Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

zondag 18 augustus 2013

Jer 38, 4-6.8-10

Uit de profeet Jeremia,
 
De raadsheren zeiden tegen de koning: ‘Die man moet ter dood gebracht worden. Door zulke dingen te zeggen ondermijnt hij immers het moreel van de inwoners en van de soldaten die hier nog overgebleven zijn. Hij heeft niet hun behoud voor ogen, maar hun ondergang.’  Koning Sedekia antwoordde: ‘Doe met hem wat je wilt; ik kan jullie niet tegenhouden.’  Ze brachten Jeremia naar de waterkelder van prins Malkia, in het kwartier van de paleiswacht, en lieten hem aan touwen zakken. In de put stond geen water meer; er was alleen modder, waarin Jeremia wegzakte.

Ebed-Melech verliet het paleis, ging naar hem toe en zei:  ‘Mijn heer en koning, het is misdadig dat deze mannen Jeremia in een waterkelder hebben gegooid. Waarom moet hij juist daar van honger omkomen? Elders in de stad is ook geen brood meer.’  De koning beval Ebed-Melech: ‘Ga met dertig man naar die waterkelder en haal Jeremia naar boven, voordat hij sterft.’
Woord van God

Lc 12, 49-53

Uit het evangelie volgens Lucas,

Ik ben gekomen om op aarde een vuur te ontsteken, en wat zou ik graag willen dat het al brandde!  Ik moet een doop ondergaan, en ik word hevig gekweld zolang die niet volbracht is.  Denken jullie dat ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde? Geenszins, zeg ik jullie, ik kom verdeeldheid brengen. Vanaf heden zullen vijf in één huis verdeeld zijn: drie tegen twee en twee tegen drie. De vader zal tegenover zijn zoon staan en de zoon tegenover zijn vader, de moeder tegenover haar dochter en de dochter tegenover haar moeder, de schoonmoeder tegenover haar schoondochter en de schoondochter tegenover haar schoonmoeder.’
Woord van God

Beste vrienden
 
In het evangelie van vandaag spreekt Jezus over de dringendheid om aan iedereen te vertellen dat het Rijk van God al midden onder ons is. Om te verkondigen dat de vriendschap van Jezus alles nieuw kan maken. 

Dat zei ook paus Franciscus tegen de drie miljoen jongeren die in Brazilië in Rio de Janeiro waren samengekomen voor de wereldjongerendagen.

Om de twee jaar verzamelen jongeren van over heel de wereld zich in één stad om de paus te ontmoeten en naar zijn woorden te luisteren.  Dit jaar was dat in Rio en er waren meer dan 3 miljoen jongeren!  Je kan op het internet nog beelden zien van heel dat volk dat samengestroomd was om paus Franciscus te zien en naar zijn woorden te luisteren.  Heel indrukwekkend.

De jongeren die aanwezig waren spraken over de vreugde van samen christenen te zijn, van elkaar te ontmoeten en van naar de paus te luisteren: paus Franciscus die echt een man van het evangelie is.

Zoals Jezus spreekt de paus over het evangelie.  Hij zegt dat het belangrijk is om de liefde van Jezus in de wereld te brengen en niet alleen over onszelf te spreken.  Dat zei de paus ook tegen de voetballers van Italië en Argentinië die hij een beetje later ontmoette.  Hij sprak tegen Messi en veel andere bekende voetballers en hun trainers: hij zei hen om niet alleen aan het geld te denken, om niet voor zichzelf te leven maar om een voorbeeld te zijn voor veel jongeren en kinderen, om de armen op te eerste plaats te zetten.

Jezus heeft het vuur van de liefde van God op aarde gebracht.  Hij bracht geen theorie, geen model om na te leven.  Nee, hij bracht vuur.  Een vuur dat eerst en vooral in zijn eigen hart brandde en dat hem vooruitduwde om in dorpen en steden onderricht te geven aan alle mensen over Zijn Rijk van vrede.  Zijn Koninkrijk dat niet van deze wereld was.  Dit vuur van Jezus heeft een naam: het heet medelijden.  Het is een vuur dat anderen aansteekt.  Jezus zegt zelf dat hij hoopt dat het al brandde in het hart van iedereen!

De dringendheid van de woorden van Jezus worden vandaag vaak niet gehoord.  Ze wordt overschreeuwd door het lawaai van de oorlog, zoals in Syrië en nu ook in Egypte.  Ze wordt overschreeuwd door het lawaai van de geweren en de tanks, door mensen die brullen tegen elkaar.  Maar ze wordt ook overschreeuwd in ons eigen hart.  Omdat wij zo vaak andere dingen belangrijker vinden en de woorden van Jezus niet lijken te horen.

En dan zegt Jezus iets dat we niet van hem zouden verwachten:  Denken jullie dat ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde? Geenszins, zeg ik jullie, ik kom verdeeldheid brengen. Wij denken Jezus al te begrijpen, maar het evangelie is zo anders dan onze eigen manier van denken.  Jezus is niet gekomen om de rust van de mensen te verdedigen zodat wij in slaap kunnen vallen en de pijn van de arme niet meer zouden zien.  Zoals de rijke man die de schreeuw van de arme Lazarus niet meer hoorde, omdat hij enkel met zijn eigen zaken bezig was.  Jezus is niet gekomen om het egoïsme van de priester en de leviet te verdedigen die voorbijliepen aan die man die halfdood langs de kant van de weg lag.

Die rust die mensen zoeken als ze aan zichzelf denken, geeft geen vrede.  De vrede kan niet bestaan zonder een sterke liefde.  Jezus zegt bij zijn Verrijzenis, nadat hij zijn lijden heeft moeten dragen tot op het kruis, ‘Mijn vrede laat ik jullie, mijn vrede geef ik jullie’.

De vrede van het evangelie kunnen wij ontvangen wanneer we ons hart afstemmen op het hart van God.  Zoals een radio die je moet afstemmen om de juiste post te kunnen horen.

Ja, de vrede van God is die passie die ons vooruitduwt om ons leven te geven voor de anderen, voor de armen.  Deze vrede heeft Jezus zelf weggeleid van zijn eigen ouders.  Wanneer hij naar de tempel gaat om onderricht te geven en zijn ouders vinden hem niet meer.  Hij zegt hen: Waarom hebt u naar me gezocht? Wist u niet dat ik in het huis van mijn Vader moest zijn?

Jezus leert ons dat we de vrede kunnen vinden door te luisteren naar het Woord van God.  Het evangelie vraagt ons om helden te zijn.  Zoals de profeet Jeremia die niet kon ophouden om over het Woord van God te spreken, zelfs niet toen ze hem in de gevangenis gooiden.  Het Woord van God dat de rust van de Israëlieten stoorde en dat hen opriep om hun hart te bekeren. 


De Heer is gekomen om dat vuur van liefde te brengen.  Bidden wij dan dat ook in ons hart dit vuur mag branden.  Dat we het aan anderen zouden doorgeven en dat dit vuur het hart van velen mag verwarmen, in de eerste plaats al wie arm, zwak en alleen is.


Bidden wij ook voor de twee bisschoppen in Syrië die nog steeds ontvoerd zijn.