Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

21 oktober 2018


Jes 53, 10-11
Mc 10, 35-45

Vandaag horen we in het evangelie de dialoog tussen Jezus en de twee zonen van Zebedeus;  Jakobus en Johannes.  Ze zijn onderweg naar Jeruzalem en voor de derde keer op rij heeft Jezus aan zijn leerlingen verteld dat hij zal moeten lijden en sterven. 
De twee leerlingen zijn helemaal niet geraakt door de woorden van Jezus, ze zijn niet gechoqueerd door wat Jezus hen verteld.  Ze vragen zich niet af waarom dit Jezus moet overkomen of wat ze kunnen doen om zijn lijden te verminderen of verhinderen.  Nee, ze zijn enkel met zichzelf bezig en vragen zich af welke plaats zij zullen krijgen in Zijn Koninkrijk.
Jezus wordt niet boos op hen, al had hij er alle reden toe.  Hij zegt alleen maar: je weet niet wat je vraagt.   Deze leerlingen weten inderdaad niet wat ze vragen, ze begrijpen niet wat voor een lijden  Jezus te wachten staat.  De leerlingen vragen voor zichzelf, zoals wij ook zo vaak doen. 

Jacobus en Johannes willen de eerste zijn, maar ze hebben nog niet begrepen wat dat betekend voor Jezus.  De eerste zal de laatste moeten willen zijn, wie groot wil worden moet dienen, de eerste onder u moet slaaf van u zijn.
Als wij de eerste plaats in het koninkrijk van God willen hebben, moeten we de andere dienen. 
Jezus wordt niet boos op deze zonen van Zebedeus, hij legt hen geduldig uit dat ze er nog niet veel van begrepen hebben.  Hij vraagt hen of ze in staat zijn om Zijn beker te drinken, dat wil zeggen Zijn lijden te dragen.
Johannes en Jacobus worden de zonen van de donder genoemd, wat misschien al een beetje meer duidelijk maakt over hun karakter…
Het zijn wel degelijk leerlingen van Jezus, leerlingen die Jezus in zijn dichtste kring heeft.  Zij zijn degenen die samen met Petrus mee op de berg gaan met Jezus als hij van gedaante verandert, zij zijn ook degenen die Jezus meeneemt in de hof van olijven en waar hij hen vraagt om bij hem te waken, maar ze vallen telkens weer in slaap.
Langs de ene kant is het een mooie vraag, want het toont dat ze dicht bij Jezus willen blijven, maar het is een vraag die gericht is op zichzelf, niet op de anderen.
Jezus legt aan hen en aan ons allen uit, dat deze vraag niet klopt met zijn boodschap.  De heersers der volkeren regeren met ijzeren vuist, dat wil zeggen de koningen en bazen van deze wereld zijn streng en hard.  Maar Jezus zegt meteen erna: dit mag bij u niet zo zijn.

Jezus wil niet dat zijn leerlingen zijn zoals de wereld.  Wie groot wil worden moet dienen.  De eerste onder de leerlingen moet slaaf willen zijn.  Voor een christen moet het altijd zo zijn: wie een verantwoordelijke functie opneemt, blijft leerling.  En niemand is zo belangrijk, dat hij zich niet meer klein moet maken voor God.
Want als Jezus zelf gekomen is om te dienen, moeten wij dan niet als eerste de anderen en elkaar dienen?

Jezus heeft dit voorgeleefd in heel zijn leven en misschien nog wel het duidelijkst in het gebaar van de voetwassing.
Mensen willen macht hebben, willen de baas zijn, heersen over anderen. Maar Jezus is erg duidelijk: dit mag bij u niet zo zijn!
Wie de grootste wil zijn in de ogen van God, moet dienaar worden van allen en zoals Jezus zijn leven willen geven om de liefde te laten winnen.