Wijsheid 11,
22 - 12, 2
Lc 19, 1-10
Vandaag
lezen we uit het evangelie volgens Lucas en het verhaal brengt ons met Jezus in
Jericho. Dit is geen verstrooide of haastige reis zoals mensen vaak deden in
dit grensstadje, of zoals in het dagelijks leven in onze steden, waar mensen
enkel stoppen als er file is.
Jezus is
onderweg naar Jeruzalem, maar onderweg houdt hij halt om de mensen te
ontmoeten, de zieken te genezen, de armen te helpen en de wie triestig is te
troosten.
Jezus loopt
door de straten van de stad, maar eigenlijk wil Hij de weg van ons hart
bewandelen. Ons hart dat wij meestal
verborgen houden voor de anderen, zelfs voor onze beste vrienden.
Jericho is
een van de oudste steden ter wereld, een bloeiende oase midden in de woestijn.
Door zijn ligging vlak bij de oevers van de Jordaan was het een belangrijke
handelsstad.
Hier woonde
een van de leiders van de tollenaars, Zacheüs. Hij had van de overheid de
opdracht gekregen om de inning van de belastingen te controleren in de hele
streek.
Dit werk had
hem een flinke som geld opgeleverd en waarschijnlijk niet altijd volgens het
boekje. We zouden Zacheüs, een belangrijk man uit het stadje Jericho, kunnen
vergelijken met die rijke, oneerlijke rechter over wie de evangelist gesproken
heeft in hoofdstuk 18, maar hij had waarschijnlijk wel meer op zijn kerfstok
dan die rechter.
Het
enthousiasme van de menigte had Zacheüs nieuwsgierig gemaakt, ook hij wou Jezus
wel eens zien. Maar omdat hij klein was, kon hij door de menigte niets zien.
Misschien
gaat het hier niet alleen over zijn fysieke gestalte. De menigte en de woelige
en verwarde sfeer in de stad helpen niet om Jezus te zien.
Vaak zijn
wij ook te veel bezig met onszelf, met onze eigen zaken, om op te merken dat
Jezus voorbij komt. Het volstaat niet om op de tippen van je tenen te gaan
staan, of om gewoon te blijven waar je bent.
Zacheüs was
vooruit gelopen, weg van de menigte, en hij klom in een boom. De menigte is
niet alleen iets buiten onszelf; ons hart zit vaak vol gedachten en
bekommernissen waardoor wij niet uit onszelf kunnen treden, waardoor wij slaaf
van onszelf zijn.
Ja, in ons
hart zit een vaak een menigte, die wij achter ons moeten laten. De boom waarin
wij klimmen, kan een vriend zijn, een priester, een moment van reflectie, de
christelijke gemeenschap: zij kunnen allemaal een hulp zijn om niet langer
alleen aan onszelf te denken maar de woorden van Jezus écht binnen te laten in
ons leven.
En wat doet
Jezus toen hij voorbijkwam? Hij keek omhoog
en zag Zacheüs. Hij zei meteen: "‘Zacheüs, kom vlug naar beneden; vandaag
moet Ik in uw huis verblijven".
We kunnen
ons goed voorstellen hoe verbaasd en verlegen deze man van aanzien was, die
zich een beetje belachelijk had gemaakt om Jezus te kunnen zien.
Dit keer
herhaalt zich niet het tafereel van de rijke jongeling die triest wegging.
Zacheüs "kwam vlug naar beneden en ontving Hem met vreugde".
Het
evangelie heeft haast, het wil dat de wereld snel verandert, het wil dat ieder
van ons snel een beter leven krijgt, het wil snel dat er meer geluk zou zijn,
het wil dat de zwakken en de zieken snel hulp vinden. En als iemand zegt: “Het
is moeilijk om te veranderen,” of: “Het is bijna onbegonnen werk om het leven
rondom ons te veranderen,” dan geeft Zacheüs ons een voorbeeld.
Na de
ontmoeting met Jezus verandert hij van houding en zegt: "‘Hierbij geef ik
de helft van mijn bezit aan de armen". Dat is heel realistisch; hij zegt
niet “ik geef alles”, maar “de helft van mijn bezit”; hij bepaalt dus zelf de
maat en respecteert die ook.
Hij toont
ons dat we realistisch moeten zijn als wij ons leven bekijken en beslissen om
te veranderen. Ook wij, gewone mensen, kunnen een concrete maat bepalen en die
naleven, beslissen om bepaalde dingen anders te doen. Meer tijd aan iets geven of minder tijd aan
iets anders. Zo kan de redding ook in ons leven binnen komen.