Lc 2, 15-20
Het volk dat in duisternis ronddoolt, ziet een schitterend licht. Met
deze woorden beschrijft de profeet
Jesaja wat er gebeurt in de kerstnacht, een nacht die anders is dan alle
nachten. Een nacht die ons hier
verzameld, rond een kind dat juist geboren is.
Het evangelie van Lucas beschrijft deze kerstnacht: Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze
hielden de wacht bij hun kudde.
Wij zijn vaak zoals
die herders, die zich enkel bezig houden met hun kudde, met hun dingen van
altijd. Maar zoals bij die herders,
verschijnt ook aan ons een engel in deze nacht die zegt: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele
volk met grote vreugde zal vervullen:
vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is
de messias, de Heer.
We zijn samengekomen
voor deze heilige liturgie, we hebben de stem gehoord en zijn zoals de herders
op pad gegaan om het kindje te vinden. Het
is niet belangrijk of je de stem van de engel hard gehoord hebt of maar heel
zacht. Wat telt, is dat je uit je huis
bent gekomen om naar hier te komen.
Maar alleen naar hier
komen is niet genoeg, het volstaat niet
om in de kerk binnen te komen. We moeten
hier binnenkomen met een open hart, een hart dat gewaakt heeft tijdens de
Advent, dat de komst van Jezus voorbereid heeft door te luisteren naar het
evangelie en door de armen te dienen.
Ook wij moeten de
tocht naar Bethlehem maken. De engel
herhaalt het tegen ons zoals tegen de herders: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in
een voederbak ligt.’ Wij zijn naar hier gekomen om Jezus te zien. En we vinden hem: een klein, zwak kind, in
doeken gewikkeld, neergelegd in een kribbe.
Is dat onze Redder? Komt de
redding van alle mensen voort uit deze kleine baby?
Daarom moeten we
Kerstmis ernstig nemen. Wij, die gewend
zijn om te vertrouwen op wat krachtig en sterk is. Hoe kunnen wij geloven dat zo’n klein kind,
geboren in een stal, degene is die de wereld zal redden? Hoe kunnen wij dit geloven tegenover de grote
problemen in deze wereld, zoals de hongersnood, de oorlog, het geweld?
En het lijkt al
helemaal onmogelijk als we dan ook nog eens denken aan de manier waarop dit
zwakke kind dan ook nog zal sterven, ter dood veroordeeld op een kruis!
En toch ligt hier onze
redding, in dit zwakke kind. Het mysterie
van Kerstmis komt ons ook vertellen dat wij niet gedoemd zijn om sterk en
machtig te moeten zijn volgens de regels van deze wereld.
We kijken naar het
tafereel van de kerststal en het ontroert ons dat er geen plaats is voor dit
jong koppel, dat hun kindje moet krijgen in een stal tussen de dieren. Maar ook vandaag zijn er zoveel mensen voor
wie er geen plaats is in de herbergen van onze stad. Denken we maar aan de vluchtelingen die hun
land hebben verlaten door honger, oorlog of geweld. Die een lange reis hebben ondernomen om hier
een beter leven uit te bouwen en die in Europa alleen maar gesloten deuren
vinden.
Wat een grote liefde
heeft God voor de mensen, dat hij toch gekomen is ook al hadden ze geen plaats
voor Hem, ook al maken wij weinig plaats voor Hem. Zoals de evangelist Johannes het schrijft in
het begin van zijn evangelie: Hij kwam in
de wereld, maar de wereld herkende Hem niet.
Het Woord is in de
wereld gekomen, als een klein kind. En
wij zijn naar hier gekomen om dit zwakke kind te zien. We willen Jezus zien. Zoals Franciscus van Assisi, die ook het
verlangen had om Jezus te ZIEN. Daarom
vond hij in 1223 de kerststal uit. Zodat
alle mensen écht de afbeelding van het Woord konden zien. Ook de mensen die niet konden lezen, ook de kleinsten
en de zwaksten. Het beeld van de
kerststal begrijpen wij allemaal.
Franciscus was
ontroerd door dit kleine kind, de herders waren ontroerd door God die zich in
dit zwakke kind aan de wereld toont.
Moest Jezus in een paleis zijn geboren, dan hadden de herders hem
waarschijnlijk nooit gezien.
Maar Jezus, de zoon van God, de koning van het leven, wordt geboren in een kribbe. Hij die ons leert om altijd de zwakke en de kleine in het centrum van ons leven te zetten, toont zich aan ons in alle zwakte en broosheid.
Maar Jezus, de zoon van God, de koning van het leven, wordt geboren in een kribbe. Hij die ons leert om altijd de zwakke en de kleine in het centrum van ons leven te zetten, toont zich aan ons in alle zwakte en broosheid.
Laat ons dan zoals de
herders de ster volgen en het kindje in de kribbe vinden. Laat ons zoals Jozef onze kleine dromen
inruilen voor een grote droom van een leven met Jezus.
Een droom voor vrede
in de wereld, een droom voor het einde van alle geweld en oorlog. Dat niemand nog honger zou lijden, of alleen
zou zijn, of op de vlucht zou moeten gaan.
Dat is het visioen van Kerstmis.
Dat is de vrede die Jezus in de wereld is komen brengen. Laat ons dan Jezus helpen, laat ons zijn
armen en benen zijn in deze wereld, boodschappers van goed nieuws: Jezus is
geboren!
Bidden wij dan voor al
wie arm en zwak is, voor de bejaarden met wie we vandaag kerst vierden, voor de
daklozen die straks in deze kerk zullen vieren.
Voor alle armen verspreid over de hele wereld, die aanzitten aan de
feesttafels van Sant Egidio.