Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

Zondag 12 mei 2013

Hand. 1, 1-11

Uit de handelingen van de apostelen,

In mijn eerste boek, Theofilus, heb ik de daden en het onderricht van Jezus beschreven, vanaf het begin tot aan de dag waarop hij in de hemel werd opgenomen, nadat hij de apostelen die hij door de heilige Geest had uitgekozen, had gezegd wat hun opdracht was. Na zijn lijden en dood heeft hij hun herhaaldelijk bewezen dat hij leefde; gedurende veertig dagen is hij in hun midden verschenen en sprak hij met hen over het koninkrijk van God.

Toen hij eens bij hen was, droeg hij hun op: ‘Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten tot de belofte van de Vader, waarover jullie van mij hebben gehoord, in vervulling zal gaan. Johannes doopte met water, maar binnenkort worden jullie gedoopt met de heilige Geest.’ Zij die bijeengekomen waren, vroegen hem: ‘Heer, gaat u dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’ Hij antwoordde: ‘Het is niet jullie zaak om te weten wat de Vader in zijn macht heeft vastgesteld over de tijd en het ogenblik waarop deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden. Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’

Toen hij dit gezegd had, werd hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen. Terwijl hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.’

Woord van God

Mc. 16, 15-20
Uit het evangelie volgens Marcus,

Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend.  Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld. Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen,  met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen.’
Nadat hij dit tegen hen had gezegd, werd de Heer Jezus in de hemel opgenomen en nam hij plaats aan de rechterhand van God. En zij gingen op weg om overal het nieuws bekend te maken. De Heer hielp hen daarbij en zette hun verkondiging kracht bij met de tekenen die ermee gepaard gingen.
Woord van God

Beste vrienden
Vandaag lezen we de lezingen van Hemelvaart.  Het mysterie van Jezus die wordt opgenomen in de hemel.  Het is een mysterie dat we eigenlijk elke week opnieuw beleven wanneer we naar de kerk komen.  Jezus is bij de God, de Vader.  Dat betekent dat hij zoals God in de hemel is, boven ons uit, over ons allemaal.  Jezus is niet langer alleen de zoon van God die op aarde is gekomen om zijn leven voor ons te geven.  Hij is met zijn Hemelvaart ook opgenomen in de hemel, waar hij dezelfde glorie van God heeft.
Maar Jezus laat ons niet alleen achter.  Met Pinksteren zendt hij ons zijn Geest, de helper van God die ons in alle talen doet spreken van Gods grote daden. 
Jezus laat ons niet alleen.  Hij geeft ons een familie van broers en zussen in Christus.  Een nieuwe familie die ontstaat onder het kruis, bij het lijden.  Een nieuwe familie die we hier de afgelopen week op donderdag zagen, toen er vrienden van ons gedoopt werden en anderen voor het eerst mochten deelnemen aan de communie met Jezus en met heel zijn kerk.
Jezus zegt het zelf: Wie gelooft en gedoopt is, zal worden gered.  Maar waarvan moeten wij dan gered worden?  Van de droevigheid van een leven dat enkel draait om onszelf.  Van de triestigheid van wie denkt dat hij helemaal alleen is en niemand heeft om hem bij te staan.  Wij weten als christenen, dat wij nooit alleen gelaten worden.  Dat Jezus ons broers en zussen op onze weg geeft, die ons steunen en die wij op onze beurt steunen.
En Jezus zendt ons ook uit.  Om overal te vertellen over deze mooie vriendschap.  Om andere mensen, andere kinderen uit te nodigen om mee te komen vieren. 
In de eerste lezing hoorden we hoe de leerlingen aan Jezus vragen of hij binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël ging herstellen.  Eigenlijk vragen de leerlingen of Jezus wel zeker de Messias is.  Ze twijfelen nog altijd aan hem.  Ze willen bewijzen zien dat hij de overwinnaar is.  Dat hij de redder is. 
Jezus kent zijn leerlingen en hij kent hun ongeloof, zoals hij ook ons kent.  Daarom antwoordt hij niet op hun vraag.  Maar hij geeft hun de zekerheid dat ze een helper zullen krijgen, dat ze er niet alleen voorstaan.  De Heilige Geest wordt aan de leerlingen gegeven met Pinksteren. 
De leerlingen zijn niet droevig dat Jezus ten hemel wordt opgenomen.  Omdat ze daar voor de eerste keer begrijpen dat hij niet ver van hen weggaat, maar dat hij integendeel vanaf nu altijd dicht bij hen is.  In zijn Woord en in zijn Geest.  Een aanwezigheid die mysterieuzer lijkt, maar niet minder echt is dan wanneer hij in hun midden was.
De leerlingen herinneren zich dat Jezus gezegd heeft: Wanneer twee of drie verzameld zijn in Mijn naam, ben ik in hun midden.  Ook wij mogen erop vertrouwen dat Jezus onder ons is, wanneer wij in geloof verzameld zijn in Zijn naam.
Die vreugde van de leerlingen is ook onze vreugde.  De hemel lijkt iets ongebegrijpelijks, weinig concreet, precies een droom.  Iets wat niet veel te maken heeft met ons leven van elke dag.  Het lijkt alsof het leven op aarde één ding is, en de hemel iets heel anders.  Maar dat is niet zo.  Er is een verband. 
Wanneer Jezus na zijn dood verschijnt aan zijn leerlingen, heeft hij niet een heel nieuw lichaam.  Integendeel, de wonden van zijn kruisiging zijn nog zichtbaar.  Thomas legt zelfs zijn hand in de wonde van de zijde van Jezus. 
De verrezen Jezus, man van de aarde en van de hemel, is geen spook.  De hemelvaart toont ons welke toekomst God voor zijn leerlingen heeft voorbereid.  Het is de hemel, waar Jezus een plaats voor ieder van ons voorbereidt, zo heeft hij het zelf gezegd.
De leerlingen van Jezus hebben niet al hun problemen opgelost, het zijn nog altijd zwakke mensen met een klein geloof, vol angst.  Maar ze worden wel getuige van Zijn liefde tot aan het uiteinden van de wereld.  En ook wij kunnen getuigen van deze liefde van God.