Mt. 3, 13-17
Vandaag vieren we het doopsel van Jezus in de Jordaan. Het is opnieuw een moment waarop Jezus zich openbaart, zich toont aan de mensen. Op 25 december toont Jezus zich aan Maria, aan Jozef en aan de herders. Op 6 januari toont Jezus zich aan de wijzen die uit het oosten kwamen. Vandaag, aan de oever van de Jordaan, toont Jezus zich aan Johannes de Doper en aan het volk van Israël.
Jezus is nu 30 jaar
geworden, een volwassen man. De
evangelist Mattheus zegt dat Jezus vanuit
Galilea naar de Jordaan kwam om door Johannes gedoopt te worden. Dit feest van het doopsel van Jezus doet ons
denken aan ons eigen doopsel. De meesten
onder ons zijn gedoopt toen ze nog een kleine baby waren en we herinneren er
ons niet zo veel meer van. Kleine baby’s,
nog niet in staat om te praten of om te begrijpen.
Toen de kerk pas
begon, was het de gewoonte dat mensen pas gedoopt werden als ze volwassen
waren. Vandaag zijn er ook mensen die
zeggen dat het beter is om te wachten tot je volwassen bent, zodat je zelf kan
kiezen of je gedoopt wil worden of niet.
Maar als we zo denken, begrijpen we maar een deel van het doopsel. Het doopsel is eerst en vooral een gave, een
geschenk. En het gaat vooruit op onze
eigen keuze. Of je nu als baby, als
kind, als jongere of als volwassene gedoopt wordt, dat maakt niet zoveel
uit. Het doopsel hangt niet helemaal van
onze keuze af. Het is een
uitnodiging. Het is een geschenk van de
Heer die jou wil opnemen in zijn familie zonder grenzen.
We kiezen niet zelf of
we tot de familie van de Heer willen behoren of niet, we worden er in
ontvangen. Het is ook daarom dat je
nooit jezelf kan dopen. Het doopsel
krijg je altijd van iemand anders. Ook Jezus
heeft zichzelf niet gedoopt. Hij is
vanuit Galilea naar de Jordaan gegaan om het doopsel te ontvangen van
Johannes. En wanneer Johannes eerst weigert
en zegt: Ik zou door u gedoopt moeten worden, en dan komt u naar mij?, dan
dringt Jezus toch aan en hij zegt : ‘Laat
het nu maar gebeuren, want het is goed dat we op deze manier Gods gerechtigheid
vervullen. En Jezus gaat zoals alle anderen mensen in de rivier en hij
ontvangt het doopsel.
En ook wij hebben het
geschenk van het doopsel gekregen zonder dat we er iets voor hebben moeten
doen. Alleen omdat God ons graag ziet,
heeft hij ons opgenomen in Zijn familie.
Niet zoals deze wereld die loon uitbetaalt naargelang het werk, die
alleen diegene beloont die goed gewerkt hebben.
De logica van de Heer is helemaal anders. Hij ziet ons graag, ook al maken we fouten,
ook al doen we Zijn wil niet.
In de familie van de Heer
heeft iedereen waarde, omdat ieder graag gezien is door Hem. En die liefde voor ons, hangt niet van
onszelf af, hangt niet van onze verdienste af.
Het is een liefde die gratis is, een liefde die zonder einde is. Wij kunnen afstand nemen van God, wij kunnen
niet naar Zijn woorden komen luisteren, wij kunnen er zelfs mee lachen en de
spot mee drijven, de Heer neemt geen afstand van ons. Daarom kan je niet opnieuw gedoopt
worden. Het is een éénmalige opname in
de familie van de Heer die voor altijd verder duurt.
Het doopsel is ook een
grote bevrijding: de bevrijding van de slavernij van ons eigen leven. Van enkel voor de uiterlijke schijn te leven,
van enkel te leven voor wat anderen van ons denken. De Heer ziet ons graag. Door het doopsel worden wij kind van God,
broer of zus van alle andere gedoopten. Wij krijgen door ons doopsel een nieuwe
familie, verspreid over de hele wereld.
Vandaag legt de
liturgie ons opnieuw het doopsel uit, opdat we het grote geschenk ervan voor
ons leven zouden begrijpen. Wij moeten
dankbaar zijn voor de Heer die ons als eerste graag heeft gezien en die ons
heeft opgenomen in zijn familie van gelovigen.
In de eucharistie
zeggen wij elke week dank u aan de Heer.
Dank u om ons te kiezen, dank u om ons deze grote familie van broers en
zussen te geven. Dank u om ons te leren
de armen en zwakken op de eerste plaats te zetten. Wij leren te weinig om dank u te zeggen aan
de Heer. Wij denken dat alles van
onszelf komt en dat we God niet nodig hebben.
èfchariesto is Grieks en
betekent ‘dank u’. Heel de viering is
één groot dank u aan de Heer en zo moeten we het ook beleven. We komen naar de kerk om dank u te zeggen aan
God.
In deze tijd waarin we
de geboorte van Jezus gevierd hebben, wordt ons gevraagd om allemaal opnieuw
geboren te worden. Om opnieuw kind te
worden, zelfs als we denken al groot te zijn.
Opnieuw kind worden van God, de Vader.
Vandaag opent de hemel zich opnieuw boven de Jordaan en wij horen: Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik
vreugde.
Ja, de Heer vindt Zijn
vreugde ook in ieder van ons, ook als wij klein zijn, ook als wij fouten
maken. Vandaag vraagt de Heer van ons
geen grote daden, geen grote werken. Hij
vraagt alleen dat we ons hart zouden openen voor hem en zouden zeggen: Ik zie
je graag.
Bidden wij dan voor alle
landen in oorlog, bidden wij voor al wie op de vlucht leeft. Bidden wij vandaag speciaal voor al onze
broers en zussen in het geloof die moeten lijden omdat ze christen zijn.