Mal. 3, 1-4
Lc. 2, 22-40
Vandaag vieren
we het feest van één van de mooiste ontmoetingen in het evangelie, de ontmoeting
tussen de kleine Jezus en de bejaarde Simeon en Hanna. Dit feest is afgelopen
donderdag gevierd in alle christelijke kerken en heet ‘de opdracht van de Heer
in de tempel’.
Maria ging
zoals de wet van Mozes het zei, naar de tempel om haar eerstegeborene veertig
dagen na zijn geboorte, op te dragen. De
gewoonte was dat ze dan een offer aan de Heer opdroegen, een lam of een koppel
duiven.
Deze opdracht
aan de Heer van elke eerstegeborene in een gezin was bedoeld om de joden te
herinneren dat God de Heer is over heel de schepping, niet wijzelf.
Maria en
Jozef deden dit uit gehoorzaamheid aan de wet van het joodse volk. Ze waren arm en omdat ze geen lam konden
betalen, offerden ze een koppel duiven. Maar eigenlijk brachten ze wel een lam
in de tempel. Weten jullie welk? Jezus zelf, het lam van God, die de zonden
van de wereld wegneemt zoals wij zeggen in de kerk.
Dit feest
van de opdracht in de tempel wordt zowel in de westerse als in de oosterse
kerken gevierd, op dezelfde moment. Het
is een feest van eenheid dus.
En al eeuwen
lang hoort er bij dit feest een processie.
Vroeger liepen mensen door de stad met kaarsen die gewijd waren, vandaar
dat het feest ook ‘lichtmis’ wordt genoemd.
Het licht
dat in de wereld komt, met de komst van Jezus.
En de oude Simeon is de eerste om dit licht te herkennen in dit kleine
kindje dat met zijn arme ouders binnenkomt.
Zoals eerst
Maria en Jozef deden, neemt ook de oude Simeon het kind bij zich en hij voelde
de warmte van het vuur dat hij zou ontvangen.
Simeon wachtte al heel zijn leven op de komst van de Messias, zoals alle
joden. Maar er is meer bij hem, de Geest
rustte op hem. En hij was beloofd dat
hij niet zou sterven voor hij de Messias had gezin.
En dus gaat
hij naar de tempel, door de Geest gedreven.
En wanneer hij Maria en Jozef ziet, met Jezus in hun armen, begrijpt hij
meteen wie het is die ze binnendragen. En
hij zegt dat hij nu mag sterven, want dat de belofte vervuld is, dat hij de
redder heeft gezien.
Simeon was oud, zoals ook de profetes Hanna oud was, bij haar zegt het evangelie zelfs exact hoe oud: 84 jaar! Zij zijn het symbool voor heel het volk van Israël, maar zeker ook alle oude mensen vandaag.
Simeon was oud, zoals ook de profetes Hanna oud was, bij haar zegt het evangelie zelfs exact hoe oud: 84 jaar! Zij zijn het symbool voor heel het volk van Israël, maar zeker ook alle oude mensen vandaag.
Simeon en
Hanna zijn het voorbeeld van een mooie oude dag. Vandaag zien we veel bejaarden die geen mooie
oude dag hebben, die de laatste jaren van hun leven in een rusthuis
doorbrengen, in eenzaamheid. Die gewoon
wachten op het moment waarop ze sterven.
Het evangelie
van vandaag zegt ons dat het mooi is om oud te worden, dat we de oude mensen
moeten respecteren en graag zien. Want
dat zij de eerste zijn die Jezus herkennen en plaats voor hem maken.
Simeon en
Hanna tonen ons dat het niet droevig is om oud te worden, om te weten dat je
binnenkort zal sterven. Ze tonen ons de
kracht van het vertrouwen in de Heer, ook als je eigen lichaam zwakker wordt.
De oude
Hanna krijgt uit de ontmoeting met Jezus opnieuw kracht om met alle mensen te
spreken over de redder die ze ontmoet heeft.
Simeon en Hanna leren ons om niet bang te zijn om oud te worden, om zwakker te worden, om niet bang te zijn van mensen die oud zijn, om hen onze vriendschap aan te bieden en van hen te leren.
Simeon en Hanna leren ons om niet bang te zijn om oud te worden, om zwakker te worden, om niet bang te zijn van mensen die oud zijn, om hen onze vriendschap aan te bieden en van hen te leren.
Bidden wij
dan samen voor al wie oud en zwak is, voor wie eenzaam is. Bidden wij ook voor allen mensen die in
oorlog en armoede leven.