zich tegen Paulus en Barnabas keerden, zodat die uit het gebied werden verdreven. Maar zij schudden het stof van hun voeten omdat ze niets meer met hen te maken wilden hebben en vertrokken naar Ikonium. De achterblijvende leerlingen waren vervuld van vreugde en van de heilige Geest.

Joh. 10,27-30
Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij.  Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven,  en de Vader en ik zijn één.’

Lieve vrienden,
We lazen de eerste lezing uit de Handelingen van de Apostelen.  Het verhaal speelt zich af in de synagoge van Antiochië in Pisidië.  Dat ligt in het huidige Turkije.  De leerlingen gingen naar de synagoge.  Zoals alle joden deden en nog steeds doen.  De eerste leerlingen van Jezus waren joden, zoals ook Jezus zelf een jood is.  Dat is belangrijk om niet te vergeten.  Het doet ons de joodse mensen als broers en zussen in het geloof zien.  Zoals een grotere broer of zus. 
Dit verhaal vertelt echter hoe de eerste leerlingen ervoor kozen om niet langer joden te blijven, maar een nieuw volk bijeen te brengen waar ook een plaats was voor de heidenen (of niet-joden).  
De synagoge was een plek van vrome mannen en vrouwen, die bijeenkwamen om te bidden en over de schrift te spreken.  En dan komen Paulus en Barnabas binnen.  En met hen bijna heel de stad.  Alle mensen wilden immers horen wat die twee te vertellen hadden over Jezus van Nazareth.  Bij het zien van de mensenmenigte werden de Joodse leiders jaloers, staat er in de Handelingen.  En ze beginnen Paulus tegen te spreken.  Dat is iets dat zich in elke generatie, door de jaren heen , opnieuw heeft voorgedaan.  Mensen denken het evangelie al te kennen, denken niets nieuws meer te kunnen ontdekken in de boodschap van Jezus en beginnen hem tegen te spreken.  Maar wanneer je denkt het evangelie al te kennen, sluit je je hart voor de bekering.  Je denkt dat je al goed genoeg bent, je denkt dat je het al genoeg begrepen hebt en je staat niet meer open om het nieuwe te zien.  In het evangelie zegt Jezus: Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij. 
Trouw zijn aan de Heer betekent luisteren naar Zijn Woord.  Luisteren naar Zijn Woord elke zondag in de liturgie en ook zelf lezen in de bijbel.  Luisteren betekent niet stilzitten in de synagoge van Antiochie, vol kritiek op Jezus en vol van onszelf.  Luisteren betekent openstaan voor de bekering van ons hart.  Het betekent niet enkel naar onszelf luisteren en aan onszelf denken.  Het betekent onze grenzen verleggen en begrijpen dat we morgen betere mensen kunnen zijn dan diegenen die we vandaag zijn.  Luisteren betekent hopen, je openstellen voor de Geest van God die in jouw hart een nieuwe wind doet waaien.
Aan wie luistert, belooft Jezus het eeuwige leven.  Niemand zal verloren gaan.   Jezus zegt dit met een overtuiging die geen twijfel mogelijk laat.  Hij weet dat Zijn macht sterker zal zijn dan de dood.  Hij is een Goede Herder, die geen enkel schaap in de steek laat.   
Wie luistert, zal zoals de heidenen vol lof en vreugde over de Heer spreken tot ieder die hij ontmoet.  Dat is ook een vraag aan ons hart.  Spreken wij over de woorden van Jezus tegenover anderen die Hem niet kennen?  Misschien doen we dit veel te weinig.  Omdat we nog maar weinig Zijn woorden begrepen hebben, omdat we er zelf niet genoeg naar luisteren.
Bidden wij dan dat wij ons hart zouden openen voor het Woord van God.  Dat wij meer moeite zouden doen om in de bijbel te lezen, om écht te luisteren wanneer het ons wordt voorgelezen.  
Bidden wij ook voor elke man en vrouw, voor elke kind, dat het woord van God niet hoort.  Omdat ze opgroeien in oorlog of geweld, omdat ze hard moeten werken of als soldaat moeten vechten. Bidden wij dat wij sterke getuigen van de liefde van Jezus in deze wereld mogen zijn.