Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

eerste zondag van de advent

Jes3, 16b-17.19b, 64, 2-7
Mc 13, 33-37

Dit is de eerste zondag van de advent en met de advent begint een nieuw liturgisch jaar.  De advent is geen heel bekende tijd, er wordt niet veel over gezegd op tv en er verschijnt ook niet veel van in de krant; we zien zelfs niet zoveel adventskransen in de huizen.
De advent is een beetje een geheime tijd, die de christenen cadeau krijgen van God.  Een tijd waarin ze hun hart voorbereiden op de komst van Jezus die geboren wordt met kerstmis. 
Deze tijd lijkt wel erg op de tijd waarover de profeet Jesaja in de eerste lezing spreekt;  een tijd waarin God lijkt verdwenen.  Waarin de mensen hun eigen ding doen en vaak leven alsof God niet bestaat.  Jesaja zegt: Keer toch terug Heer.  Dat is het gebed van de advent.  De vraag dat de Heer in deze wereld komt, met zijn liefde en zijn barmhartigheid.
De advent vraagt ons om niet langer naar ons zelf te kijken, maar om onze blik op te richten en uit te kijken naar de komst van de Heer.  Het evangelie van Marcus zegt het duidelijk: weest waakzaam, want gij weet niet wanneer het ogenblik daar is.
En daar hebben we de laatste weken al veel verhalen over gehoord: over de dienstmeisjes die hun lampen brandend moesten houden en extra olie moesten meenemen.  Of over de slaven die van de Heer elk talenten krijgen en er mee werken tot de Heer terugkomt.  Niemand weet het juiste uur of het juiste moment, ons wordt allemaal gevraagd om waakzaam te zijn. 
Jezus vergelijkt de gelovige met een poortwachter die aandachtig wacht op de komst van de Heer.  Hij moet waken bij de deur en deze openen als de Heer aankomt.  Die deur is de deur van ons eigen hart natuurlijk. Maar het gaat ook over de deur van ons huis, over onze gastvrijheid voor wie in nood is, voor de armen en de vluchtelingen, voor de eenzame bejaarden waar we een kerstfeest voor voorbereiden.  Want ook zij zijn onze ‘heren’.
In de Apocalyps lezen we:  Ik sta voor de deur en ik klop.  Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen en we zullen met elkaar aan tafel gaan.
De leerling van Jezus moet waakzaam zijn.  Wij weten hoe gemakkelijk we in slaap vallen door onze luiheid, hoe vaak we alleen maar aan onszelf denken en de armen vergeten.  Laat ons dus luisteren naar dit evangelie en erop letten dat we niet in slaap vallen en niet onverschillig worden tegenover het lijden in de wereld. 
Dit is uiteindelijk wat er gebeurd in Bethlehem, de inwoners waren onverschillig en egoïstisch, niemand deed de deur open voor dit arme gezin dat een kindje verwachtte. 

Wij krijgen de advent om te leren om ons hart wél te openen, om te waken en te bidden.