Ik zag
een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde
zijn voorbij, en de zee is er niet meer. Toen zag ik de heilige stad, het
nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid
die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. Ik hoorde een luide
stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal
bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen
zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen
rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ Hij die
op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het
op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.’
Joh. 13,
31-33a.34-35
Toen hij weg was zei Jezus: ‘Nu is de grootheid van de
Mensenzoon zichtbaar geworden, en door hem de grootheid van God. Als Gods
grootheid door hem zichtbaar geworden is, zal God hem ook in die grootheid laten
delen, nu onmiddellijk. Kinderen, ik blijf nog maar een korte tijd bij jullie.
Jullie zullen me zoeken, maar wat ik tegen de Joden gezegd heb, zeg ik nu ook
tegen jullie: “Waar ik heen ga, daar kunnen jullie niet komen.
Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten
jullie elkaar liefhebben. Aan jullie
liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.”
Woord van God
Beste vrienden
Het is vandaag de vijfde zondag na Pasen. Met Pasen is Jezus verrezen en de leerlingen
komen Jezus tegen, ze ontmoeten hem terwijl ze hun leven verderzetten. Ze ontmoeten hem op de weg naar Emmaüs en
herkennen hem wanneer hij het brood breekt.
Thomas, één van de twaalf, is er niet bij wanneer ze de Verrezen Jezus
zien en hij zegt dat hij pas kan geloven dat Jezus verrezen is, wanneer hij
zijn hand in de wonden van het lichaam van Jezus kan leggen. En zo gebeurt het. En dat is ook wat bij ons gebeurt, week na
week, wanneer we op zondag het Woord van Jezus horen. En daarom komen wij naar de kerk, om samen
met de andere gelovigen te luisteren naar de woorden van Jezus die ons een
licht zijn dat voor ons uitgaat en ons de weg toont.
Wij komen Jezus ontmoeten, in een tijd waarin velen zeggen dat het
niet nuttig is om naar de woorden van het evangelie te luisteren. Maar in het hart van elke mens zijn er
vragen, zijn er droeve dingen, zijn er bange momenten. Als je niet de tijd neemt om Jezus te
ontmoeten, blijf je alleen en maak je de moeilijke momenten van het leven
alleen mee. Jezus zegt het zelf tegen
zijn leerlingen: Kinderen, ik blijf nog maar een korte tijd bij jullie. Hij spreekt zijn leerlingen aan met
‘Kinderen’. Het toont een grote
tederheid en liefde. Het volstaat om je
ogen even weg te draaien van jezelf en rond te kijken in de wereld om te zien
dat er nog altijd veel lijden en pijn in de wereld is.
Nog zoveel mensen leven in oorlog en geweld, nog zoveel mensen hebben
honger of dorst, vinden geen plaats om te slapen of krijgen nooit bezoek, in de
instelling van de bejaarden of in de gevangenis.
En wat doen wij? We zouden
kunnen roepen dat het niet eerlijk is, dat de mensen meer aandacht moeten
hebben voor zoveel lijden. Maar we
kijken eigenlijk zelf meestal onverschillig weg.
De gelovige gaat de Heer tegemoet.
En hij gelooft en droomt voor die nieuwe hemel en die nieuwe aarde,
waarover we lazen in het boek Apocalyps.
Er zal geen dood meer zijn, geen
rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.
De ontmoeting met Jezus is geen gewoonte, geen herhaling. Het is een beslissend moment waarin ons leven
verandert. Op het laatste avondmaal zegt
Jezus: Ik geef jullie een nieuw gebod, jullie moeten elkaar liefhebben. En zo herhalen we het elke zondag: Heb elkaar
lief, zoals ik u heb liefgehad.
Wanneer we vandaag in de kerk rond de tafel van de Heer zijn, ontstaat
er een grotere liefde tussen ons. De
liefde van broers en zussen te zijn, vrienden van Jezus en van elkaar. En ook wie niet gedoopt is of een ander
geloof heeft, is welkom op dit feest.
Want wij worden allemaal broers en zussen van elkaar.
Het is hier dat een grotere liefde wordt geboren, die onze eigen
grenzen voorbijgaat. Het is hier dat een
nieuwe wereld ontstaat. Een betere
wereld, waar er geen tranen en pijn meer zijn.
Aan de christenen wordt niet gevraagd om een stad te
bouwen alleen voor christenen, een heiligdom voor een klein groepje. Maar dicht bij
de Heer horen wij zeggen: Gods woonplaats
is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God
zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen.
De aanwezigheid van de Verrezen Heer verandert onze harten. Het doet ons van gedaante veranderen. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde ontstaan
wanneer wij elkaar graag beginnen zien, zoals de Heer ons graag ziet. Jezus vraagt ons om in elke arme en elke
zwakke zijn gelaat te herkennen en hen ook graag te zien. Het betekent het evangelie écht beleven.
En dat doet Sant Egidio al 45 jaar.
We lezen het evangelie en we gaan naar wie arm en zwak is om hen te
tonen dat de vriendschap alle grenzen overwint en dat de dood niet het laatste
woord heeft.
Bidden wij dan voor alle mensen die lijden in de wereld, voor al wie
pijn heeft of bang is. Voor wie in
oorlog leeft. Bidden wij voor elke arme
die aanklopt aan de deur van deze gemeenschap, opdat hij altijd een vriend
ontmoet die hem de liefde van Jezus toont.