Hand , 6, 1-7
Joh 4, 1-12
Het evangelie dat we vandaag hoorden, zijn woorden van
Jezus tijdens het laatste avondmaal.
Jezus wist dat zijn leerlingen hem in de steek zouden laten, dat zelfs Petrus
hem tot 3x toe zou verloochenen.
Jezus wist ook dat hij niet altijd bij zijn leerlingen
zou kunnen blijven, dat hij ten hemel zou worden opgenomen. Binnenkort vieren we Hemelvaart.
Jezus wou dat zijn leerlingen de opdracht van het
evangelie heel goed zouden begrijpen. Woorden
alleen waren niet genoeg, er waren ook daden nodig. Hij zag hoe triestig zijn leerlingen werden
toen hij zei: Nog maar kort zal ik bij jullie zijn. Hoe konden ze niet droevig zijn! Die Jezus, waarvoor ze alles hadden
achtergelaten, hun veilige dorp, hun familie, hun visserboten en netten… die
Jezus ging hen verlaten!
Jezus zegt aan zijn leerlingen dat ze zich niet moeten
laten verontrusten. Hij legt hen uit dat
in Hem geloven hetzelfde is als in God geloven.
En dus ook omgekeerd: je van
Jezus verwijderen is zoals je van God verwijderen.
De leerlingen hebben het toch nog niet helemaal
begrepen. Wanneer Jezus zegt dat de leerlingen
de plaats al kennen waar hij heengaat, roept Tomas: “Heer, wij weten niet waar
Gij heengaat: hoe moeten wij dan de weg kennen?”
Diezelfde Tomas zal het niet geloven wanneer de
leerlingen Jezus na zijn dood terugzien en vertellen dat hij aan hen verschenen
is. Hij zal het pas geloven als hij zelf
zijn handen in de wonde heeft kunnen leggen.
Die Tomas, met zijn kleine geloof, dat zijn wij
allemaal. Ieder van ons heeft momenten
dat hij zoals Tomas weinig geloof hecht aan de woorden van Jezus. Want ze lijken ons vaak zo overdreven.
Filipus zegt tegen Jezus: laat ons de Vader zien. Opnieuw maakt hij duidelijk dat hij het nog
niet begrepen heeft; wie God wil zien,
moet naar Jezus kijken. Wie de wil van
de Vader wil doen, moet doen wat Jezus gezegd heeft, leven zoals Jezus geleefd
heeft. De armen en zwakken op de eerste
plaats zetten, de andere liever zien dat jezelf, niet leven volgens het
evangelie van deze wereld dat zegt dat je eerst jezelf moet redden.
Jezus zegt het duidelijk: ik ben de weg. Hij is de weg naar geluk, naar een leven vol
van vriendschap en vreugde.
De eerste lezing uit de handelingen toont aan hoe de kerk
vorm krijgt in de eerste jaren na de dood en Verrijzenis van Jezus. Er wordt gemord omdat er te weinig zorg is
voor de zwakken, de weduwen in dit geval.
De leerlingen besluiten mannen hiervoor aan te stellen, die zich in het
bijzonder met de verdeling van de aalmoezen zouden bezighouden, zodat de
leerlingen verder zouden kunnen preken.
Stefanus is de eerste die wordt aangesteld, hij is de
eerste diaken. Maar hij zal ook de
eerste martelaar worden, die sterft voor zijn geloof.
Bidden wij vandaag in het bijzonder voor alle mensen die
in onze tijd vermoord worden omwille van hun geloof, zoals de ouder priester
Hamel die in Frankrijk vermoord werd vorig jaar. Of zoals zovele christenen die
vandaag vervolgd worden.