Uit het
boek Genesis,
Daarop leidde de Heer Abram naar buiten. ‘Kijk eens naar de hemel’, zei hij ‘en tel de sterren, als je dat kunt.’ En hij verzekerde hem: ‘Zo zal het ook zijn met jouw nakomelingen’ Abram vertrouwde de Heer en deze rekende hem dit toe als een rechtvaardige daad. Ook zei de Heer tegen hem: ‘Ik ben de Heer, die jou heeft weggeleid uit Ur, uit het land van de Chaldeeën, om je dit land in bezit te geven.’ ‘Heer, mijn God’ antwoordde Abram, ‘hoe kan ik er zeker van zijn dat ik het in bezit zal krijgen?’ ‘Haal een driejarige koe,’ zei de Heer, ‘een driejarige geit, een driejarige ram, een tortelduif en een jonge gewone duif’. Abram haalde al deze dieren, sneed ze middendoor en legde de twee helften van elk dier tegenover elkaar. Alleen de vogels sneed hij niet door. Er kwamen gieren op de kadavers af, maar Abram joeg ze weg.
Toen de
zon op het punt stond onder te gaan, viel Abram in een diepe slaap.
Toen de
zon ondergegaan was, en het helemaal donker was geworden, was daar plotseling
een oven, waar rook uit kwam en een brandende fakkel die tussen de dierhelften
door ging. Die dag sloot de Heer een
verbond met Abram. ‘Dit land’ zei hij
‘geef ik aan jouw nakomelingen.
Woord van
God
Lc 9, 28-36
Uit
het evangelie volgens Lucas,
Ongeveer
acht dagen nadat hij dit had gezegd ging hij met Petrus, Johannes en Jakobus de
berg op om te bidden. Terwijl hij aan
het bidden was, veranderde de aanblik van zijn gezicht en werd zijn kleding
stralend wit. Opeens stonden er twee
mannen met hem te praten: het waren Mozes en Elia, die in hemelse luister
verschenen waren. Ze spreken over het
levenseinde dat hij in Jeruzalem zou moeten volbrengen. Petrus en de beide anderen waren in een diepe
slaap gevallen; toen ze wakker schoten, zagen ze de luister die Jezus omgaf en
de twee mannen die bij hem stonden. Toen
de mannen zich van hem wilden verwijderen, zei Petrus tegen Jezus: ‘Meester,
het is goed dat wij hier zijn, laten we drie tenten opslaan, één voor u, één
voor Mozes en één voor Elia’, maar hij wist niet wat hij zei. Terwijl hij nog aan het spreken was, kwam er
een wolk aandrijven die een schaduw over hen wierp; ze werden bang toen de wolk
hen omhulde. Er klonk een stem uit de
wolk, die zei: ‘Dit is mijn Zoon, mijn uitverkorene, luister naar hem!’ Toen de stem verstomd was, was Jezus weer
alleen. Ze zwegen over het voorval en
vertelden in die tijd aan niemand wat ze hadden gezien.
Woord van
God
Beste
vrienden
Wij zijn
aangekomen bij de tweede zondag van de vasten.
De vasten is geen gewone tijd zoals de andere tijden. Tijdens deze periode zijn we geroepen om onze
band met God opnieuw te bekijken, terwijl we elke dag ons leven verder
leiden. Daarom wordt ons gevraagd om te
vasten, om te breken met onze gewoonten van altijd, om ons meer te voeden met
het evangelie en minder aan onszelf te denken, om meer te doen voor de armen
(zoals sparen in onze spaarpotjes), om ons hart te bekeren tot de Heer.
Deze dagen voor Pasen zijn een tijd van verandering, van dichter bij God komen. Vandaag horen we dat Jezus de berg opgaat met enkele leerlingen. Het zijn de drie leerlingen die het dichtst bij hem staan: Petrus, Jacobus en Johannes. Zoals vandaag in deze viering, worden we uitgenodigd naar een hogere plaats, weg van onze gewoonten. Dit is de eucharistie, het weggaan van onze gewoonten en onze plaatsen van altijd, om meer plaats te kunnen maken in ons leven voor God.
Jezus neemt
de drie leerlingen met zich mee, hij haalt hen weg uit het leven van altijd. Dit doet hij ook met ons. Jezus houdt er niet van om alleen op weg te
gaan. Hij is geen eenzame held die boven
ons allemaal staat. Nee, Jezus neemt
zijn leerlingen met zich mee. Hij is een echte herder, die zorg draagt voor
zijn schapen.
Die dag
neemt Jezus zijn leerlingen mee om te bidden.
Ook daarin is Jezus een voorbeeld voor ons, hij gaat naar een eenzame
plek om te gaan bidden. En al biddend
verandert zijn gelaat en wordt zijn kleding stralend wit. Zijn gelaat verandert zodanig, straalt
zozeer, dat het weerkaatst op zijn kleding.
En bij hem staan Mozes en Elia, twee vrienden van God uit het oude
testament. Ze spreken over het lijden
dat Jezus te wachten staat in Jeruzalem.
Bidden is altijd een dialoog. Het
is spreken met God. Of spreken met
voorsprekers van God, zoals de heiligen, wie gestorven is, wie zijn leven
gegeven heeft voor het geloof zoals de martelaren.
En wat doen
de leerlingen tijdens dit alles? Ze zijn
in slaap gevallen! Arme, kleine vissers
uit Galilea, die nog zo weinig begrepen hebben.
Ze slapen! Ze zullen later
opnieuw in slaap vallen als Jezus met hen naar de hof van olijven gaat en
vraagt om bij hem te waken omdat zijn uur bijna gekomen is.
Maar dan
schieten ze toch wakker en zien ze wat er gebeurt met Jezus als hij bidt. Ze zien ook wie er bij Jezus staan, ze
herkennen Mozes en Elia. Petrus spreekt
woorden van dankbaarheid en verwondering: Meester,
het is goed dat wij hier zijn, laten we drie tenten opslaan, één voor u, één
voor Mozes en één voor Elia’
En dan
horen ze een stem uit een wolk: ‘Dit is
mijn Zoon, mijn uitverkorene, luister naar hem!’ Deze stem hadden ze al eens gehoord: bij
het doopsel van Jezus door Johannes.
In de wolken, in de schaduw, in de angst, weerklinkt een stem: die van
het evangelie die ons toont op wie wij onze hoop moeten richten. Jezus, de meester van ons leven, hij kan ons
redden.
Het was
ongetwijfeld een ongelooflijke ervaring voor die kleine vissers uit
Galilea. En ook voor ons kan het zo’n
ervaring zijn, als we ons laten leiden door Jezus die ons wegtrekt van ons
egoïsme, van het enkel denken aan onszelf.
Als we dit doen, zullen we deel worden van grote dingen, meer dan we
ooit hadden kunnen denken. Ons leven en
ons hart zullen van gedaante veranderen, we zullen meer op Jezus beginnen te
lijken.
Laat ons
meer op Jezus lijken, laat ons meer bidden tot God onze vader, laat ons de
eucharistieviering met ernst beleven, laat ons meer vrienden worden van
wie arm of zwak is, van wie alleen
gelaten wordt of wie uitgesloten is.
Wij zullen
niet alleen zijn op onze weg. Jezus zal
bij ons zijn . Laat ons samen met hem
van de berg afdalen naar de week die voor ons ligt. Jezus zal bij ons zijn, licht, kracht, troost
op onze weg naar Pasen.