Num. 6, 22-27
Lc. 2, 16-21
Moge de Heer
u zegenen en u behoeden! Moge de Heer de glans van zijn gelaat over u spreiden
en u genadig zijn! Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken! Dit zijn woorden die ons bekend in de oren
klinken. Wanneer hebben we ze nog gehoord?
Dit zegt de priester aan het eind van elke viering bij de zegening. Het zijn de woorden uit het boek Numeri, het
boek dat vertelt over het Israƫlitische volk dat 40 jaar lang in de woestijn
rondtrekt op zoek naar het beloofde land.
Dit volk was
door Mozes bevrijd van de slavernij van de farao van Egypte. Met deze oude bijbelse zegening, waar we
normaal de viering mee afsluiten, begint het nieuwe jaar.
Vandaag hebben
we gewandeld voor vrede, vrede over heel de wereld. Opdat 2017 een jaar van vrede mag
worden. Maar hoe kan de wereld vrede
vinden? Het evangelie brengt ons vandaag
terug naar de kerstnacht en doet ons kijken met de ogen van de herders. Zij zijn een voorbeeld voor alle
gelovigen. Herders werden als onzuivere
en zondige mensen beschouwd. Ze mochten
niet deelnemen aan het religieuze leven.
Maar toch
heeft God zijn blik op hen gericht. De nacht
werd vervuld van licht en het leven van de herders kreeg een nieuwe zin. Die herders werden de eerste christenen, ze luisterden
naar de woorden van de engel, lieten hun kudde achter en gingen op weg naar de
plaats die hun was aangewezen.
Christenen moeten
altijd naar buiten treden, uit zichzelf, uit het kleine leven dat enkel rond
zichzelf draait, om op weg te gaan naar de Heer en naar de anderen.
Toen de
herders aankomen bij de kribbe zien ze Maria en Jozef en een kindje. En toen ze het kindje zagen maakten ze bekend wat hun over dit kind
gezegd was. Dat is wat christenen doen, bekend maken dat in dit kleine
kindje de redding van de wereld ligt.
En dan is er
Maria. Zij heeft ongetwijfeld Jezus
getoond aan de herder. Over haar staat
geschreven: Maria bewaarde al deze
woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf.
Maria kende
het geheim van dit kind al, de engel had het haar zelf verteld toen ze zwanger
werd. Dit kindje wordt de redder van de
wereld. 7 dagen zijn voorbijgegaan sinds
kerstmis, sinds de geboorte. Sinds dit
kleine kindje Jezus onze ogen heeft doen kijken naar alle kleinen en zwakken in
de wereld.
Vandaag kijken
we niet alleen naar het kindje, maar ook naar de moeder, naar Maria. Nu ligt Jezus niet langer alleen in de
kribbe. Nu is hij opgenomen in de armen
van zijn moeder. Zo zien we de kleine Jezus
ook meestal afgebeeld, in de armen van Maria.
Die hem beschermt en toont aan de wereld.
Dat is het
beeld van Maria, zij toont en beschermt het zwakke kind. Dat is ook het beeld dat de kerk moet zijn,
dat elke gelovige moet zijn. Zoals Maria
Jezus tonen aan de wereld in wat wij voor goeds doen voor alle kleinen en zwakken,
in Zijn liefde die wij in de wereld brengen.
Moge de Heer
ons vrede schenken. Zo eindigt de
zegening in het boek Numeri. Ja, er zijn
nog teveel conflicten in de wereld, teveel plaatsen van oorlog en geweld,
teveel terreur. Bidden wij tot de Heer dat
hij vrede schenkt, dat hij de harten bekeerd van wie kiest voor geweld. Bidden wij de Heer voor vrede in ons eigen
hart, dat wij de vrede van Jezus in deze wereld kunnen tonen.