Ezechiel 34, 11-12. 15-17
Mt 25 31-46
In het evangelie van vandaag toont Jezus ons het
eindoordeel, het einde van de geschiedenis.
Het is een indrukwekkend schouwspel.
Jezus zit op een troon en wordt vergezeld door zijn engelen.
Alle volkeren, christenen en niet-christenen, gelovigen
en niet-gelovigen, mensen van alle landen van de wereld, mensen die voor Jezus
geleefd hebben en mensen die na hem leefden, worden bij Hem samengeroepen. Alle volkeren staan daar, niemand wordt
buitengesloten. Er is geen onderscheid tussen hen, ze staan er allemaal.
Het evangelie schrijft dat bij het begin van het oordeel
de mensen van elkaar gescheiden worden, zoals de herder de schapen van de
bokken scheidt. De enen zet hij links,
de anderen rechts. Die scheidingslijn
loopt niet tussen de volkeren, of tussen de gelovigen. Het is niet zo dat alle christenen links gaan
en alle joden rechts, of dat alle Mexicanen links gaan staan en alle Grieken
rechts, of alle vrouwen links en alle mannen rechts…
Het onderscheid zit tussen alle mensen, van elke groep
zullen er links eindigen en anderen rechts.
En het onderscheid zit eigenlijk nog dieper, in onszelf, in elke
mens. Een deel van onze daden zullen
links eindigen en een deel rechts. Want
wij zijn allemaal mensen die fouten maken, die niet perfect zijn.
Waarop worden we dan geoordeeld? Op onze liefde voor de armen en zwakken. En ieder van ons redt dat deeltje en die
levenstijd die we gespendeerd hebben om de hongerigen te eten te geven, de
dorstigen te drinken,… De rest, wat aan
de linkerkant staat, wordt verbrand.
Jezus zit op een troon, maar niet omdat hij veraf van ons
staat. De dialoog tussen de Rechter en
de mensen maakt dit duidelijk. Hij zegt:
IK had honger en jullie hebben MIJ te eten gegeven. Dit is onze God, die we kunnen herkennen in
het gelaat van elke arme, elke bedelaar, elke vluchteling.
De herhaling van deze vormen van armoede, toont ons aan
hoe vaak ze voorkomen in de wereld. We
hoeven maar om ons heen te kijken of de tv aan te zetten om dit te
begrijpen.
De confrontatie met God gebeurt dus niet in één enkele
heldendaad van een paar bijzondere mensen maar kan elke dag gebeuren; wij kunnen de Heer overal tegenkomen, als we
onze ogen openhouden voor wie in nood is.
Hoe zullen we gered kunnen worden? Als we barmhartigheid tonen tegenover wie het
nodig heeft, als we die liefde die Jezus ons geleerd heeft in de wereld brengen.
Jezus identificeert zich met de armen. Niet omdat zij goed of eerlijk zijn, maar
enkel en alleen omdat ze arm zijn. Vaak zeggen
mensen dat ze enkel iemand willen helpen als die eerlijk is, als die hen niet
bedriegt, maar dit staat heel ver van de gevoelens die het evangelie ons leert.
Het is eigenlijk enkel een excuus voor een gierigaard.
De hulp aan de armen is onze redding, niet alleen voor
ons allemaal apart, maar ook voor onze samenleving. Want een wereld waarin de armen geholpen
worden, is een wereld met een toekomst.