Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

zondag 12 augustus


1 Kon 19, 4-8
Joh 6, 41-51.

Wanneer Jezus zegt: Ik ben het brood, praat Hij eigenlijk over het verhaal in de Oude Testament wanneer Mozes het volk door de woestijn leidt na de vlucht uit Egypte.  Jezus praat over het manna dat uit de hemel werd gegeven aan het volk Israël in de woestijn. Hij zegt:  ‘Ik ben het brood dat uit de hemel is neergedaald’. De aanwezigen die dit horen, beginnen te morren.
De mensen begrijpen het niet.  Hoe kan hij over zichzelf zegen dat hij het brood is dat uit de hemel komt!  Ze kennen hem toch!  Het is de zoon van Jozef en Maria, hij is opgegroeid tussen hen. 
Hoe kan dit de redder van de mensen zijn?  Hetzelfde zouden we vandaag kunnen zeggen over de kerk.   Hoe is het mogelijk dat een arme christelijke gemeenschap, met alleen kwetsbare sacramentele tekens en een klein boek als de Schrift, instrument van verlossing kan zijn?
En toch is in dit mysterie het hart van ons geloof verborgen: het Woord dat de wereld heeft geschapen kiest menselijke woorden om zich te openbaren; degene die alles heeft geschapen is ‘echt’ aanwezig in een beetje brood en wat wijn; de Heer van de hemel en de aarde is daar aanwezig waar twee of drie verenigd zijn in zijn naam. “Ik ben het brood om van te leven. Uw voorouders hebben in de woestijn het manna gegeten, en toch zijn ze gestorven. Zo is het niet met het brood dat uit de hemel neerdaalt: wie daarvan eet zal niet sterven”.
Ons probleem is dat wij deze woorden te vaak hebben gehoord, waardoor wij bijna niet meer kunnen begrijpen dat er in deze woorden een kracht schuilt die in staat is om alles te veranderen. Zoals het manna de redding was voor de Israëlieten, zo is Jezus de verlossing voor de mensen. “Ik ben het levende brood, dat uit de hemel is neergedaald. Als men van dàt brood eet, zal men leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, voor het leven van de wereld”.
Wie zich verbindt aan Jezus – wie zijn vlees eet – heeft het eeuwig leven. Het evangelie zegt niet ‘zal hebben’ maar ‘heeft’ nu al het eeuwig leven, ontvangt nu al het leven dat niet eindigt – in het evangelie volgens Johannes is ‘eeuwig leven’ synoniem voor ‘goddelijk leven’.
Het leven van de kerk, zoals het leven van elke gelovige, wordt gevoed door het “brood dat uit de hemel neerdaalt”.

Het verhaal van Elia is al een afbeelding van dit mysterie. De profeet wordt vervolgd door koningin Jezebel en moet vluchten. Na een ontsnapping raakt hij vermoeid en verdrietig verlangt hij naar de dood. Terwijl zijn krachten, in het bijzonder van zijn geest, verminderen, daalt een engel af uit de hemel, wekt hem uit zijn slaap en zegt hem: “Sta op en eet”.
Elia ziet een koek aan zijn hoofdeinde en eet die op. Maar opnieuw valt hij in slaap. De engel moet hem een tweede keer wakker maken, alsof deze passage wil zeggen dat het nodig is om altijd door de engel gewekt te worden en het ‘brood van het leven’ te eten.
Niemand mag denken dat hij dit brood niet nodig heeft, dat hij zelfstandig genoeg is zonder, iedereen moet gevoed worden. “Gesterkt door dat voedsel liep hij veertig dagen en nachten, tot hij de berg van God, de Horeb bereikte” staat er op het einde.
De profeet maakt de reis van het volk Israël door de woestijn tot aan de berg waar Mozes God ontmoette. Het is het beeld van de pelgrimsreis van elke gelovige.
Jezus, het levend brood dat uit de hemel is neergedaald, wordt ons voedsel om ons te ondersteunen op weg naar de berg van de ontmoeting met God.