Welkom

Welkom op de blog van het Land van de Regenboog. Op deze blog vind je wekelijks de tekst van de kinderliturgie tijdens de eucharistieviering van Sant Egidio, elke zondag om 17u in de Sint Carolus Borromeuskerk te Antwerpen.

Het Land van de Regenboog is een internationale beweging van en voor kinderen die zich willen inzetten om samen een betere en meer menselijke wereld uit te bouwen. Kinderen van 5 tot 12 jaar zijn welkom.


Meer info op de website van de gemeenschap van Sant Egidio.

21 mei 2017

Hand. 8, 5-8.14-17
Joh. 14, 15-21

We leven nu in de paastijd, het is de 6e zondag na Pasen. We zijn op weg naar Pinksteren en horen de verhalen uit de handelingen van de apostelen.  De liturgie roept ons samen in gebed zodat we ons zoals de apostelen kunnen voorbereiden om de gave van de Heilige Geest te ontvangen.  Het deel uit de Handelingen dat we net hebben gehoord, vertelt ons over Petrus en Johannes die naar Samaria gegaan zijn.
Ze gingen naar deze stad om op diegenen die het evangelie hadden aanvaard de Heilige Geest te laten neerdalen.  Deze was namelijk nog over niemand van hen neergedaald; ze waren alleen gedoopt in de naam van de Heer Jezus, zo staat er geschreven.
Hier wordt voor de eerste keer uitgesproken wat wij het vormsel noemen.  Petrus en Johannes komen om het hart van de leerlingen, om ons hart voor te bereiden op de komst van de Heilige Geest.
Volgende donderdag vieren we Hemelvaart.  Deze meester die de apostelen 3 jaar gevolgd waren, naar wie ze geluisterd hadden en die ze konden aanraken, deze meester zullen ze vanaf die dag niet meer met hun eigen ogen kunnen zien.
Het evangelie brengt ons vandaag opnieuw naar het laatste avondmaal van Jezus met zijn leerlingen.  Jezus sprak erover dat hij de leerlingen zou verlaten en zag dat ze onmiddellijk droevig werden.  Daarop sprak hij woorden vol troost en hoop, want deze mannen die hij met grote moeite had samengehouden, waren zijn leerlingen, ze hoorden bij Hem.
Jezus wilde niet dat zijn leerlingen verstrooid zouden geraken en zeker niet dat ze verloren zouden gaan.  Binnenkort zou Hij weggaan en het was zeker niet vanzelfsprekend dat ze samen zouden blijven. 
Jezus had hen gezegd: ik laat jullie niet verweesd achter.  Ik kom bij jullie terug.  Het laatste avondmaal was het moment waarop Jezus zijn boodschap aan de leerlingen wilde doorgeven.  Hij wil niet alleen dat ze het evangelie zelf beleven, hij wil ook dat ze het gaan verkondigen tot de uiteinden van de wereld.
Jezus wil zijn leerlingen niet alleen laten, hij schenkt hen een ‘helper’, de Heilige Geest, de ‘Trooster’.    De Geest van Jezus is anders dan de wereld, hij zoekt het Goede, hij kent geen egoïsme of trots of vijandigheid.
Er zijn in deze wereld heel veel boze geesten, geesten van het kwade zoals haat, vijandschap, geesten die geweld voortbrengen. 
Deze geesten komen ook in ons hart en vaak verzetten we er ons niet heel erg tegen.  We laten toe dat we hard reageren tegen anderen, dat we hard oordelen, dat we weinig medelijden hebben omdat we denken aan onszelf.
Daarom hebben we Pinksteren nodig, hebben we nodig dat de Geest in ons hart neerdaalt en van ons nieuwe mensen maakt. Mensen die in staat zijn om de woorden van Jezus te beleven in deze wereld, om zijn handen en voeten te zijn, om zijn gelaat van liefde te tonen aan al wie er nood aan heeft.

Jezus noemt zijn leerlingen geen dienaars maar vrienden.  Hij wil ook van ieder van ons vriend zijn.  Een vriend die ons elke week uitlegt hoe we betere mensen kunnen worden, hoe we meer aan Zijn Rijk van vrede kunnen bouwen.  Een vriend die ons blijft eraan herinneren om de armen en zwakken de eerste plaats te geven.