Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

8 oktober 2017

Jes 5, 1-7
Mt 21, 33-43

De voorbije 3 zondagen sprak het evangelie ons over de wijngaard.   Toen Jezus hierover predikte, dachten zijn toehoorders waarschijnlijk aan de vele teksten in het Oude Testament die spreken over de wijngaard van de Heer.  Dit hebben we ook gehoord in de eerste lezing uit de profeet Jesaja die we daarnet hoorden.
Die teksten spreken altijd over de liefde van de Heer die zonder grenzen is.  Soms gebruiken de Bijbelse auteurs beelden uit romantische serenades om hun gedachten uit te drukken.  Zo start ook de lezing van Jesaja: Ik wil zingen van mijn vriend, het lied van mijn vriend en zijn wijngaard.
We kunnen ook onze gemeenschap vergelijken met deze wijngaard waarover de Schrift spreekt. De Heer heeft altijd zijn dienaren uitgezonden om ervoor te zorgen dat er vruchten in de wijngaard groeien, maar we moeten toegeven dat die vruchten af en toe wel bitter of zuur zijn…
Dat komt door de bitterheid van onze daden, de dorheid van ons hart.  De klaagzang van de Heer over zijn wijngaard die geen goede vruchten voortbrengt, zou dus eigenlijk ook wel over ons kunnen gaan.  Wat kon ik nog doen voor mijn wijngaard dat ik niet gedaan heb?  zegt Jesaja.
Het lijkt wel of de Heer zichzelf deze vraag stelt, alsof hij zichzelf de schuld geeft… terwijl het eigenlijk onze fout is, als de vruchten zuur of dor zijn.
De Heer heeft zeker veel harden gewerkt dan wij allemaal.  Maar hij blijft zich afvragen of hij nog meer had moeten doen.  Vragen wij ons dikwijls af of we al wel genoeg doen, of we nog meer zouden kunnen doen?
Waarom stelt de Heer zich deze vraag?  En waarom stellen wij ons deze vraag niet?
Misschien zijn we te trots, teveel bezig met onszelf. Misschien zijn we enkel bezig met ons eigen kleine tuintje dat we wel mooi verbouwen, en kijken we niet verder naar de grote wijngaard van de Heer.
Misschien verdringen we de woorden van de Heer wel, hoewel hij telkens opnieuw tot ons blijft spreken. 
Het hart van de evangelietekst is het verhaal over de grenzeloze liefde van God voor de mensen. Als de oogsttijd gekomen is, zond de Heer zijn dienaren naar de wijnbouwers om de oogst te verzamelen.  De reactie van de wijnbouwers is erg gewelddadig;  ze slaan, stenigen en doden hen.  De landeigenaar stuurt dan andere dienaars, meer nog dan de eerste keer, maar hun wacht hetzelfde lot.
Dan stuurt hij tot slot zijn eigen zoon.  Want de liefde van de landeigenaar is zo groot, dat hij het hart van de geweldenaar écht wil veranderen. 
De landeigenaar denkt waarschijnlijk dat ze zijn zoon wel zullen respecteren, maar nee hoor, ze grijpen hem vast, brengen hem ‘buiten de wijngaard’ en doden hem. 
Toen deze woorden werden uitgesproken, waren ze waarschijnlijk alleen voor Jezus duidelijk.  Hij werd geboren buiten Bethlehem, hij stierf buiten Jeruzalem.
Aan het einde van de parabel vraagt Jezus zijn luisteraars wat de landeigenaar zal doen met zijn pachters.  Het antwoord is redelijk, hij zal hen straffen, hij zal hen de wijngaard ontnemen en aan anderen geven die wel vruchten zullen voortbrengen.
God verwacht goede vruchten.  Jezus waarschuwing is niet alleen voor zijn toehoorders toen, maar ook voor ons allemaal. 
De vraag die wij ons dus allemaal moeten stellen is de volgende: brengen wij goede vruchten voort?  Werken wij hard in de wijngaard van de Heer?  Zaaien wij zijn vrede om ons heen?  Zijn wij voorbeelden van zijn grenzeloze liefde in deze wereld?
Onze grote kracht ligt in het gebed.  Als wij luisteren naar de woorden van de Heer, als wij ons hart écht laten raken, kunnen wij woorden van leven spreken tot anderen, kunnen wij vriendschap en liefde rondom ons zaaien;  dan brengen wij goede vruchten voort.