Mt 5, 13-16
Beste vrienden,
Jezus zegt aan de
leerlingen dat ze het zout van de aarde zijn en het licht in de wereld. De leerlingen zijn nog niet zo lang op weg
met Jezus. Ze zullen het misschien wel
overdreven hebben gevonden van Jezus om zo’n lof over zich te horen. Maar Jezus dringt aan: Als het zout zijn
smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt
weggegooid en vertrapt. Jezus vraagt de
leerlingen om hun verantwoordelijkheden te nemen. Als jullie geen smaak in het leven van mensen
brengen, als jullie met jullie vriendschap niet het verschil maken, waartoe dienen
jullie dan?
Jezus heeft zijn
leerlingen nodig om het evangelie te verkondigen, hij kan het niet alleen. In het kerkje van Sant Egidio in Rome, waar
onze gemeenschap haar naam aan dankt, hangt een beeld van een christus zonder
armen. Het is een mooi symbool dat
aantoont hoe wij, leerlingen van Jezus, Zijn armen in deze wereld zijn. Hoe wij Zijn vriendschap in de wereld kunnen
brengen. Vriendschap met al wie arm en
zwak is.
Als wij dit niet doen,
dan kan de wereld niet veranderen. Dat is
de taak van de christenen, met de zwakke kracht van de vriendschap ten strijde
trekken tegen de machtige krachten van het kwade, de oorlog, het geweld, het
onrecht.
Nooit antwoorden met
geweld, maar overtuigd zijn –zoals Jezus zelf- dat geweld nooit het laatste
woord mag hebben en datwij het kwade alleen kunnen overwinnen met het
goede.
Leerlingen van Jezus moeten altijd zout der aarde zijn, licht in de wereld. Dat was zo voor de eerste leerlingen, dat is zo voor ons vandaag. Maar hoe kunnen wij dat zijn? Zijn wij daar niet te klein voor? Te eenvoudig? Maken wij daarvoor niet teveel fouten?
Als Jezus zich toont
in al zijn glorie op de berg aan een paar leerlingen zegt Simon Petrus: Ga weg
Heer, want ik ben een zondaar. Maar dat
moeten wij ook zeggen tegen Jezus. Wij
zijn maar arme zondaars, wij maken fouten, wij zijn niet perfect.
Maar wij hebben vaak
een goed gedacht over onszelf. Deze zin ‘ik
ben een zondaar’ komt maar weinig over onze lippen. En als we dan toch zeggen dat we fouten
maken, dan is het vaak niet uit nederigheid maar uit luiheid om te
veranderen. ‘ik kan er toch ook niet aan
doen dat ik maar een kleine mens ben’.
Maar het evangelie
geeft ons moed: jullie zijn het zout, jullie zijn het licht. Zout en licht wanneer je deel hebt aan het
ware zout en het ware licht: Jezus van Nazareth.
Op 7 februari vierden
we de 46ste verjaardag van de gemeenschap van Sant Egidio. Gewone jongeren van 18 jaar begonnen het
evangelie te lezen en werden vriend van de armen. En door deze keuze trouw te beleven, werden
ze zout voor zovele armen in hun stad en later in heel de wereld. Door leerling van Jezus te worden overstegen
ze zichzelf en werden ze licht voor wie in duisternis leefden: voor eenzame
bejaarden, voor kinderen die opgroeien in krottenwijken. En later ook voor zovele aids-zieken in
Afrika, voor straatkinderen in Latijns-Amerika, enz.
Zo zal de wereld veranderen, zo kunnen de leerlingen van Jezus vrede maken waar oorlog heerst, vriendschap brengen waar eenzaamheid was, leven brengen waar dood was.
Bidden wij dan voor al
wie in oorlog leeft of op de vlucht.
Danken wij de Heer voor 46 jaar Sant Egidio. Bidden wij voor onszelf, dat we zout mogen
worden op aarde, licht in de wereld.