Dan 7, 9-10
Mt 17, 1-9
Vandaag viert de
kerk, in volle zomer, het feest van de gedaanteverandering. Dit feest wordt door alle christenen op
dezelfde moment gevierd, zowel de christenen van het westen als de christenen
van het oosten. Het is een mooi teken
van eenheid, waar we zo naar zoeken.
Jezus zelf immers had al gebeden opdat al zijn leerlingen één zouden
zijn.
Het feest van de
gedaanteverandering valt volgens de Latijnse kalender eigenlijk in de
veertigdagentijd. Daarom wordt het ook
wel het paasfeest van de zomer genoemd. In
de oosterse traditie zongen ze vroeger een prachtig lied waarop heel het volk
samen steeds herhaalde: ‘wij hebben het licht gezien’.
Wij hebben het
allemaal nodig om door Jezus mee op de berg te worden genomen, zoals die
leerlingen en Hem te zien zoals hij werkelijk is. Niet een gewone man met mooie ideeën, niet
een paar mooie woorden waar we wel een beetje naar willen luisteren.
Nee, een stralend
licht, een woord dat leven geeft. Op de
berg Tabor horen we de Heer die ons zegt: “Dit
is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn behagen heb gesteld; luistert naar
Hem. Luister naar Hem, het is een bevel van God zelf. Luister naar de woorden van die Zoon die
helemaal mens is geworden en toch helemaal zoon van God is gebleven. Die trouw
naar de Heer geluisterd heeft, tot zijn dood toe. Die niet heeft toegegeven aan de bekoring van
de wereld om zijn eigen leven te redden, die de anderen altijd op de eerste
plaats zette en ons de liefde van God helemaal heeft voorgeleefd.
Luister naar Hem en
jullie zullen geluk vinden, jullie zullen leven, jullie zullen leerlingen van
mij zijn.
Jezus verandert van
gedaante; maar niet zo dat hij ineens
iemand anders wordt of het lichaam van iemand anders inneemt, de leerlingen
herkennen hem nog steeds. En ook al is
het dezelfde Jezus, toch is hij van gedaante veranderd, de evangelist schrijft dat
zijn gelaat ging stralen als dat van de zon.
Alsof het licht uit hemzelf kwam, het werd niet weerkaatst door de
zon.
En Jezus krijgt
gezelschap van 2 grote profeten uit het oude testament. Mozes en Elia. En zij spreken met Hem. Op dit punt neemt Petrus het woord en stelt
voor om 3 hutten op te slaan. Petrus is
gelukkig en wil absoluut op die berg blijven, in dat gezelschap.
Maar hij wordt
onderbroken door een stem die hij nooit zal vergeten. Bij het horen van deze
stem werpen de leerlingen zich op de grond.
Op dat moment beseft Petrus dat Jezus zoveel meer is dan die leraar die
hij gevolgd is. De leerlingen waren al
een tijdje met Jezus onderweg en ze hadden al veel van Hem geleerd, maar nu
begrijpen ze dat Hij zoveel meer is dan ze dachten.
Zo gebeurt het ook
elke zondag in de liturgie. We denken
Jezus te kennen, we hebben zijn woorden al gehoord en denken het wel te
begrijpen. Maar in de eucharistie
gebeurt het mysterie opnieuw, Jezus komt onder ons, hij wordt deel van ons en
hij zendt ons uit om zijn liefde in de wereld te brengen. Het zijn niet zomaar een paar rituele
handelingen die we week na week herhalen, Jezus komt onder ons, hij spreekt tot
ons en hij biedt ons zijn lichaam aan als voedsel.
De evangelist
vertelt verder dat Jezus naar zijn leerlingen toekomt, hen aanraakt en hen zegt
om geen bang te hebben. De leerlingen
richten hun blik op en zien dat Jezus alleen voor hen staat. Nu begrijpen ze het. Het is het enige wat ze
moeten doen, luisteren naar die Zoon van God.