Jesaja 11,1-10
Matteüs 3,1-12
Vandaag is het de tweede zondag van de advent, een tweede
kaarsje gaat aan. Op onze adventstocht
op weg naar kerstmis ontmoeten we vandaag een vreemde figuur: Johannes de
Doper. Een man die leefde in de
woestijn, die een kleed aanhad van kamelenhaar en een gordel om zijn
midden. Een man die sprinkhanen at en
wilde honing.
Johannes de Doper is die stem in de woestijn die de
mensen streng toespreekt: bekeer u want het koninkrijk van God is dichtbij. Tegen de Farizeeën en sadduceeën zegt hij:
Addergebroed! De bijl ligt al aan de
wortel. Iedere boom die geen goede vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in
het vuur gegooid.
Johannes de Doper is een profeet die de mensen de weg
naar de Heer toont. Hoe kunnen wij
vandaag die weg vinden? Door te
luisteren naar Zijn Woord.
Het evangelie zegt ook vandaag tegen ons: Bekeer u, want
het koninkrijk van God is dichtbij. Ons gedrag
staat dikwijls ver af van de wegen van de Heer.
We denken aan onszelf, we reageren hard, we oordelen over de andere.
Maar hoe moeten we ons dan bekeren? Een eerste stap om te bekeren is om vergeving
te vragen. Sorry zeggen tegen Jezus voor
de fouten die we maken, voor die keren dat we zwak waren en luisterden naar de
stemmen van deze wereld die zeggen ‘red jezelf’ en ‘zorg eerst voor jezelf’. Vergeving vragen voor wanneer we Jezus niet
herkend hebben wanneer we een dakloze op straat zagen of een vluchteling op tv.
Vergeving ook om de afstand die we tussen onszelf en de
Heer hebben laten ontstaan.
Onze bekering is nodig om het Rijk van God te doen
ontstaan op aarde. Dit rijk van God dat
de profeet Jesaja zo mooi omschrijft: De
wolf en het lam wonen samen, de panter vlijt zich neer naast het bokje, het
kalf en de leeuw weiden samen: een kleine jongen kan ze hoeden. De koe en de
berin sluiten vriendschap, hun jongen liggen bijeen. De leeuw eet stro, net als
de os. De zuigeling speelt bij het hol van de adder, het kind strekt zijn hand
uit naar het nest van de slang.
De wereld van Jezus is een wereld waar geen plaats meer
is voor geweld of voor verdriet. Het is
een wereld van het goede, vol van vriendschap.
Een wereld zonder haat en zonder terrorisme.
Onze wereld heeft nood aan Jezus die geboren wordt. Aan de koning van vrede die de haat overwint
met het goede. Dat is de hoop van de
advent, dat Jezus komt, dat hij al vlakbij is.
Dat is de kracht ook van het evangelie. Dit kleine boek dat zoveel kracht heeft als
wij het lezen, dat onze harten verlicht en nieuw leven geeft. Dit evangelie dat als een vuur is dat ons
verwarmt, dat ons de weg toont naar het Rijk van de Heer.
Laten wij luisteren naar de woorden van Johannes, laat
ons het tweede kaarsje ook in ons hart aansteken en tot de Heer bidden voor al
wie arm of zwak is.